Top Banner
SPECIAAL NUMMER 2 EURO ARABISCHE WERELD > EGYPTE EN TUNESIË : SLEUTELMOMENTEN VAN DE REVOLUTIE > 4-7 > HOOFDROLSPELERS VAN DE REVOLUTIES: JONGEREN, VROUWEN, VAKBONDEN EN PARTIJEN > 8-11 > GESCHIEDENIS: HOE HET WESTEN DE EGYPTISCHE ECONOMIE ONDERUITHAALDE > 12-13 SAMIR AMIN De gezichten van de Egyptische revolutie > 8 HAMMA HAMMAMI “Onze revolutie overwon de dictator, maar nog niet de dictatuur” > 14-15 ALAIN GRESH “De VS hebben een steunpilaar in het Midden-Oosten verloren > 18 SAMI ZEMNI “Godsdienst speelt steeds minder een politieke rol” > 16 ICO MALY “Wanneer een Jasmijnrevolutie in het denken?” > 17 PETER MERTENS De Arabische lente > 3 NAWAL EL SAADAWI “De revolutie maakte ons allen één” > 10 2 euro 41 ste jaargang nr. 08 [1823] Bijlage bij Solidair van 24 februari 2011 Afzender & verantwoordelijk uitgever: M.R. Eligius, M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel Weekblad van de Partij Van De Arbeid van België | PVDA REVOLUTIES DIE DE WERELD WEKKEN
20

Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

Mar 25, 2016

Download

Documents

PVDA België

Themanummer van het weekblad Solidair
Welcome message from author
This document is posted to help you gain knowledge. Please leave a comment to let me know what you think about it! Share it to your friends and learn new things together.
Transcript
Page 1: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

Speciaal Nummer2 euro

ArAbische wereld

> egypte en tunesië :

Sleutelmomentenvanderevolutie> 4-7

> Hoofdrolspelers van de revoluties:

jongeren,vrouwen,

vakbondenenpartijen > 8-11

> gescHiedenis:

HoeHetweStendeegyptiScHe

economieonderuitHaalde> 12-13

Samiraminde gezichten van de egyptische revolutie > 8

HammaHammami“onze revolutie overwon de dictator, maar nog niet de dictatuur” > 14-15

alaingreSH“de vs hebben een steunpilaar in het Midden-oosten verloren > 18

SamiZemni“godsdienst speelt steeds minder een politieke rol” > 16

icomaly“Wanneer een Jasmijnrevolutie in het denken?” > 17

petermertenSde arabische lente > 3

nawalelSaadawi

“de revolutie maakte ons allen één” > 10

■ 2

eur

o ■

41st

e jaar

gang

■ n

r. 08

[182

3] ■

Bijla

ge b

ij Sol

idai

r van

24

febr

uari

2011

Afze

nder

& ve

rant

woo

rdel

ijk u

itgev

er: M

.R. E

ligiu

s, M

. Lem

onni

erla

an 17

1, 10

00 B

russ

el

Weekblad van de Partij Van De Arbeid van België | PVDA

revolutiesdie de

wereld wekken

Page 2: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

� Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | standpunt |

DaviD Pestieau - Hoofdredacteur Reageren? [email protected]<

RedactieM. Lemonnierlaan 171, bus 2, 1000 Brussel +32(0)2 50 40 120 • fax +32(0)2 513 98 31 • [email protected] • Hoofdredacteur: David Pestieau • adJuNct-Hoofdredacteur: [email protected] • WeBteaM [email protected] • www.solidair.org • LeZerSBrIeVeN [email protected]

Verkooppunten Solidair1. Boekhandels

antwerpen De Groene Waterman, Wolstraat 7 • Beringen Somi, Koerselsesteenweg, 26 • Brus-sel PVDA-shop, M. Lemonnierlaan 171 • Gent De Brug, Phoenixstraat 1• Herselt Kringloopcentrum SWR, Provinciebaan 53 • Mechelen De Beiaard, Botermarkt 2 • Sint-truiden ’t Park, Diesterstraat 7 • Somi, Diesterstraat 62

