Top Banner
www.sci-network.eu INNOVATIEGERICHT EN DUURZAAM INKOPEN IN DE BOUW EEN GIDS VOOR EUROPESE OVERHEIDSINSTELLINGEN
32

Innovat Ieger Icht en duurzaam Inkopen In de bouw · InnovatIegerIcht en duurzaam Inkopen In de bouw een gIds voor europese overheIdsInstellIngen een ‘IntellIgente klant’ zIjn

Jul 10, 2020

Download

Documents

dariahiddleston
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
  • www.sci-network.eu

    InnovatIegerIcht en duurzaam Inkopen In de bouw een gIds voor europese overheIdsInstellIngen

  • uitgever:

    redacteur:

    auteurs:

    copyright:

    foto’s:

    lay-out en ontwerp:

    druk:

    gesteund door:

    met dank aan:

    disclaimer:

    e e n p r o j e c t p u b l I c at I e va n s c I - ne t wo r k –D U U R Z A A M H EI D EN I N N O VAT I E I N D E B O U W D O O R M I D D EL VA N A A N B E S T ED I N G

    Het SCI-Network-consortium, p/a ICLEI – Local Governments for Sustainability, 2012

    Simon Clement (ICLEI – Local Governments for Sustainability)

    Simon Clement en Abby Semple (ICLEI – Local Governments for Sustainability)Matthew Galvin en Tim Rudin (Transport for London)Isa-Maria Bergman (Motiva)Angelika Tisch (IFZ)

    Het SCI-Network-consortium, p/a ICLEI – Local Governments for Sustainability, 2012. Alle rechten voorbehouden. Niets in deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van ICLEI – Local Governments for Sustainability in enige vorm of op enige wijze worden gereproduceerd of gekopieerd.

    rivi 1: www.sxc.hu; rivi 2: pixzzle / doram / Bim, www.istockphoto.com; rivi 3: King Louie, www.istockphoto.com / ICLEI

    Rebekka Dold, Freiburg | www.rebekkadold.de

    Druckerei Kesselring GmbH, Freiburg

    Franziska Singer en Ignacio Giménez Moreno (ICLEI), Collan Murray (Transport for London), Veneta Gineva, Rikka Hietanen en Suzan Ikävalko (Culminatum), Heimo Staller (IFZ), Elena Deambrogio en Francesco Curci (gemeente Turijn), Marieke van Putten (PIANOo), Sanna Ahvenharju en Laura Oja (Gaia), Luca Galeasso en Stefano Dotta (Envipark Turijn), Sheryl French en Liz Stevenson (bestuur Cambridgeshire), Joan Estrada i Aliberas en Sonsoles Letang (INCASOL), Jon de Souza (Constructing Excellence), Neil Willmott (politie Devon en Cornwall), Martin Gruber (Planorama), Léon Dijk (gemeente Rotterdam), Giorgio Gallo (energie- en milieubureau Turijn), Doug Forbes en Malcolm Horner (Whole Life Consulting), Helena Hecimovic en Nebojša Kalanj (gemeente Koprivnica), Stephen Steele (DEFRA), Mariam Djalili (BOKU), Tony Collins (RedRay Consulting), Ger van der Zanden (Slimline), Bjørn Antonsen (gemeente Oslo), Marit Holter-Sørensen (Difi ), Mika Lautanala (Tekes), Mikko Lepo (gemeente Jyväskylä), Ilona Lundström (Tekes), Pekka Peltomäki (VASO), Uwe Welteke-Fabricius (Natureplus), James Fiske (Franklin and Andrews), Guy Coulson (adviseur), María García Martínez (provincie Barcelona), Arnaud Clemens (regio Elzas), Klaus Kist (gemeente Berlijn)

    De auteurs zijn als enigen verantwoordelijk voor de inhoud van deze publicatie. Deze publicatie geeft niet per defi nitie de mening van de Europese Gemeenschappen weer. De Europese Commissie is niet verantwoordelijk voor enig gebruik van de informatie in deze publicatie.

    www.sci-network.eu

  • 4

    5

    5

    6

    6

    7

    7

    8

    9

    10

    10

    10

    12

    12

    13

    14

    14

    14

    16

    16

    17

    18

    20

    21

    22

    22

    23

    24

    24

    26

    29

    Inho udsop gave

    Inl e I d In g .................................................................................................................................1.1 Wat is het doel van deze gids? ...............................................................................................

    1.2 Indeling van deze gids ............................................................................................................

    e e n ‘ Int e l l I g e nt e k l a nt ’ z I jn ......................................................................................2.1 Een projectteam samenstellen ..............................................................................................

    2.2 Een businesscase ontwikkelen ..............................................................................................

    2.3 Externe expertise inbrengen .................................................................................................

    2.4 Samenwerking en capaciteitsopbouw ..................................................................................

    2.5 Eindgebruikers en facilitymanagers inschakelen ..................................................................

    2.6 Leren van anderen .................................................................................................................

    d o e l e n e n e I s e n s t e l l e n ................................................................................................3.1 Energieprestatiedoelen stellen .............................................................................................

    3.2 Overige duurzaamheidsfactoren ..........................................................................................

    3.3 Op prestaties gebaseerde specifi caties ontwikkelen ............................................................

    3.4 Building Information Modelling (BIM) .................................................................................

    w e r k e n me t d e m a r k t........................................................................................................4.1 Uw ambitie kenbaar maken aan de markt .............................................................................

    4.2 De markt inschakelen ............................................................................................................

    4.3 Intellectuele-eigendomsrechten beschermen .......................................................................

    d e k e uz e va n u w Inko o p m o d e l ...................................................................................5.1 Standaardinkoopmodellen voor de bouw .............................................................................

    5.2 Design, build en operate ........................................................................................................

    5.3 Energieprestatiecontracten (EPC) ........................................................................................

    5.4 Prijsvragen..............................................................................................................................

    a a nb e s t e d In g , m o nI t o r In g e n l e v e r a n c I e r s m a n ag e me nt ..........................6.1 Innovatie in bouwcontracten stimuleren ...............................................................................

    6.2 Prestatiemonitoring ..............................................................................................................

    6.3 Post-occupancy evaluation ....................................................................................................

    6.4 Relaties met leveranciers managen .......................................................................................

    l e v e n s c yc l u s ko s t e n .........................................................................................................

    b I j l ag e 1 - ov e r I g e Inko o p m o d e l l e n vo o r d e b o u w .......................................

    3

  • 4

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    1 Cijfers afkomstig van: Een Europees initiatief voor leidende markten: actieplan voor duurzame bouw. Commissie van de Europese Gemeenschappen. COM(2007) 860 defi nitief en Resource-effi cient construction - The role of eco-innovation for the construction sector in Europe, Eco-Innovation Thematic report 2011.

    2 Richtlijn 2010/31/EU betreff ende de energieprestatie van gebouwen (herschikking).

    © Vkraskouski, www.dreamstime.com

    InleIdIngHet belang van de bouwsector voor de economie, de samenleving en het milieu in Europa is moeilijk te overschatten. Dat blijkt wel uit de volgende cijfers1:

    • Gebouwen nemen 42% van het fi nale energieverbruik in de EU voor hun rekening, en 35% van de totale uitstoot van broeikasgassen.

    • Ruim 50% van alle grondstoffen uit de aarde wordt omgezet in bouwmaterialen en producten, en bouw- en sloopactiviteiten zijn goed voor ongeveer 33% van de jaarlijks geproduceerde hoeveelheid afval.

    • De sector is goed voor ongeveer 10% van het BBP in de EU en houdt 7% van de Europese beroepsbevolking (alleen al ‘op locatie’) aan het werk.

    Een ander kenmerk van deze sector is dat zij geconfronteerd wordt met substantiële druk en veranderingen. Alle overeenkomsten en strategieën inzake klimaatverandering, on-geacht op welk overheidsniveau, erkennen de noodzaak de energie-effi ciëntie van onze gebouwen drastisch te verbeteren, bij nieuwbouw maar vooral ook bij de renovatie van bestaande gebouwen. Alle lidstaten zijn ingevolge Europese wetgeving verplicht minimale energieprestatienormen te stellen aan alle nieuwbouwwerken en grote renovatiewerken. In 2018 moeten alle overheidsgebouwen ‘bijna-energieneutrale gebouwen’ zijn, conform de Richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking)2.

    Tegelijkertijd zien overheidsinstellingen in de hele EU zich voor grote uitdagingen gesteld door fl inke besnoeiingen op hun begrotingen vanwege de voortdurende fi nanciële crisis en zijn zij minder goed in staat de middelen te vinden voor grote kapitaalinvesteringen, terwijl ook de onderhoudsbudgetten steeds meer onder druk komen te staan.

    De interactie tussen energie-effi ciëntie enerzijds en besnoeiingen op de begrotingen anderzijds, is gecompliceerd. Enerzijds hebben overheden minder geld om te investeren

    in kostbare renovaties of nieuwbouwprojecten (hoewel stimuleringspakketten in veel EU-landen hebben geleid tot uitbreiding of vervroeging van infrastructuurprojecten). Anderzijds kunnen er door te investeren in energie-effi ciëntie vaak aanzienlijke fi nanciële besparingen gerealiseerd worden, die zelfs op de korte termijn economisch duidelijk zinvol zijn. Gezien het belang van de bouwsector in termen van werkgelegenheid en BBP, is het ook voor lokale economieën van belang deze sector gezond te houden.

    Er worden continu nieuwe, innovatieve bouwmaterialen, tech-nologieën en processen ontwikkeld, met het vooruitzicht van aanzienlijke verbeteringen in de energie/milieuprestatie, op een kosteneffectieve wijze. Dergelijke kansen worden echter maar al te vaak gemist, doordat aanbestedingspraktijken in de bouw de gevestigde methodes en technologieën bevorderen en nieuwe ideeën niet belonen.

    o pmer kIng over d e snap sh ot s

    Ter illustratie van de adviezen en aanbevelin-gen in deze gids zijn een aantal korte voor-beelden opgenomen, Snapshots genaamd. Meer gedetailleerde

    informatie over elke snapshot en meer voorbeelden vindt u in de online versie van de gids op www.sci-network.eu. Voor meer informatie over een van de voor-beelden kunt u een berichtje sturen naar procurement@iclei.

    o pmer kIng over d e snap sh ot s

    informatie over elke snapshot en meer

    © kryczka, www.istoc

    kphoto.com

  • 5

    1.1 wat Is he t d oel van de ze gIds?

    Het doel van deze gids is overheidsinstellingen te helpen ‘innovatievriendelijk’ in te kopen in de bouw en hen zo te helpen de mogelijke milieu-, economische en sociale voordelen van innovatieve bouwoplossingen te benutten. De gids laat u zien hoe u uw aanbeste-dingsprocedure op een zodanige wijze kunt opzetten dat innovatie wordt gestimuleerd en biedt daarnaast informatie over verschillende manieren om investeringen te financieren.

    De gids richt zich voornamelijk op de mensen bij Europese overheidsinstellingen die zich bezighouden met inkopen in de bouw. Er is ook een kortere versie van de gids voor besluit-vormers beschikbaar op de website van SCI-Network (www.sci-network.eu).

    1. 2 IndelIng van de ze gIds

    In deze gids hebben wij geprobeerd te onderzoeken hoe tijdens de vele verschillende fases en onderdelen van inkoop in de bouw innovatieve oplossingen het beste gestimuleerd kunnen worden.

    Wij hebben geprobeerd de chronologie van de aanbestedingsprocedure min of meer te volgen. Aanbestedingsprocedures in de bouw kunnen echter uitermate complex zijn en van project tot project substantieel verschillen, dus er is een grote mate van overlap en interactie tussen de verschillende paragrafen.

    I n l e I d I n g

    Inn ovat I ege r I ch t en d u u r z a am Inko p en In d e b o u we e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    Indeling van deze gids:

    een ‘ IntellIgente kl ant ’ zIjn

    doelen en eIsen s tellen

    werken met de mark t

    de keuze van uw Inkoopmodel

    a anbes tedIng, monItorIng en le ver ancIersmanagement

    le vensc ycluskos ten

    © The SCI-Network Consortium

  • 6

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    een ‘ IntellIgente kl ant’ zIjnBij elke inkoop zijn de manier waarop de aanbestedingsprocedure wordt uitgevoerd en de vaardigheden van degenen die deze organiseren in hoge mate bepalend voor de vraag of de beste oplossing wordt verkregen. Dat geldt zeker voor een zo complex terrein als de bouw. Welke soort vaardigheden er nodig zijn, is afhankelijk van de soort en de omvang van het project dat wordt ondernomen. Er zal moeten worden gekeken of er binnen de in-stelling voldoende capaciteit voorhanden is, of dat die van buitenaf kan worden ingebracht.

    Om een ‘intelligente klant’ te zijn, is het ook nodig dat u uw werkelijke behoeften kent. De effectieve inschakeling van eindgebruikers en facilitymanagers is cruciaal voor uw succes.

    Let op: in deze gids gaan we ervan uit dat ontwerpdiensten extern worden inge-kocht. In sommige Europese landen is het gebruikelijk dat ontwerpwerkzaamheden worden verricht door architecten in overheidsdienst. Dat is uiteraard van invloed op de vereiste samenstelling van het projectteam.

    2 .1 een pr ojec t te am samens tellen

    Een van de meest cruciale stappen voor een succesvol bouwproject is het samenstellen van een effectief projectteam met de noodzakelijke vaardigheden. De volgende functiege-bieden kunnen bij de overweging van belang zijn:

    • p r o je c tmanagement – bij bouwprojecten is vaak sprake van grote budget-ten, substantiële aantallen partners en onderaannemers, en complexe opleverings-schema’s. Daardoor zijn kwaliteiten op het vlak van effectief projectmanagement essentieel. Ervaring op het gebied van risicomanagement zou in overweging moe-ten worden genomen voor projecten die zich richten op innovatieve oplossingen.

    • te chnI s che k ennI s – het is essentieel dat de aanbestedende organisatie over de technische kennis beschikt om professionals uit de bouw te begrijpen en met hen te communiceren. Dit is vooral van belang bij het streven naar innovatieve bouw-oplossingen, om de technologische risico’s van de innovatie te helpen inschatten.

    •jurIdIsch advIes – sommige aanbestedingsprocedures en –instrumenten die in deze gids worden genoemd (energiepres-tatiecontract, publiek-private samenwerking, concurrentiege-richte dialoog, levenscycluskosten) zijn bij veel overheidsinstel-lingen wellicht niet bekend en het is van belang dat men over voldoende vaardigheden beschikt om ervoor te zorgen dat deze op een juiste en effectieve wijze worden toegepast.

    •co mme r c IË le e r va r Ing – er zijn commerciële vaardig-heden nodig, met name het inzicht in en communiceren van de baten/risicobalans van het project, om ervoor te zorgen dat de projectdoelstellingen gerealiseerd worden.

    •b e t r o k k e nhe I d van d e ge b r u I k e r – zoals aangege-ven in paragraaf 2.5 zou inschakeling van eindgebruikers en fa-cilitymanagers op geschikte momenten standaard moeten zijn om ervoor te zorgen dat op adequate wijze aan de behoeften van de gebruikers tegemoet wordt gekomen en dat operationele kosten en overige kwesties voldoende aandacht krijgen.

    © mediaphotos, www.istockphoto.com

    het samenstellenvan een te am InfInl and

    Voor de bouw van een campus voor een school en dagop-vangcentrum aan de hand van ambitieuze

    duurzaamheidsnor-men, stelde de gemeente Jyväskylä een team

    samen dat over de benodigde expertise beschikte. Medewer-kers van de gemeente (bouwbeheer, facilitymanagement, onderwijs, dagopvang, ruimtelijke ordening, catering, sport-faciliteiten) werden aangevuld met verschillende externe deskundigen (technisch, bouwkundig en fi nancieel advies en inkoopmanagement).

    het samenstellenvan een te am In

    duurzaamheidsnor-men, stelde de gemeente Jyväskylä een team

    © Linja Arkkitehdit O

    y

  • 7

    2 . 2 een b usIne ssc a se ont wIkkelen

    Een succesvol bouwproject moet gebaseerd zijn op een goed voorbereide businesscase. Bij aanvang van het project moet een stevige businesscase worden opgesteld, die vervolgens regelmatig gecontroleerd wordt op aannames, doelstellingen en geldigheid. In een busi-nesscase moeten duidelijke prioriteiten, doelen en succesindicatoren voor het project (zie hoofdstuk 3) zijn vastgelegd, inclusief het evenwicht tussen prestaties, kosten en tijd. Dit vormt een cruciale basis voor de besluitvorming binnen het project en maakt een effectieve beoordeling van het succes van het project, inclusief de impact van innovatie, mogelijk.

    2 .3 eXterne eXpertIse Inbrengen

    Idealiter zijn alle benodigde vaardigheden beschikbaar binnen de overheidsinstelling zelf. Vaak zal dat echter niet het geval zijn. Zelfs bij grotere instellingen kan het voorkomen dat meer specialistische vaardigheden niet in huis zijn. Veel in-stellingen brengen daarom externe adviseurs en deskundigen in om de vaardigheden en capaciteiten die binnen het projectteam ontbreken, aan te vullen.

    Een instelling kan bijvoorbeeld op zoek gaan naar een technicus met ervaring in duurzame bouw, om deel te nemen aan de acti-viteiten in het kader van marktinschakeling vóór de aanbesteding (zie paragraaf 4.2) of om bij een prijsvraag te helpen de inzendin-gen te beoordelen (zie paragraaf 5.4). Ook zou een adviseur op het vlak van levenscycluskosten kunnen worden aangesteld om dit kostenmodel in de inkoopprocedure te integreren.

    In alle projectfases, van planning en ontwerp tot en met de bouw en zelfs de exploitatie, moeten relevante deskundigen worden ingeschakeld. Voor de complexere voorbeelden kan een onderne-ming die zich bezighoudt met bouwprojectmanagement worden ingeschakeld om toezicht te houden op de hele procedure, van begin tot eind.

    In veel landen of regio’s zijn er wellicht ook overheidsinstanties die directe assistentie kunnen verlenen aan instellingen, bijvoor-beeld op het vlak van energie-effi ciëntie of innovatieve aanbeste-dingspraktijken.

    a anb e velIng 2 . a :

    stel aan het begin een projectteam samen met de management-, technische, juridische en commerciële vaardigheden die het project vereist. Zorg dat eindgebruiker en facilitymanager bij het team betrokken worden.

    a anb e velIng 2 . b :

    stel een stevige businesscase op, met duidelijke doelstellingen, prioriteiten en succesindicatoren voor uw project.

    e e n ‘ I n t e l l I g e n t e k l a n t ’ z I j n

    Inhuren vana ssIs tentIe van d e skund Igen In d e el z a s ,fr ankr Ijk

    De regio Elzas wilde een langetermijn-contract afsluiten voor het beheer van 14 middelbare scholen met het oog op het benutten van mogelijke energiebesparingen. Omdat het bestuur weinig ervaring had met energieprestatiecontrac-ten (EPC) of publiek-private samenwerkingen (PPS), werd besloten externe deskundigen in te huren. De diensten van een technisch, juridisch en fi nancieel deskundige werden in-gekocht om het meest geschikte model te ontwikkelen. Het eindresultaat was een twintig jaar lopende PPS, met een waarde van € 64,6 miljoen. Gedurende de eerste drie con-tractjaren blijven de deskundigen beschikbaar om toezicht te houden op de uitvoering van het contract.

    14 middelbare scholen met het oog op het

    © Cofely/GKG Architecture/Région Alsace

  • 8

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    a anb e velIng 2 .c :

    overweeg externe adviseurs aan te trekken om over de procedure te adviseren of deze te leiden, indien er weinig ervaring in huis is met innovatieve aanbesteding in de bouw.

    a anb e velIng 2 . d :

    onderzoek of landelijke instanties hulp kunnen bieden bij innovatie of aspecten van duurzame inkoop in de bouw.

    2 .4 samenwer kIng en c apacIteIt s-opb o uw

    Externe adviseurs inhuren kan natuurlijk duur zijn. Op de langere termijn kan het vooral voor grotere instellingen kosteneffectief zijn om in ontwikkelingsprogramma’s voor medewerkers trainin-gen in de inkoop van innovatieve oplossingen op te nemen. Voor kleinere instellingen met wisselende behoeften, kan het effectie-ver zijn externe adviseurs in te huren op projectbasis.

    Met name kleinere instellingen kunnen ook kijken of er mogelijk-heden zijn voor inkoopregelingen met anderen, bijvoorbeeld het opstellen van raamovereenkomsten met deskundige adviseurs. Het is ook mogelijk dat grotere instellingen anderen laten ‘mee-liften’ op de contracten die zij gunnen.

    In veel landen en regio’s zijn er ook overheidsinstanties die directe assistentie kunnen verlenen, bijvoorbeeld op het vlak van energie-effi ciënte bouw of de inkoop van innovatieve oplossingen.

    a anb e velIng 2 .e :

    voor grotere instellingen, voer interne capaciteitsopbou-wende programma’s in met betrekking tot de inkoop van innovatieve oplossingen in de bouw.

    a anb e velIng 2 .g:

    onderzoek of er nationale of regionale instanties zijn die zonder of met weinig kosten deskundig advies kunnen verstrekken.

    a anb e velIng 2 .f:

    overweeg samenwerkingsverbanden op te zetten met an-dere overheidsinstellingen in de regio.

    © The SCI-Network C

    onsortium

    regI onale s teun In he t vk en o os tenr Ijk

    • Re:Fit in Londen levert regionaal directe hulp aan overheidsinstellingen om hun gebouwen

    onder handen te nemen met het oog op energie-effi ciëntie. Zij kunnen hulp bieden bij het beoordelen van de uitgangssituatie en mogelijke energiebesparingen, het opstellen van aanbestedingsdocumenten, het verkrijgen van fi nanciering en het toezicht houden op projecten.

    • Duurzaam:bouwen in de gemeente is een adviespakket voor overheidsinstellingen van de milieuassociatie in het Oostenrijkse Vorarlberg. Zij bieden hulp bij het voorlopig ontwerp, de planning en de aanbestedingsfase, de bouw en het toezicht op de uitvoering.

    assIstentIe bIj fInsea anbe s tedIng ep c

    Na verschillende op-roepen en ingetrok-ken uitnodigingen tot inschrijving in EPC- (energieprestatiecon-tract)aanbestedingen de afgelopen jaren in

    Finland, raadplegen gemeentes nu vaak deskundigen op het gebied van de aanbesteding van

    complexere diensten, die tevens helpen intern capaciteiten op te bouwen. Het contracteren van externe expertise op het vlak van energie-effi ciëntie en aanbesteding om de aanbestedings-procedure voor te bereiden, blijkt een goede manier te zijn om een transparante en niet-discriminerende aanbesteding door de overheid voor grote EPC-projecten te garanderen.