2. secretariaten Partij van de arBeid van België

BruSSeL M. Lemonnierlaan 171, bus 2, 1000 Brussel • +32(0)2 50 40 110 • fax +32(0)2 513 98 31 • aalst Esplanadestraat 8 bus 1, 9300 Aalst • ant-werpen Van Arteveldestraat 5, 2060 Antwerpen • 03 225 28 93 • Genk Keinkesstraat 3 bus 12, 3600 Genk • 089 36 28 90 • Gent Halve Maanstraat 7a, 9040 Gent • 09 329 87 06 • Heuvelland-Ieper-Po-peringe Patrijsstraat 18, 8970 Poperinge • 0499 24 61 49 • Kortrijk Simon Stevinstraat 92, 8500 Kort-rijk • 056 21 75 30 • Leuven C. Meunierstraat 43, 3000 Leuven • 0476 79 70 78 • Sint-Niklaas Peter Benoitstraat 54 bus 4, 9100 Sint-Niklaas • 03 777 15 88 • turnhout Patrijzenstraat 22, 2440 Geel • 014 58 67 24 • Vilvoorde Spiegelstraat 13, 1800 Vilvoorde • 02 251 88 69 • Zelzate Groenplein 17, 9060 Zelzate • 09 341 80 75

3. Pvda-shoP • www.PvdashoP.BeAffiches, gadgets, t-shirts, brochures, boeken, info.M. Lemonnierlaan 171,1000 Brussel • 02 50 40 112 • fax 02 513 98 31 • [email protected]

4. geneeskunde voor het volkdeurNe De Bres, St Rochusstraat 57, 2100 Deurne • 03 320 85 20 • GeNK Keinkesstraat 3a, 3600 Genk • 089 35 97 87• HoBoKeN Commandant Weyns-straat 85, 2660 Hoboken • 03 828 02 43 • LoMMeL Kapittelhof 12, 3920 Lommel • 011 54 10 75 • Mo-LeNBeeK Le Renfort, Graaf van Vlaanderenstraat 25, 1080 Brussel • 02 411 11 03 • ZeLZate Groen-plein 17, 9060 Zelzate • 09 344 92 44

5. solidair in wallonieIn Wallonië is Solidaire, onze Franstalige versie te koop. cHarLeroI rue Zénobe Gramme 21, 6000 Charleroi • 071 32 45 65 • fax 071 32 14 81 • La LouVIère rue de Bouvy 65, 7100 La Louvière • 0476 91 66 57 • LuIK rue Mathieu Laensberg 20, 4000 Liège • 04 227 99 52 • fax 04 227 96 05 • NaMeN rue de Bricgniot 17, 5002 Saint-Servais • 081 47 04 30 • Meer adressen op www.pvda.be.

Partij Van De Arbeid Van België NatIoNaaL SecretarIaat M. Lemonnierlaan 171, bus 2, 1000 Brussel • +32(0)2 50 40 110 • fax +32(0)2 513 98 31 • [email protected] • www.pvda.beSteunfonds • rknr. 001-1151486-75

COMAC (jongerenbeweging PVDA)NatIoNaaL SecretarIaat M. Lemonnierlaan 171, bus 2, 1000 Brussel • +32(0)2 50 40 142 • [email protected] • www.chengethe-world.org

Abonnementen+32(0)2 50 40 [email protected]ë - normaal tarief1 jaar 50 € 6 maand 25 € 3 maand 12,5 €België – speciaal tarief*1 jaar 40 € 6 maand 20 € 3 maand 10 €Buitenland – normaal tarief1 jaar 100 € 6 maand 50 € 3 maand 25 €Buitenland – speciaal tarief*1 jaar 80 € 6 maand 40 € 3 maand 20 €Steunabonnement1 jaar 100 € 6 maand 50 € 3 maand 25 €Onder omslag1 jaar +60 € 6 maand +30 € 3 maand +15 €Voor betaling abonnementen via overschrijving: IBAN: BE09 001-0786748-57; BIC CEBA BEBB (voor buitenland IBAN: BE94 0001 6669 5914; BIC: BPOTBEB1). Met kredietkaart, bel 02 50 40 124 om het formulier te ontvangen.* Studenten, werklozen, CJP, min 18 jaar, +60 jaar, invaliden. Steeds een kopie van de studenten-, CJP-identiteits-, invaliditeits-of werklozenkaart bijvoe-gen. (Dit tarief geeft geen recht op een geschenk).