    © The SCI-Network C

    onsortium

    assIstentIe bIj fInsea anbe s tedIng ep c

    Na verschillende op-roepen en ingetrok-

    Finland, raadplegen gemeentes nu

    © The SCI-Network C

    onsortium

    © The SCI-Network Consortium

    regI onale s teun

    onder handen te nemen met het oog op

    © The SCI-Network Consortium

    © The SCI-Network C

    onsortium

  • 9

    a anb e velIng 2 .h:

    breng relevante gebruikersgroepen in kaart en bedenk hoe die bij het hele bouwproces betrokken kunnen worden.

    a anb e velIng 2 . I :

    vraag de architect/projectmanager een plan op te zetten voor het inschakelen van gebruikers, of overweeg een er-varen facilitator in te huren om het communicatieproces te leiden.

    2.5 eIndgebruIkers en facIlItymanagers Inschakelen

    Gewoonlijk zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor het managen van een bouwproject, niet degenen die het gebouw uiteindelijk beheren of gebruiken. Deze scheiding is vaak een van de grootste obstakels voor het realiseren van optimale bouwoplossingen.

    Elk bouwproject moet in eerste instantie gebaseerd worden op een grondige evaluatie van behoeften, en dat kan alleen effectief gebeuren in nauwe samenwerking met eindgebrui-kers en beheerders. Ook zijn de gebruikers het beste in staat de praktische aspecten te beoordelen van de verschillende opties die tijdens het ontwerpproces worden voorgesteld, vooral wanneer er een gedragsverandering van de gebruikers wordt verlangd.

    Een belangrijke eerste stap is de verschillende groepen in kaart brengen die het gebouw gaan gebruiken of verantwoordelijk zullen zijn voor het beheer ervan. Voor een school zijn dat bijvoorbeeld in elk geval de directeur, de conciërge, de leraren, de leerlingen, de ouders, het keuken- en schoonmaakpersoneel, en de organisatie die budgettair verant-woordelijk is voor de exploitatie van de school. Sommige projecten kunnen vanwege hun aard ook van invloed zijn op andere mensen in de lokale gemeenschap.

    Als u eindgebruikers en facilitymanagers bij het project betrekt, kan dat uitdagingen met zich meebrengen voor de aanbesteding, zoals het scheppen van onrealistische verwach-tingen of communicatieproblemen tussen technische bouwprofessionals en gebruikers-groepen. Sommige overheidsinstellingen nemen deskundigen in de arm, speciaal om dit proces in goede banen te leiden. Afhankelijk van het gekozen contractuele/inkoopmodel, kan ook van de architect/projectmanager verlangd worden dat zij een plan opzetten voor betrokkenheid van de gebruiker tijdens het proces. Ook bestaan er bepaalde instrumenten, zoals Soft Landings3, die ertoe kunnen bijdragen dit proces te verbeteren.4

    Een andere belangrijke consequentie van bovengenoemde schei-ding tussen projectmanagers en facilitymanagers/gebruikers ligt op budgettair vlak: doordat de verantwoordelijkheid voor de bouw- en exploitatiebudgetten gewoonlijk gescheiden is, is er vaak weinig motivatie om bij investeringsbeslissingen rekening te houden met de exploitatiekosten. Dit wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 7.

    3 www.bsria.co.uk/services/design/soft-landings 4 Zie voor meer informatie het rapport van SCI-Network User Involvement in Sustainable Renovation op www.sci-network.eu.

    e e n ‘ I n t e l l I g e n t e k l a n t ’ z I j n

    her ont wIkke-lIng kus t verd e-d IgIng enb o ule vardcle vele y, vk

    Dit in 2008 geopende project heeft meerdere awards gewonnen. Het is een unieke combina-tie van kustverdediging, ter bescherming van zo’n 7.700 woningen, en een CO2-arme boulevard voor de plaat-selijke bevolking en bezoekers. Voor de bouw van het 1,3 km lange project langs de kust werd intensief overleg gevoerd met inwoners en bezoekers, om vast te stellen welke voor-zieningen zij er graag zouden zien. Dit resulteerde in facili-teiten die een voorbeeld zijn van regeneratie en duurzame ontwikkeling, met onder meer 5 spiraalvormige windmolens die elk jaar 50 MW energie leveren voor een restaurant en de LED-verlichting langs de boulevard. In het streven naar duurzaamheid, innovatie en samenwerking werd dit project sneller opgeleverd dan verwacht en ook nog eens minder kostbaar dan begroot.

    Het is een unieke combina-

    © David Dixon

  • 1 0

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    2 .6 leren van anderen

    Leren van andere, vergelijkbare projecten en nauw samenwerken met andere aanbeste-dende diensten is een belangrijk onderdeel van het ‘intelligente klant’ zijn. De meeste organisaties zijn niet erg actief in het delen van goede of beste praktijken, ook niet wat innovatie betreft. Het ontwikkelen en gebruiken van bestaande netwerken, zowel binnen als buiten een instelling, kan ertoe bijdragen innovatieve oplossingen in kaart te brengen en fouten die anderen gemaakt hebben, te voorkomen.

    a anb e velIng 2 . j :

    leer van de ervaringen en beste praktijken van anderen met vergelijkbare pro-jecten. Breng relevante netwerken en communicatiekanalen in kaart.

    3 d oelen en eIsen s tellenOngeacht het soort bouwproject dat wordt ondernomen, het eindresultaat zal in grote mate afhangen van de doelen en eisen die de aanbestedende dienst stelt, en hoe effectief deze worden gedefinieerd en gecommuniceerd naar degenen die het werk uitvoeren.

    Het is van belang niet alleen te bedenken welk doel of welke norm moet worden nagestreefd, maar ook hoe dat op effectieve wijze in de inkoopprocedure geïntegreerd kan worden.

    3.1 energIepres tatIedoelen s tellen

    In de meeste EU-landen bestaan regelingen voor de beoordeling van energieprestaties en de certificering van gebouwen. Deze voorzien in een methode voor het berekenen van de energieprestaties (in verschillende landen wordt met verschillende modellen gewerkt) en in minimumnormen die moeten worden nageleefd. Sommige regelingen kunnen ook werken met een indeling in prestatieniveaus, bijv. goud, zilver en brons. De ingestelde minimumnormen kunnen echter aanzienlijk verschillen qua ambitie. De PassiefHuis-norm vormt een uitermate ambitieus energieprestatieniveau, dat door veel overheidsinstellingen voor hun bouwprojecten wordt nagestreefd.

    Als het gaat om de levensduurkosten van een gebouw, is het bijna altijd zinvol te streven naar een zo ambitieus mogelijk energieprestatieniveau. Kijken we naar de kosten van een gebouw gedurende de gehele levenscyclus, dus van de bouw tot en met de uiteindelijke sloop, dan zijn de aanvankelijke investeringskosten gewoonlijk substantieel lager dan de exploitatie- en onderhoudskosten. Als vuistregel wordt vaak een verhouding van 1:5 genoemd. Het hanteren van strenge energieprestatienormen levert daarom gewoonlijk aanzienlijke financiële voordelen op (zie hoofdstuk 7).

    Wanneer het aanvankelijke budget voor de bouw beperkt is, kan het echter raadzaam zijn een niet te strenge minimumnorm te hanteren en een hoger streefdoel aan te geven waartoe architecten en bouwmaatschappijen kunnen worden uitgedaagd, hetzij door stimulansen op te nemen in hun contract, hetzij door een prijsvraag te houden voor de gunning van het contract (zie paragraaf 5.4). Door tijdens de planningsfase een dialoog aan te gaan met architecten en aannemers (zie hoofdstuk 4) kan een overheidsinstelling inventariseren wat de markt zou moeten kunnen realiseren en met welke gevolgen voor de kosten op de korte en lange termijn.

    5 In veel EU-landen bestaan PassiefHuis-organisaties. In de volgende lijst vindt u een organisatie in uw land: www.passivehouse-international.org/index.php?page_id=77

    © wbritten, www.istockphoto.com

  • 11

    pa ssIefhuIs-sch o ol Ind uIt sl and

    Met de noodzakelijke sluiting van verschil-lende scholen in Oberspreewald-Lau-sitz werd de kans benut om conform de PassiefHuis-norm één enkele school te bouwen voor de verschillende instituten, in de vorm van een publiek-private samenwerking (PPS). Samen met het Pas-sivhaus Institut in Darmstadt werden er criteria ontwikkeld, waaronder een maximale warmtevraag van 15 kWh/m2 per jaar. De bouwwerkzaamheden werden in een tijdsbestek van 14 maanden voltooid.

    De beslissingen met de meeste impact op de energieprestatie worden vroegtijdig geno-men (tijdens de plannings- en ontwerpfases van het project). Ongeacht de gekozen aan-bestedingsprocedure en het gehanteerde contractuele model is het daarom van belang dat doelen (zowel minimumeisen als streefdoelen) ook vroegtijdig worden vastgesteld. Door deze doelen gedurende het gehele project en in alle aanbestedingsdocumenten duidelijk te communiceren, kan men er zeker van zijn dat alle betrokkenen hetzelfde inzicht hante-ren. Voor renovatieprojecten moet er ook een nauwkeurig uitgangscijfer van de energie-prestaties worden vastgesteld.

    Voor zover mogelijk moeten de energieprestaties worden beoordeeld op het niveau van het totale gebouw, en niet per afzonderlijk onderdeel. Hoewel specifi eke componenten of systemen als afzonderlijke eenheid effi ciënt kunnen werken, moet worden bekeken hoe zij in het functioneren en de prestaties van het totale gebouw passen.

    d o e l e n e n e I s e n s t e l l e n

    a anb e velIng 3 . a :

    noem een ambitieuze, in getallen uitgedrukte minimumeis voor energiepresta-ties voor het bouwproject, op basis van landelijke evaluatie- en certifi catierege-lingen. Streef voor nieuwbouw indien mogelijk naar de PassiefHuis-norm.

    a anb e velIng 3 .c :

    zorg dat eisen en doelen in de planningsfase van het pro-ject worden vastgesteld en gedurende het gehele project duidelijk gecommuniceerd worden.

    a anb e velIng 3 . b :

    overweeg als alternatief een gematigde minimumnorm in te stellen met daarnaast een zo ambitieus mogelijk streefdoel, om de markt uit te dagen hieraan te voldoen. Dit kan het beste model zijn als er een vast investerings-budget voor het project is.

    a anb e velIng 3 . d :

    zorg altijd dat de energieprestaties worden beoordeeld op het niveau van het totale gebouw, en niet per afzonderlijk onderdeel/materiaal.

    d uId elI jke d u ur z a amheIdsd oelen vo or ‘ the hIve’, vk

    Voor de bouw van de nieuwe bibliotheek en historisch centrum (‘The Hive’) in het Engelse Worcestershire, stelden het graafschapsbestuur, de gemeenteraad en de universiteit hoge duurzaamheidsdoelen vast, die al bij aanvang van het project duidelijk werden omschreven. Deze doelen werden opgenomen in een uitgebreide, 160 pagina’s tellende gedetailleerde ontwerpverklaring die werd uitgereikt aan potentiële bieders. Er werd een ambitieus CO2-doel gesteld van 15,8 kg CO2 /m

    2, als Key Performance Indicator voor het contract. Dit resulteerde in een oplossing waarbij ’s zomers rivierwater wordt gebruikt om het gebouw te koelen en in de winter warmte uit de rivier wordt gehaald ter versterking van de vloerverwarming. Deze gezamenlijk ontwikkelde maatregel vormt een belangrijke bijdrage aan de uitzonderlijk lage CO2-uitstoot van het gebouw.

    de PassiefHuis-norm één enkele school te

    © The SCI-Network Consortium

    © The SCI-Network Consortium

  • 12

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    3 . 2 over Ige d u ur z a amheIdsfac toren

    Terwijl sommige van de bovengenoemde regelingen zich uitsluitend op energieprestaties richten, houden andere6 rekening met een breed scala aan duurzaamheidsindicatoren, zoals onder meer het gebruik van duurzame bouwmaterialen, de kwaliteit van de binnen-

    lucht, afvalproductie, en lawaai en waterverbruik tijdens de bouw. De indicatoren en normen die aan deze regelingen ten grondslag liggen, kunnen ook nuttig zijn bij het vaststellen van minimumei-sen of streefdoelen voor het bouwproject.

    Ook zijn er criteria voor groene aanbesteding (GPP), zoals de cri-teria voor bouwprojecten die zijn ontwikkeld door de Europese Commissie7. Daarnaast bestaan er regelingen inzake eco-label-ling, zoals het EU Ecolabel en natureplus8, en milieuverklaringen voor afzonderlijke bouwmaterialen. Bij het vaststellen van rele-vante duurzaamheidscriteria is het echter van belang ervoor te zogen dat de focus vooral op het gebouw gericht blijft en niet op afzonderlijke onderdelen.

    Hoe ruim de verzameling duurzaamheidscriteria is die u in uw bouwproject besluit toe te passen, kan deels afhankelijk zijn van de in het inkoopteam beschikbare ervaring en capaciteiten. Hoe ruimer de verzameling indicatoren waar u zich op richt, hoe duur-zamer het resultaat, maar ook hoe moeilijker het voor het inkoop-team te managen is.

    3.3 o p p r e s tat I e s g e b a s e e r d e s p e -c I fI c at I e s o nt w I k k e l e n

    Om innovatieve oplossingen te stimuleren, is het van belang in uw aanvragen niet te veel voor te schrijven. Eisen moeten worden geformuleerd in termen van prestaties (bijv. continue binnentem-peratuur van 20-22°C, totale uitstoot van 15,8 kg CO2/m2 als in de snapshot hierboven) en niet als technische voorschriften (bijv. een op olie gebaseerd verwarmingssysteem met X verwarmings-punten per m2, driedubbele beglazing). Zo hebben architecten en aannemers meer ruimte om innovatieve manieren te bedenken om de beoogde prestaties te leveren.

    6 Zoals BREEAM (www.breeam.org), DGNB (www.dgnb.de), klima:aktiv (www.klimaaktiv.at) en PromisE (www.promise-luokitus.fi )7 www.ec.europa.eu/environment/gpp/eu_gpp_criteria_en.htm8 www.natureplus.org

    a anb e velIng 3 .e :

    richt u in eerste instantie op een paar belangrijke duur-zaamheidsindicatoren en –doelen. Naarmate de ervaring in het team met duurzame aanbesteding in de bouw toe-neemt, kunnen bij toekomstige aanbestedingen extra in-dicatoren worden toegevoegd.

    a anb e velIng 3 .f:

    formuleer de eisen in termen van gewenste prestaties en niet als specifi eke technologie of technische oplossing.

    har old hIll , d u ur z ame , ener-gIe- effI cIËnt b r andweer k a-zerne , vk

    Bij de renovatie van de brandweerkzarne van Harold Hill in het VK

    streefde men naar het oordeel ‘excellent’ van BREEAM, gebaseerd op de instruc-

    tie voor het kazerneontwerp van de Londense brandweer, waarin het kader wordt geschetst voor een nieuw te bouwen kazerne of een grote renovatie van de bestaande kazerne. Uiteindelijk werd 80% van de oorspronkelijke constructie gebruikt, met 42% minder energieverbruik dan de ge-middelde brandweerkazerne in Londen. Er is onder meer gebruik gemaakt van zonnepanelen voor de opwekking van elektriciteit, zonneverwarming, warmtekrachtkoppeling, recycling van grijs water, en bewegings- en daglichtsensoren om het energieverbruik te helpen verminderen.

    hIs tor Ische re-novatIe In we-nen, o os tenr Ijk

    Aan de renovatie van kantoren van de Oostenrijkse vakbond (ÖGB) waren strenge duurzaamheidseisen

    gesteld, op basis van de eisen die waren ontwikkeld door het Green-

    Building Program en het klima:aktiv initiatief. Er werd on-der meer een vermindering van de warmtevraag geëist die 50% hoger lag dan de eis van de bouwvoorschriften. Verder werden er eisen opgenomen in verband met de gebruikte bouwmaterialen en de kwaliteit van de binnenlucht. De his-torische gevel van dit kantoorgebouw moest intact blijven, wat een extra uitdaging betekende. De warmtevraag werd uiteindelijk verminderd van 102 tot 50 kWh per m2 per jaar.

    har old hIll , d u ur z ame , ener-gIe- effI cIËnt b r andweer k a-

    streefde men naar het oordeel ‘excellent’ van BREEAM, gebaseerd op de instruc-

    © The SCI-Network C

    onsortium

    hIs tor Ische re-novatIe In we-nen, o os tenr Ijk

    Aan de renovatie van kantoren van de

    gesteld, op basis van de eisen die waren ontwikkeld door het Green-

    © The SCI-Network C

    onsortium

  • 13

    9 Defi nitie van het Construction Project Information Committee uit het Verenigd

    3.4 buIldIng InformatIonmodellIng (bIm)

    Building Information Modelling (BIM) is een concept dat in heel Europa steeds meer aandacht krijgt. BIM is ‘een digitale weer-gave van fysieke en functionele eigenschappen van een faciliteit die een bron van gedeelde kennis vormt voor informatie over die faciliteit en zo een betrouwbare basis vormt voor beslissingen ge-durende de gehele levenscyclus, van het eerste concept tot en met de sloop.9

    Met BIM is het mogelijk dit digitale model van de constructie door te geven van het ontwerpteam aan de penvoerder en on-deraannemers, en vervolgens aan de eigenaar/exploitant. In elke fase wordt door de verantwoordelijke professional verdere infor-matie toegevoegd aan het gedeelde model.

    Deze benadering helpt informatieverliezen te beperken, die zich voordoen als een nieuw team de ‘eigendom’ van het project over-neemt (zie hoofdstuk 5) en kan bijdragen tot substantiële bespa-ringen op ontwerp- en bouwkosten, en optimale prestaties.

    a anb e velIng 3 .g:

    overweeg om gedurende het hele bouwproject om Buil-ding Information Modelling (BIM) te vragen, om de infor-matiestromen tussen de projectactoren te optimaliseren.

    InnovatIe ve s toepr and enIn wakefIeld, vk

    Om innovatieve, nieuwe technische oplossingen te stimuleren, had de gemeenteraad van Wakefi eld in zijn uitnodiging om in te schrijven op een aanbesteding van stoepranden een prestatiespecifi catie opgenomen. Er werd geen precieze specifi catie van de tra-ditionele, voorgegoten, betonnen stoeprand gegeven, maar een op prestaties gebaseerde specifi catie, die een off erte mogelijk maakte voor een lichtgewicht stoeprand, gemaakt van volledig gerecycleerde materialen.

    De lichtgewicht constructie betekende een verbetering op het vlak van gezondheid en veiligheid in verband met tillen en vibraties bij het snijden en vormen. Bovendien waren er geen hefwerktuigen voor nodig en bleek het product duurzamer te zijn. Qua milieu betekende het gebruik van Durakerb een vermindering van de CO2-uitstoot met 73% dankzij de lagere transporteisen, en ook een lagere inge-bedde CO2-uitstoot.

    d o e l e n e n e I s e n s t e l l e n

    © The SCI-Network Consortium

    uitnodiging om in te schrijven op een

    © The SCI-Network Consortium

  • 14

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    werken me t de mark tUiteindelijk hangt het succes van uw project af van het vermogen en de inspanningen van de door u ingehuurde bouwprofessionals om de beste oplossingen te ontwikkelen en implementeren. Het kan belangrijke voordelen opleveren manieren te vinden om de markt effectief te informeren over uw bedoelingen en vóór de formele aanbestedingsprocedure contact te leggen met belangstellende ondernemingen.

    4 .1 uw amb ItIe kenba ar maken a an de mar k t

    Indien een overheidsinstelling wil dat de markt met innovatieve en duurzame oplossingen komt, moet die ambitie duidelijk aan de markt gecommuniceerd worden. De overheid wordt door private aannemers vaak gezien als conservatief en risicomijdend in haar in-koopactiviteiten. Het is van belang ervoor te zorgen dat u in de aanbestedingsdocumenten duidelijk aangeeft dat u een duurzaam resultaat wenst en openstaat voor innovatieve tech-nologieën en technieken. Het kan ook een positieve impact hebben als u specifi eke inno-vatieve technologieën die u kent (of tijdens marktinschakelingsactiviteiten hebt ontdekt) als voorbeeld in de aanbestedingsdocumentatie opneemt. Ook is het raadzaam prestatie-/

    outputgebaseerde specifi caties te gebruiken.

    Daarnaast is het van belang de markt voldoende tijd te bieden om zich op uw aanbesteding voor te bereiden. Het kost tijd om passende oplossingen te ontwikkelen en de partners te zoeken die nodig zijn om die te leveren. Als u de markt ruim van tevoren over uw bedoelingen informeert, hebt u meer kans op goed voor-bereide offertes als u eenmaal gaat aanbesteden. Er kan gedacht worden aan instrumenten als inkoopprospectussen of vooraan-kondigingen (Prior Information Notices - PIN’s), waarin toekom-stige aanbestedingen formeel worden aangekondigd.

    4 . 2 d e mar k t Inschakelen

    Veel overheidsinstellingen gaan tegenwoordig intensievere dialogen aan met mogelijke leveranciers voordat ze ontwerp- of bouwwerkzaamheden gaan aanbesteden. Deze vroege marktinschakeling kan een waardevolle methode zijn om informatie in te winnen over in-novaties, nieuwe processen, de haalbaarheid van een project en de capaciteit/bekwaam-heid van de markt, waarmee vervolgens rekening kan worden gehouden bij de beoordeling van opties, de specifi catie en de inkoop van een bouwproject.

    a anb e velIng 4 . a :

    informeer de markt ruim vóór het aanbesteden over uw voornemen om duurzaamheid en innovatie te belonen.

    a anb e velIng 4 . b :

    geef bij het aanbesteden duidelijk aan dat u een duur-zaam resultaat wenst en openstaat voor innovatieve op-lossingen.

    © skynesher, www.istockphoto.com

    Inko o ppr ospec-tus In wake-fIeld, vk

    In mei 2010 begon de gemeenteraad van Wakefi eld (VK) met de ontwikkeling van een strategie om een

    uitermate energie-effi ciënt verlichtingssysteem in te kopen

    voor een nieuw zwembad en vrijetijdscomplex. De raad was zich ervan bewust dat er signifi cante innovaties bestonden op het gebied van verlichting, en stelde de markt daarom een inkoopprospectus ter beschikking met details over het voorgenomen project en het verzoek aan alle lagen van de leveringsketen om met innovatieve voorstellen te komen. De meest veelbelovende reacties op de prospectus werden gevolgd door workshops. Verder werd een adreslijst van bedrijven die gereageerd hadden online gezet om part-nerschappen tussen leveranciers ter voorbereiding op de uitnodiging tot inschrijving aan te moedigen.

    Inko o ppr ospec-tus In wake-

    effi ciënt verlichtingssysteem in te kopen

    © Moulin, www.fl ickr

    .com

  • 15

    w e r k e n m e t d e m a r k t

    a anb e velIng 4 .c :

    verricht activiteiten op het vlak van vroege marktinscha-keling voor alle bouwgerelateerde aanbestedingen boven een bepaalde minimumdrempel om potentiële nieuwe technische oplossingen, haalbare doelen en geschikte be-oordelingsregelingen in kaart te brengen.

    a anb e velIng 4 . d :

    stimuleer partnerschappen tussen leveranciers door het organiseren van industriedagen en het online publiceren van adreslijsten van bedrijven die gereageerd hebben op vooraankondigingen en prospectussen.

    De inschakeling van de markt kan betrekking hebben op een breed scala aan onderwer-pen, zoals:

    • h a a l b a a r he I d : of wat men beoogt haalbaar is, of al eerder is gedaan;

    • b e k wa amhe I d : het vermogen van de markt om te realiseren wat verlangd wordt;

    • r I jp he I d : of er een markt is voor het gevraagde en of er genoeg leveranciers zijn voor een concurrerende aanbesteding;

    • c a pac I te I t: of de markt het gevraagde snel genoeg of op een voldoende grote schaal kan realiseren.

    Er bestaan verschillende methodes van vroege marktinschakeling, variërend van een marktonderzoek tot evenementen om de inkoper te ontmoeten, of industriedagen, waarbij belangstellende leveranciers gedetailleerd worden geïnformeerd over de plannen van de overheidsinstelling, vragen kunnen stellen en oplossingen kunnen aandragen.

    In veel gevallen zijn de meest innovatieve reacties op aanbestedingen, en de reacties die de meeste waarde vertegenwoordigen, afkomstig van partnerschappen van leveranciers met verschillende specialismen en ervaring. Door het houden van industriedagen en het publiceren van adreslijsten van bedrijven die op vooraankondigingen reageren en inkoop-prospectussen, kunnen bedrijven gemakkelijker potentiële partners vinden en partner-schappen vormen. Ook helpt dit innovatieve MKB’s bij het vinden van een manier om een partnerschap aan te gaan met een grotere aannemer, om hun idee op de markt te brengen door mee te doen aan de uitvoering van een contract.

    Bij elke activiteit op het vlak van vroege marktinschakeling moet terdege rekening worden gehouden met de principes van trans-parantie, gelijke behandeling en wederzijdse erkenning, in het verlengde van de Europese aanbestedingswetgeving. Markt-inschakeling mag niet leiden tot voordelen of nadelen voor be-paalde leveranciers of groepen leveranciers en het is van belang dat de leveranciers begrijpen dat de concurrerende fase van de aanbesteding afzonderlijk zal plaatsvinden en dat zij allemaal ge-lijk behandeld zullen worden. Dit kan worden aangegeven in een uitnodiging voor open besprekingen.10

    10 Zie voor meer informatie het SCI-Network-rapport Procuring Innovation in construction (bevat een hoofdstuk Early Market Engagement) op www.sci-network.eu, en de SMART SPP-publicatie: ”Driving energy effi cient innovation through procurement – A practical guide for public authorities”, beschikbaar op www.smart-spp.eu.

    s tre ven na ar scholen zon-der fossIele br ands toffen In oslo, noor-wegen

    De gemeenteraad van Oslo besloot in januari 2008 dat er eind 2011 geen fossiele brandstoff en meer mogen worden gebruikt in de scholen in Oslo en begon naar in-novatieve alternatieven te zoeken. Het was een uitdaging te beoordelen wat de markt aan innovatieve oplossingen kon aandragen, vooral voor verwarmingssystemen, omdat de ervaringen met bestaande producten en oplossingen slecht waren. Nadat intern enkele eerste suggesties in kaart waren gebracht, werden ondernemingen uitgenodigd voor een conferentie om mogelijke oplossingen in detail te bekijken. De informatie die bij deze bijeenkomst naar boven kwam, werd vervolgens toegepast bij het opstellen van de aanbestedingsdocumentatie. De aanbesteding begon ook met een workshop voor leveranciers, waarbij de aanbeste-dingsdocumenten gepresenteerd werden en de verschillende leveranciers gezamenlijke oplossingen konden bespreken. De stad was heel tevreden met het resultaat: er werden vele oplossingen aangedragen die voorheen niet op de markt beschikbaar waren geweest.

    © The SCI-Network Consortium

  • 16

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    4 .3 Intellec tuele- eIgend omsrech -ten b e schermen

    De in aanbevelingen 4.c en 4.d beschreven activiteiten op het vlak van vroege marktinschakeling kunnen ertoe leiden dat een leverancier of groep leveranciers vóór het formele aanbestedings-proces details van een nieuwe, innovatieve oplossing of technolo-gie aan een overheidsinstelling verstrekt. Daardoor hebben deze leveranciers een voordeel, omdat zij zo hun concurrentievoordeel kunnen aantonen en er zeker van zijn dat wat zij te bieden heb-ben, wordt meegenomen in de aanbestedingsprocedure of opge-nomen in de projectspecifi catie. Het brengt echter ook aanzien-lijke risico’s voor de leverancier met zich mee in termen van het mogelijke verlies van hun intellectuele-eigendomsrechten (IER) met betrekking tot hun innovatieve oplossing en de bijbehorende ontwikkelingskosten. Dit risico kan ertoe leiden dat leveranciers innovatieve oplossingen tijdens vroege marktinschakelingsac-tiviteiten achterhouden, tenzij zij weten dat hun IER voldoende beschermd zijn.

    a anb e velIng 4 .e :

    geef bij formele processen op het vlak van vroege mart-kinschakeling, zoals het uitgeven van inkoopprospectus-sen of vooraankondigingen, juridische verzekeringen dat de IER van leveranciers beschermd worden, of dat zij ge-compenseerd zullen worden als hun IER worden gebruikt in combinatie met die van een andere leverancier.

    de keuze van uw Inko opmodelAanbesteding in de bouw kan een uitermate complexe procedure zijn en inkopers voor substantiële uitdagingen stellen, niet in het minst vanwege de omvang van de aan te besteden werken en de verscheidenheid aan professionele diensten die gewoonlijk voor de oplevering van het project nodig zijn.

    Overheidsinstellingen maken gebruik van een groot aantal verschillende inkoopmodellen voor bouwwerken en ook zijn er tussen landen aanzienlijke verschillen in de dagelijkse praktijk. Van bijzonder belang daarbij zijn het niveau van scheiding/integratie van ontwerp- en bouwwerkzaamheden, de manier waarop deze diensten worden ingekocht en wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de uitvoering van het contract.

    Een van de grootste uitdagingen bij duurzame bouw is ervoor zorgen dat het eindresultaat voldoet aan de in het eerste ontwerp vastgelegde normen. Verdeelde verantwoordelijkheden en een gebrek aan samenwerking tussen ontwerp- en bouwteams kunnen het risico vergroten dat de doelstellingen niet gehaald worden.

    Een effectieve integratie tussen deze teams zal bijdragen aan de kwaliteit en praktische uitvoerbaarheid van het ontwerp. Bovendien kan integratie ervoor zorgen dat problemen in verband met de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de leveringsketen effectief in kaart kunnen worden gebracht en dat risico’s in het algemeen in kaart gebracht en beheerst

    © doram, www.istockphoto.com

    meer gerec y-cleerd e mater I -alen In b o u w-pr ojec ten

    De gemeenteraad van Bristol stelde het duidelijke doel zo veel mogelijk

    gerecycleerde mate-rialen te gebruiken voor de bouw van vier

    nieuwe scholen met een waarde van zo’n € 140 miljoen. Uit marktonderzoek naar lokale leveranciers en materialen in combinatie met een gedetailleerde analyse van het school-ontwerp bleek dat ruim 15% gerecycleerd materiaal gehaald kon worden, zonder extra kosten.

    Dat gaf de gemeenteraad het vertrouwen dat zij een mini-mumeis voor gerecycleerd materiaal in hun aanbesteding konden opnemen. De gemeenteraad van Bristol berekende dat dit, in combinatie met andere initiatieven op het vlak van afvalvermindering, resulteerde in een totale kostenbe-sparing van naar schatting ruim € 800.000, door de ver-minderde kosten als gevolg van minder afval, het vermijden van vuilstortbelasting en minder materiaalverspilling.

    meer gerec y-cleerd e mater I -

    rialen te gebruiken voor de bouw van vier

    © The SCI-Network C

    onsortium

  • 17

    d e k e u z e va n u w I n k o o p m o d e l

    worden. Toepassing van een inkoopmodel waarbij ontwerp- en bouwwerkzaamheden optimaal geïntegreerd worden, is daarom een belangrijke, succesbepalende factor. Veel overheidsinstellingen streven er ook naar de bouwwerkzaamheden te combineren met exploitatie- en onderhoudsdiensten na afronding van de bouw. Dergelijke benaderingen bieden nog grotere stimulansen voor de gecontracteerde onderneming om de bouwwerkzaamheden te optimaliseren, doordat zij daar direct de vruchten van kunnen plukken in de vorm van een grotere operationele effi ciency.

    Er bestaat echter geen ‘one size fi ts all’-model dat we kunnen aanbevelen, omdat de vraag welk model geschikt is in grote mate afhankelijk is van de aard van het project zelf, het niveau van de expertise in huis en de prioriteiten van de aanbestedende dienst. Daarnaast leven er binnen de bouwgemeenschap verschillende meningen over de relatieve sterke en zwakke punten van de verschillende modellen.

    5.1 5.1 standaardInkoopmodellen voor de bouw

    In de EU vinden we twee standaardbenaderingen van aanbesteding in de bouw:

    a ) sche Id Ing van d e sIgn en b uIld

    Dit blijft de meest gebruikte benadering binnen de overheid. Hierbij wordt eerst een ont-werp gemaakt en vervolgens wordt via een concurrerende aanbestedingsprocedure een bouwbedrijf (penvoerder) gecontracteerd om de bouw uit te voeren aan de hand van dit ontwerp. Dit bedrijf is meestal ook verantwoordelijk voor het inhuren van onderaanne-mers en de inkoop van materialen.

    Het ontwerpwerk zelf kan in huis worden verricht (door architec-ten in overheidsdienst) of ook via een aanbestedingsprocedure worden ingekocht (bijv. via een prijsvraag, zie paragraaf 5.4). Het ontwerpteam kan ook worden gevraagd de aanbestedingsdocu-menten voor de inkoop van de bouwwerkzaamheden op te stellen.

    Deze benadering heeft het voordeel dat de overheidsinstelling de controle over de procedure stevig in handen houdt. De interactie tussen ontwerp- en bouwteams is waarschijnlijk echter minimaal. b) gecomb Ineerd e d e sIgn en b uIld

    Veel instellingen kopen de diensten in bij één aannemer, die ver-antwoordelijk is voor zowel het ontwerp als de bouw. Gewoonlijk wordt door de aanbestedende dienst een eerste ontwerpbriefi ng opgesteld en wordt met de gekozen aannemer een vaste prijs voor afronding overeengekomen.

    Dit model maakt substantiële interactie tussen de ontwerp- en bouwteams mogelijk, maar de overheidsinstelling heeft minder rechtstreekse controle over de procedure en voor een gedegen monitoring kan meer interne expertise nodig zijn.

    De gecombineerde design en build wordt vaak toegepast in PPS-regelingen of concessieovereenkomsten. In Europa bestaat nog een heel scala andere modellen en variaties op bovenstaande modellen, vaak met het doel de mate van integratie tussen design en build te verbeteren en het risico voor de overheid te beperken. Een niet-uitputtende lijst is opgenomen in Bijlage 1.

    Inter ac tIef mo d el – th or he yerdahlcollege In l arvIk , no or-wegen

    De bouw van een van de grootste nieuwe scholen in Noorwegen moest dienen als Lighthouse-project in het maatschappelijk en onderwijsveld, door het gebruik van innovatieve bouwkun-dige oplossingen. Het bestuur van de provincie Vestfold paste het Noorse interactieve model voor aanbestedingen in de bouw toe, waarbij de aannemer rechtstreeks samen met het ontwerpteam aan de planning van het gebouw werkt. De aannemer werd gekozen op basis van zijn voorstel en gesprekken met het projectteam. Ook werden zowel facilitymanagers als eindgebruikers betrokken bij zowel de ontwerp- als de bouwfase, met een fulltime vertegenwoor-diger in het projectteam. De belangrijkste prestatie van het project was een verminderding van de ruimte met 35%, in vergelijking met vergelijkbare schoolprojecten in die tijd, en een energievraag van 110 kWh/m2 per jaar.

    nieuwe scholen in Noorwegen moest

    © The SCI-Network Consortium

  • 18

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    5. 2 de sIgn, b uIld en oper ate

    Veel overheidsinstellingen kijken nu verder dan de meer traditio-nele vormen van aanbesteding voor bouwwerkzaamheden, naar alternatieve inkoopregelingen die de exploitatie (operation) en het onderhoud van een gebouw/faciliteit combineren met het ontwerp en de bouw ervan. Dergelijke modellen kunnen ook ele-menten van private fi nanciering bevatten en hebben als belang-rijkste drijfveren de volgende twee complementaire voordelen:

    •a antr e k k e l I j k e f Inan c Ie r Ing s r ege l Inge n – de druk op de overheidsfi nanciën betekent dat veel instellingen zoeken naar alternatieve manieren van fi nanciering van bouw-projecten. Met methodes zoals energieprestatiecontracten (EPC) of publiek-private samenwerkingen (PPS) kunnen over-heidsinstellingen kosten delen, of fi nancieren met toekomstige besparingen.

    a anb e velIng 5. a :

    zoek naar een inkoopmodel dat voldoende integratie en sa-menwerking tussen ontwerp- en bouwteams garandeert.

    a anb e velIng 5. b :

    als u de bouwwerkzaamheden apart van het ontwerp aanbesteedt, zorg dan voor gedetailleerde kwantitatieve, op prestatie gebaseerde specifi caties (zoals de maximale primaire-energievraag per jaar), op basis van het eindont-werp. Overweeg ook in de evaluatiefase aanvullende pun-ten te noemen voor bieders die aanbieden deze normen te overtreff en.

    a anb e velIng 5.c :

    vraag bij het aanbesteden van ontwerpdiensten om be-wijs van de kwaliteit van het werk van de bieders en niet alleen om een lijst met relevante projecten. Dit bewijs moet aantonen in hoeverre aan projectduurzaamheid, kostendoelstellingen en tijdschema’s tegemoet is geko-men. Richt u op de kwaliteit van de referenties en niet zozeer op de kwantiteit, om ook kleinere, innovatievere bedrijfjes een kans te geven.

    a anb e velIng 5. d :

    als het de bedoeling is meerdere contracten te gunnen, overweeg dan te werken met een nieuwe of bestaande raamovereenkomst of leverancierspanel. Zorg dat er bij het gunnen van afzonderlijke contracten en indien mo-gelijk bij het selecteren van deelnemers rekening wordt gehouden met doelen op het vlak van innovatie en duur-zaamheid en het monitoren daarvan.

    t weefa sIge a an -b e s ted Ing In ned erl and

    Voor de herinrichting van de historische Koe-markt in Purmerend werd gekozen voor een tweefasige, op kosten gebaseerde aanbe-

    stedingsprocedure. Er werd een budgetplafond van € 2,4 miljoen

    ingesteld en het contract zou uitsluitend op basis van kwaliteit gegund worden. De overheid gebruikte een tweefasige ‘design & build’-aanbesteding en huurde een adviseur in, omdat zij zelf weinig ervaring had op dit vlak. De aanbestedingsproce-dure bestond uit een voorselectie, waarna de vijf beste bieders overbleven. Deze vijf geïntegreerde teams werden uitgenodigd een voorlopig ontwerp te ontwikkelen, waarna de lijst terug-gebracht werd tot drie aanbieders. Deze drie teams produceer-den een gedetailleerd ontwerp, waaruit de winnende bieder werd gekozen. Het interessante is dat de lokale bevolking van Purmerend bij deze aanbestedingsprocedure werd gevraagd de winnaar te kiezen, door middel van een referendum. Alle projectdoelstellingen werden gerealiseerd. De kosten van het project bleven € 3.000 onder het budget. Dat was inclusief een in het contract ingebouwde bonus van € 15.000 voor snelle levering, waarin de aannemer geslaagd is.

    af zond erlI jke d e sIgn & b uIld In o os tenr Ijk

    Voor de renovatie van de in 1964 gebouwde overheidskantoren van het Oostenrijkse district Weiz werd een ambitieuze

    energiedoelstelling gekozen: het behalen van het Oostenrijkse

    energiecertifi caat A+. Allereerst werd er een planning- en ontwerpteam van architecten en gespecialiseerde adviseurs samengesteld, op basis van hun ervaring met energie-effi ciënt bouwen. Dit team was vervolgens verantwoordelijk voor het opstellen van gedetailleerde technische specifi caties voor de inkoop van bouwwerkzaamheden (materialen, U-waardes, specifi caties voor een innovatieve geveloplossing, enz.) en de gebouwdiensten (bijv. outputvermogen en prestaties van het HVAC-systeem). Het was vervolgens ook hun verantwoorde-lijkheid de ontvangen inschrijvingen op de naleving daarvan te beoordelen. De bouw werd afgerond in 2011 en heeft naar schatting een reductie van de energievraag voor verwarming van 80% opgeleverd. Er vindt een gedetailleerde energiemoni-toring plaats om de renovatiemaatregelen te evalueren.

    t weefa sIge a an -b e s ted Ing In

    werd een budgetplafond van € 2,4 miljoen

    © Foto Bert, www.fl ic

    kr.com

    af zond erlI jke

    gekozen: het behalen van het Oostenrijkse

    © The SCI-Network C

    onsortium

  • 19

    • s t Imu le r en van e ffI c Ien c y – als leveranciers verantwoordelijk worden gemaakt voor bepaalde exploitatiekosten, naast de bouw-/renovatiewerkzaamhe-den, is dat voor hen een duidelijke stimulans om zoveel mogelijk effi ciencyvoor-delen te genereren.

    In de Europese bouwsector bestaat een breed scala aan dergelijke modellen, variërend in termen van verantwoordelijkheid voor het bijeenbrengen van de fi nanciering en de wijze waarop de dienstverlener betalingen ontvangt/inkomen genereert (bijv. door betaling van een exploitatievergoeding door de overheid of via de commerciële exploitatie van het bedrijfsmiddel). Een van die modellen is de publiek-private samenwerking (PPS)11. Dit model wordt vaak toegepast in de bouwsector om de particuliere sector in te schakelen om de vastgestelde ontwikkelingsdoelstellingen te realiseren. Het model wordt gewoonlijk geassocieerd met grotere projecten van meerdere jaren. De defi nitie die het Europees Parlement hanteert, luidt als volgt:

    “een langlopende, contractueel geregelde samenwerking tussen overheid en de particuliere sector voor het vervullen van publieke taken [...], waarbij de noodzakelijke geldmiddelen onder gezamenlijk beheer geplaatst zijn en pro-jectrisico’s in overeenstemming met de risicomanagementcompetentie van de projectpartners evenredig worden verdeeld.” 12

    11 Omdat elders uitgebreide toelichtingen beschikbaar zijn, wordt hier slechts een heel korte inleiding gegeven.12 Resolutie van het Europees Parlement over publiek-private samenwerkingen en het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten

    (2006/2043 (INI)) 26 oktober 2006.13 Zie het SCI-Network-rapport Financing and Contracting Sustainable Construction - Innovative Approaches op www.sci-network.eu

    a anb e velIng 5.e :

    PPS’en voor de bouw dienen indicatoren te bevatten voor de evaluatie van de totale duurzaamheid van het project, prestatiedoelen, referentieprojecten en punten waarop de overheid zich uit het project terugtrekt. Deze indica-toren moeten worden opgenomen als deel van de proce-dure voor het selecteren van de private partner en in de voorwaarden van de PPS-overeenkomst13.

    © The SCI-Network Consortium

    d e sIgn, b uIld, o per ate In jy vÄ sk yl Ä

    In 2010 begon de ge-meente Jyväskylä een project, Jyväskylän Optimi genaamd, met het doel ervoor te zorgen dat er bij aanbestedingen meer aandacht is voor innovatie en levenscyclusaspecten. Voor de bouw van een campus voor een school en dagopvangcentrum werd beslo-ten een bedrijf in te huren voor het ontwerp en de bouw en vervolgens ook de exploitatie van de faciliteiten, om de effi -ciency te vergroten. In het contract werden grenzen genoemd voor verwarmingsenergie, elektriciteit (met uitzondering van de elektriciteit voor gebruikers zoals verlichting, apparatuur enz.) en waterverbruik. Indien deze grenzen worden over-schreden, is de dienstverlener verplicht de extra kosten op zich te nemen. Indien de energievraag onder de vastgestelde grenzen blijft, worden de voordelen gelijkelijk verdeeld over de overheidsinstelling en de dienstverlener.

    © koppikuoriainen, www.fl ickr.com

    d e k e u z e va n u w I n k o o p m o d e l

    aanbestedingen meer aandacht is voor aanbestedingen meer aandacht is voor

    © koppikuoriainen, www.fl ickr.com

  • 2 0

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    5.3 energIepre s tatIecontr ac ten (ep c)

    Energieprestatiecontracten (EPC) vormen een andere alternatieve manier van aanbeste-den, waarmee geprobeerd wordt energie-effi ciënte renovaties te fi nancieren met de be-sparingen die deze zelf in een aantal jaren opleveren. De ondernemingen die de verbete-ringen aanbrengen, staan bekend als Energy Service Companies (ESCo’s). De fi nanciering voor de verbeteringen vooraf vindt plaats door de onderneming zelf, of door een derde, bijvoorbeeld een bank. De eigenaar of gebruiker van het gebouw is normaliter alleen ver-antwoordelijk voor rentebetalingen, hoewel de onderneming die de verbeteringen aan-brengt in sommige gevallen ook een jaarlijkse vergoeding kan ontvangen. EPC is in een aantal lidstaten inmiddels goed ingeburgerd, bijvoorbeeld in Duitsland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, en heeft in veel gevallen met veel succes grote investerin-gen in energie-effi ciëntie mogelijk gemaakt of vervroegd. In andere landen, zoals Finland en Zweden, komt de grootschalige toepassing door de publieke sector slechts langzaam op gang, vanwege problemen met het aanbesteden en implementeren van energiepresta-tiecontracten die hun geld waard zijn en voldoen aan de eisen van de gebruiker, binnen het wettelijke aanbestedingskader.

    Voor grotere EPC’s, die betrekking hebben op meerdere overheidsgebouwen, is het raad-zaam in eerste instantie te evalueren in hoeverre de biedende ESCo’s in staat zijn om de energieanalyse en het voorgestelde projectplan uit te voeren en in hoeverre het personeel dat daadwerkelijk voor het publiek-private project zal worden ingezet, voldoende bekwaam is, omdat een vergelijking van mogelijke energiebesparingen misschien niet zo simpel is of aanbieders niet gemakkelijk vergeleken kunnen worden. EPC-projecten worden vaak opge-zet als drieledige contracten met respectievelijk een analyse-, investerings- en follow-up-

    fase. Het contract dient te voorzien in duidelijke mogelijkheden voor de partijen om zich uit het project terug te trekken.

    Andere, meer fl exibele procedures zoals de concurrentiegerichte dialoog en de onderhandelingsprocedure kunnen ook voordelen opleveren bij het aanstellen van ESCo’s, omdat deze procedures een dialoog met de aanbieders mogelijk maken en kunnen bijdra-gen tot het verfi jnen van de eisen in de achtereenvolgende fases naar de defi nitieve inschrijvingen. Om de beste resultaten te be-reiken, vergen deze beide procedures echter een bepaald niveau van vaardigheid en ervaring met het omgaan met leveranciers.

    Voor kleinere EPC-projecten, voor één gebouw of een bepaalde technologische oplossing (bijv. ventilatie) in verschillende ge-bouwen, is een eenvoudiger aanbestedings- en contractmodel geschikter. In die gevallen is het mogelijk de aangeboden ener-gie- en CO2-besparingen van de aanbieders te evalueren. Het is ook van belang dat het besluit niet alleen op de terugverdientijd van de investering wordt gebaseerd, maar op een meer langeter-mijnmethode, zoals de netto contante waarde14.

    a anb e velIng 5.f:

    bij het aanbesteden van kleinere EPC-projecten, moet de evaluatie van de inschrijvingen sterk gericht zijn op de aangeboden energie- en CO2-besparingen.

    14 Zie voor meer informatie het SCI-Network-rapport Financing and Contracting Sustainable Construction - Innovative Approaches op www.sci-network.eu

    ep c vIa concur-rentIeger I chte d Ialo o g InfInl and

    De gemeente Hamina gaf in 2012 een uitno-diging tot inschrijving uit voor een EPC-project gericht op

    energiebesparingen en verbetering van de omstandigheden in tien gebouwen. Voor de aanbeste-ding werd gebruikgemaakt van een concurrentiegerichte dialoog, waarbij alle gegadigden een haalbaarheidsonder-zoek deden voor drie van de betreff ende gebouwen. Deze onderzoeken vormden het uitgangspunt in de daarop vol-gende onderhandelingen, waarna de projectvoorwaarden en de uitnodiging tot inschrijving werden verduidelijkt. De se-lectiecriteria bevatten onder meer aspecten als de kwaliteit van het voorgestelde projectplan, de voorgestelde methode van samenwerking tussen de aannemer en de overheid, de garantie van energiebesparingen, de uitvoerigheid van de voorgestelde maatregelen en de eff ecten daarvan op het binnenklimaat, het gebruik van de gebouwen en de exploi-tatiekosten.

    ep c vIa concur-rentIeger I chte

    energiebesparingen en verbetering van

    © The SCI-Network C

    onsortium

  • 2 1

    a anb e velIng 5.g:

    bij het aanbesteden van grotere, complexere EPC-contracten, moet de evaluatie van de inschrijvingen meer gericht zijn op de expertise van de medewerkers van de ESCO’s. De concurrentiegerichte dialoog en de onderhandelingsprocedure kunnen ook in overweging genomen worden, evenals het inhuren van een externe adviseur om te assisteren met de procedure.

    5.4 pr I js vr agen

    De standaardbenadering voor de inkoop van een ontwerpteam is de dienst aan te beste-den op basis van de vereiste vaardigheden en ervaringen met soortgelijke projecten in het verleden. Een andere mogelijkheid is een prijsvraag te houden, waarbij gewoonlijk een van te voren geselecteerde shortlist van ontwerpers wordt gevraagd een eerste ont-werpconcept te maken, op basis van de vastgestelde projecteisen, dat vervolgens wordt beoordeeld door een jury van deskundigen. De prijsvraag kan een nuttige methode zijn om innovatieve ontwerpconcepten te stimuleren, en aspecten zoals energieprestatie, in-novatie en algehele duurzaamheid in het evaluatieproces mee te nemen.

    Prijsvragen moeten worden gelanceerd op basis van een heel duidelijke projectbriefi ng, in-clusief minimumnormen en streefcijfers voor energieprestatiedoelen, overige duurzaam-heidsdoelen en het openstaan voor innovatieve oplossingen. Hoewel in deze fase geen gedetailleerde berekeningen van de energievraag kunnen worden gemaakt, is de algehele vorm en oriëntatie van het gebouw het meest van invloed op het energieverbruik. Een vergelijking van energieprestaties moet daarom het belangrijkste onderdeel van de beoor-deling vormen. Het is wel cruciaal dat er deskundigen op het gebied van duurzame bouw in het beoordelingspanel/de jury zitten.

    a anb e velIng 5.h:

    geef bij het houden van een prijsvraag een duidelijke pro-jectbriefi ng, met daarin:

    • het algemene streven naar een zeer energie-effi ci-ent/duurzaam gebouw en de behoefte aan innova-tieve oplossingen;

    • een duidelijke, gekwantifi ceerde minimale ener-gieprestatie-eis en streefdoelen;

    • de eis ontwerpgerelateerde oplossingen te beschrij-ven om de energievraag te verminderen;

    • een eenvoudige en ondubbelzinnige methode/in-strument voor het vergelijken van de energiepres-taties van de verschillende inschrijvingen (en an-dere duurzaamheidsaspecten);

    • de weging van de verschillende aspecten in de defi -nitieve beoordeling, inclusief de energieprestaties.

    a anb e velIng 5. I :

    zorg er bij prijsvragen voor dat er ervaren architecten en andere deskundigen in de jury zitten om de duurzaamheidsaspecten van de inschrijvingen te beoordelen.

    © nviki89, www.fl ickr.com

    d e k e u z e va n u w I n k o o p m o d e l

    prIjsvraag In graz,o os tenr Ijk

    Voor het verbouwen van een trainingscen-trum in Graz (ABZ Lehrwerkstätten Graz Andritz) werd het ont-werpteam geselecteerd met behulp van een prijsvraag. Bij de beoordeling van de inschrijvingen werd een kwart van de punten toegekend voor ‘verbruik van hulpbronnen’, waarvoor de isolatie in de zomer/winter en de totale energievraag van het gebouw werden beoordeeld. Er werd gebruikgemaakt van een eenvoudig instrument om de energievraag te berekenen (www.cesb.cz/cesb10/papers/4_environment/076.pdf). In de jury zaten zowel architecten als ingenieurs, en er was een architect ingehuurd om toezicht te houden op de hele prijsvraagprocedure.

    prIjsvraag In graz,

    prijsvraag. Bij de beoordeling van de

    © nviki89, www.fl ickr.com

  • 2 2

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    a anbe s tedIng , monItorIng en le ver ancIer smanagementDe aandacht voor het stimuleren van innovatie moet niet eindigen zodra de contracten met de leveranciers ondertekend zijn. Veel overheidsinstellingen nemen in bouwcontracten clausules op die de leveranciers moeten stimuleren om voortdurend te blijven streven naar verbeteringen en innovaties, gedurende de gehele contractduur. Het is eveneens van belang passende monitoringprocedures in te stellen om de vorderingen te beoordelen aan de hand van de gestelde doelen en indicatoren, en indien mogelijk ervoor te zorgen dat die monitoring doorgaat als het gebouw in gebruik wordt genomen. Dit wordt post-occupancy evaluation (POE) genoemd.

    Ook leveranciersrelatiemanagement krijgt steeds meer aandacht in het onderzoek hoe langduriger relaties met leveranciers kunnen bijdragen tot het stimuleren van de ontwikkeling en implementatie van innovatieve technologieën en technieken in de publieke bouwsector.

    6 .1 InnovatIe In b o uwcontr ac ten s tImuleren

    Het in kaart brengen en toepassen van innovatieve oplossingen in bouwprojecten moet niet stoppen als het ontwerp is afgerond. Bouwcontracten kunnen zodanig geformuleerd worden dat de leveranciers gestimuleerd worden verder te gaan dan de oorspronkelijke ontwerpdoelstellingen. Voorbeelden daarvan zijn:

    • prestatiebetalingen introduceren voor key performance indicators (bijv. energie-efficiëntie, het gebruik van gerecycleerde producten, het tot een minimum reduceren van afval en transportbewegingen);

    • in de contracten een clausule opnemen over winstdeling, waarbij besparingen op de initiële projectkostenbegrotingen worden gedeeld tussen de aanbestedende dienst en de bouwmaatschappij;

    • de mogelijkheid opnemen om te onderhandelen over contractuitbreidingen voor innovatieve ontwerpaanpassingen;

    • garanderen dat ontwerpers en aannemers zullen worden vermeld in eventuele publiciteit voor gebouwen die aan hoge prestatienormen voldoen, of worden opgegeven voor awards;

    • in contracten die ook de exploitatie van het gebouw/de faciliteit omvatten, een clausule over ‘technologieopfrisbeurten’ opnemen. Deze kan bijvoorbeeld eisen dat de onderneming verlichtings-, verwarmings-, ventilatie- of andere systemen regelmatig of als er zich nieuwe oplossingen aandienen, upgradet naar de best beschikbare technologie. Dit kan gekoppeld worden aan stimulansen of boetes en kan er ook toe bijdragen dat in eerste instantie de best beschikbare technologie wordt toegepast;

    • in contracten die ook de exploitatie van het gebouw/de faciliteit omvatten, een ‘innovatiepot’ instellen die het mogelijk maakt dat de besparingen die gegenereerd worden door een innovatie (bijv. de invoering van een LED-verlichting) worden verdeeld tussen de eigenaar en de exploitant.

    a anb e velIng 6 . a :

    overweeg het gebruik van stimulansen in bouwcontracten om innovatie aan te moedigen. Voorbeelden zijn onder meer het introduceren van prestatiebetalin-gen, clausules over winstdeling en onderhandelingen over contractuitbreidingen.

    © Courtney Keating, www.istockphoto.com

  • 2 3

    a a n b e s t e d I n g , m o n I t o r I n g e n l e v e r a n c I e r s m a n ag e m e n t

    a anb e velIng 6 . b :

    neem clausules op inzake de best beschikbare technologie en technologieop-frisbeurten, en een ‘innovatiepot’ voor de exploitatie van gebouwsystemen en faciliteiten, voor zover relevant.

    a anb e velIng 6 .c :

    er dient gedurende de bouwwerkzaamheden een duidelijk prestatiemonitoring-systeem te worden toegepast om er zeker van te zijn dat de duurzaamheids-aspecten van het ontwerp worden opgevolgd en om toezicht te houden op de milieuprestaties van de bouwwerkzaamheden zelf. Kwaliteitsbeheermaatrege-len (zoals ventilatiedeurtesten) moeten ook in de bouwwerkzaamheden worden geïntegreerd.

    a anb e velIng 6 . d :

    de aanbestedende dienst moet ervoor zorgen dat zij in staat is effectief toezicht te houden, eventueel via een externe projectmanager.

    6 . 2 pre s tatIemonItor Ing

    Om er zeker van te zijn dat de bouwwerkzaamheden overeenkomstig het oorspronkelijke ontwerp worden verricht en voldoen aan de gestelde prestatiedoelstellingen is een geschikt monitoringsysteem nodig. Regelmatige prestatiemonitoring en onafhankelijke technische kwaliteitscontroles zoals ventilatiedeurtesten, moeten in de contractvoorwaarden worden opgenomen, aan de hand van vastgestelde prestatie-indicatoren. Er moet deugdelijk opgeleid technisch personeel beschikbaar zijn of van buiten worden ingehuurd om die monitoring te verrichten.

    © Vasko, www.istockphoto.com

  • 24

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    6 .3 p os t- o ccupanc y e valuatI on

    Een echte evaluatie van de energieprestaties die een gebouw uiteindelijk levert, is pas mogelijk als het gebouw in gebruik is genomen. Uit veel voorbeelden blijkt het risico dat de energieprestaties van de uiteindelijke gebouwen ver onder het niveau liggen dat in het ontwerp verwacht werd. In de bouwcontracten kan de verrichting van een post-occupancy evaluation (POE) worden opgenomen om een extra prestatiestimulans voor de aannemer in te bouwen, om resultaten die de aanvankelijke verwachtingen overtreffen te belonen en onderprestaties te beboeten. POE is een gestructureerde beoordeling van de functionele,

    operationele en strategische prestaties van het gebouw tijdens gebruik, inclusief de regelmatige verzameling en beoordeling van verscheidene aspecten om belangrijke kwesties voor de gebrui-kers en/of gebouwprestaties in kaart te brengen:

    •tevredenheid van de gebruiker

    •benutting van de ruimte

    •verbruik van hulpbronnen

    Overheidsinstellingen die consistent om POE vragen en het toe-passen, rapporteren substantiële voordelen. Financieel gezien variëren die van een verminderd energieverbruik (lagere kosten en CO2-uitstoot), lagere bouw- en onderhoudskosten, en een ho-gere productiviteit van de gebruiker.

    Als POE wordt opgenomen in bouwcontracten, moet er een specifi eke periode na afronding van de bouw worden genoemd waarin de POE van toepassing is, bijvoorbeeld een vol jaar na de eerste ingebruikname, om rekening te houden met invloeden van klimaatveranderingen, enz.15

    6 .4 rel atIe s me t le ver ancIer s managen

    Overheidinstellingen zijn steeds meer geneigd hun eisen ten aanzien van bouwwerk-zaamheden bijeen te brengen in raamovereenkomsten, met het oog op schaalvoordelen en standaardisatie. De druk om te innoveren is ook het grootst als er veel vraag is. Uit onderzoek is gebleken dat een belangrijk contract met de publieke sector het risico van in-noveren voor de leverancier kan verkleinen. Bovendien kunnen leveranciers ook middelen inzetten voor innovatie voor de publieke sector als zij beseffen dat de aanwezigheid van een overheidsinstelling in de markt eerder langdurig dan kortdurend zal zijn.

    Veel aanbestedende diensten werken met raamovereenkomsten of leverancierspanels om design-, build- of gecombineerde design en build-contracten te gunnen. Dit kan leiden tot kortere inkoopprocedures en ook tot betere relaties tussen opdrachtgever en aannemer en betere projectresultaten, als er een reëel uitzicht is op herhaalde opdrachten. Raamo-vereenkomsten kunnen worden gebruikt om meerdere contracten boven de EU-drempel

    15 Zie voor meer informatie het rapport van SCI-Network Post-Occupancy Evaluation op www.sci-network.eu

    a anb e velIng 6 .e :

    neem een post-occupancy evaluation op in bouwcontracten, samen met een duidelijke indicatie van sancties voor niet-naleving van de beoogde prestaties.

    s ys tematIsch geb r uIk van p oe In sch otl and

    De NHS (National Health Service – nationale gezond-heidszorg) Scotland is een van de beste voorbeelden van

    een geïntegreerde, systematische en gemeenschappelijke benadering van POE, waarbij tot 1% van het projectkapitaal wordt geïnvesteerd in POE. Deze verplichte benadering heeft niet alleen grote kostenbespa-ringen opgeleverd, maar ook aanzienlijk betere herstelcijfers in de gezondheidszorg. Het systeem vereist dat gebruikers-behoeften en bedrijfsresultaten volledig geïntegreerd wor-den vanaf de investeringsaanbieding, via de bouw, tot na ingebruikname. Er wordt geen fi nanciering verstrekt zonder onweerlegbaar bewijs van betrokkenheid van de gebruikers.Elke fase vereist een samenvattend rapport. Binnen 1 tot 3 maanden na de overdracht wordt een projectbeoordeling verricht en de daaruit getrokken lessen worden verzameld en gedeeld met anderen in het netwerk.

    s ys tematIsch geb r uIk van p oe

    een geïntegreerde, systematische en

    © Daniel Richardson,

    www.fl ickr.com

  • 2 5

    te gunnen, terwijl in veel lidstaten panels van aannemers of ontwerpers worden samenge-steld voor het gunnen van contracten onder de drempel.

    Over de relatieve voordelen van eenmalige of raamovereenkomsten voor het bevorderen van innovatieve bouwoplossingen kan gediscussieerd worden. Maar als er raamovereen-komsten bestaan, vaak met betrekking tot meerdere projecten, biedt dat een kans om een meer strategische relatie met de aannemers aan te gaan en de ruimte om meer samen te werken aan het in kaart brengen en uitwerken van innovatieve ideeën.

    Leveranciersrelatiemanagement is een proces voor het managen van de interactie tussen twee partijen, waarbij de ene partij goederen, werk of diensten levert aan de andere. Le-veranciersrelatiemanagement richt zich op de totale relatie met een leverancier, en niet zozeer op een specifi ek contract. Er wordt naar gestreefd de traditioneel vijandige relatie tussen aanbestedende diensten en bouwleveranciers te vervangen door een relatie van partnerschap en samenwerking. Het is een tweerichtingsproces dat zowel voor de inko-pende organisatie als de leverancier voordelen oplevert, bijdraagt tot het oplossen van problemen en door een betere samenwerking gegenereerde mogelijkheden in kaart brengt.

    a anb e velIng 6 .f:

    breng potentiële kansen in kaart voor samenwerking met andere regionale overheidsinstellingen en de mogelijk-heid langdurige raamovereenkomsten met leveranciers te sluiten, met innovatie als prioriteit.

    a anb e velIng 6 .g:

    creëer binnen een raamovereenkomst mechanismes om de prestaties van leveranciers in termen van innovatie en duurzaamheid aan de hand van de eerste projecten te be-oordelen, en gebruik deze beoordelingen om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van miniprijsvragen voor latere projecten.

    a anb e velIng 6 .h:

    verricht formele activiteiten op het vlak van leveranciers-relatiemanagement met belangrijke bouwleveranciers en leverancierspanels met bouwgerelateerde raamovereen-komsten.

    a anb e velIng 6 . I :

    houd op basis van de geleerde lessen workshops met leve-ranciers en hun onderaannemers zodra er projecten zijn afgerond, om innovatieve ideeën die in kaart zijn gebracht na het ontwerp en tijdens de bouw van een project mee te nemen in toekomstige initiatieven met de leverancier.

    a anb e velIng 6 . j :

    overweeg in geval van raamovereenkomsten met meerdere leveranciers een fo-rum in te stellen om open uitwisseling tussen leveranciers rondom innovatie en samenwerking te vergemakkelijken.

    a a n b e s t e d I n g , m o n I t o r I n g e n l e v e r a n c I e r s m a n ag e m e n t

    d e b und elIng van d e vr a ag na ar ep c ’s In b erlI jn

    De stadstaat Berlijn heeft veelvuldig gebruik gemaakt van energie-prestatiecontracten voor de systeemengi-neering in bestaande gebouwen. Om te voorkomen dat ener-gieleveranciers alleen voor de snelle winst gaan, worden verschillende gebouwen gebundeld in zogenoemde ‘gebou-wenpools’, waarbij elke pool verschillende types en normen omvat. De projecten hebben betrekking op in totaal 1300 gebouwen. De gerealiseerde besparingen variëren al naar gelang de pool van 15% tot 35%.

    De aannemers krijgen hun opdrachten gegund via een onderhandelingsprocedure. Tijdens het aanbestedingsproces wordt door de inschrijvers een ruwe schatting gemaakt van de afzonderlijke besparingsmogelijkheden. Na de gunning van het contract wordt een gedetailleerde analyse ont-wikkeld, op kosten van de aannemer. De aannemers zijn verantwoordelijk voor de kosten van renovatie, exploitatie, onderhoud, inspectie, systeemmanagement en voortdu-rende optimalisatie.

    d e b und elIng van

    gebouwen. Om te voorkomen dat ener-

    © The SCI-Network Consortium

  • 2 6

    I nn o vat I e g e r I c h t e n d u u r z a a m I n k o p e n I n d e b o u w e e n g I d s v o o r e u r o p e s e o v e r h e I d s I n s t e l l I n g e n

    le vensc ycluskos tenIn veel bouwprojecten vertegenwoordigen de aanvankelijke investeringskosten slechts zo’n 20% van de totale kosten die de eigenaar tijdens de periode van zijn eigendom zal maken, vooral wanneer ook de energierekeningen en onderhoudskosten worden meegere-kend. Indien de kosten van het personeel dat de gebouwen gebruikt, worden meegeteld, is dat nog maar net 0,5%16.

    Levenscycluskosten (whole life costing – WLC, of life cycle costing - LCC17) is de systema-tische economische overweging van alle kosten en baten voor de eigenaar gedurende een vastgestelde analyseperiode. Een echte WLC-benadering van een bouwproject houdt re-kening met de kosten van planning, ontwikkeling en ontwerp, bouw en implementatie, de exploitatie tijdens de levensduur van het gebouw, en de kosten van het uit gebruik nemen.

    WLC kan een belangrijke katalysator