Revoluties die de wereld wekken“Als Egypte recht heeft op democratie, waarom Wiscon-sin dan niet?” Dat prijkte op de bordjes van de 50.000 betogers in deze Amerikaanse staat. Wisconsin is de laatste weken het toneel van een volksopstand tegen de bezuinigingen. In Washington riep een Republikeinse Congresafgevaardigde met veel misbaar uit: “Het is alsof Caïro zich naar Madison (de hoofdstad van Wisconsin) heeft verplaatst.” Jazeker, de wind van de Arabische revolutie heeft ook de VS bereikt. De verfoeide dictators in Tunesië en Egypte werden decennialang door het Westen rechtge-houden. Maar nu zijn ze weggejaagd. Van Marokko tot Irak, overal in de Arabische wereld heeft het volk de angst van zich afgeschud en is het opgestaan. Dingen die een paar maand geleden nog ondenkbaar waren, zijn vandaag realiteit. Dat zijn de eerste vruchten van de opstand. “Niets zal nog zijn zoals voorheen”, liet Hillary Clinton zich bitter ontvallen. Deze revoluties wekken de wereld: de volkeren zijn in staat hun lot in eigen handen te nemen. Want wat baat het lijdzaam op veranderingen van boven te wachten wanneer ellende en onderdrukking heersen? 2011 is het jaar van het optimisme en van de strijd. Daarom dit speciale nummer over de fantastische en opmerkelijke gebeurtenissen zo vlak bij ons. Ja, strijd loont. In de Arabische wereld zien we de Facebook-generatie aan het werk, de militanten van het eerste uur, de ervaren vakbondsmensen, de vastberaden vrouwen... Vaak zijn zij het die jaren geleden de kiemen

gezaaid hebben van wat nu tot een sterke, opstandige volksbeweging openbloeit. We beleven nog maar het begin van de omwenteling. De schokgolf rolt verder, ondanks bloedige repressie: in Libië, Bahrein, Jemen en Jordanië. In Egypte en Tunesië zijn de dictators opzijgezet maar de structuren van de dictatuur staan nog deels overeind. De aanhangers van het oude regime en de grootmachten proberen de revoluties te kapen. Er wachten nog veel intriges en listen. Maar heel veel positieve ontwikke-

lingen zijn mogelijk geworden. Met hun nieuw verworven rechten organiseren de mensen zich en gaan het gevecht aan. In Tunesië, waar alles begon, staat de tweede etappe van de revolutie op de agenda. Om een regering te verjagen die al te zeer met het oude regime is verbonden. Om een nieuwe grondwet te maken. Om een nieuwe staat te grondvesten: werkelijk van

het volk, democratisch en onafhankelijk. Dat realiseer je niet op één dag. Dat proces zal allerlei fases doorlopen in de komende maanden en jaren. De vrijheidsdroom van de Arabische wereld kan wer-kelijkheid worden. Wij kunnen helpen: met informatie over hun strijd, met solidariteit, met acties. Want die vrijheidsdroom is ook de onze. Wij kunnen beletten dat onze regeerders de volkeren van het Zuiden nog langer belemmeren op hun weg naar democratie, sociale rechtvaardigheid en onafhankelijkheid.

Wat baat het lijdzaam op verande-ringen van boven te wachten wanneer ellende en onderdruk-king heersen? 2011 is het jaar van het optimisme en van de strijd.. (Foto Nasser Nouri)

De schokgolf rolt verder, ondanks bloedige repressie: in Libië, Bahrein, Jemen en Jordanië

Video’s en foto’s!

Verrassende twitterberichten!

Links naar websites van Arabische

progressieve organisaties!

Blogs in de kijker!

Cijfers en achtergrond!

Getuigenissen ter plaatse!

Lees meer over het Midden-Oosten op www.pvda.be

Page 3: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

�Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011

Steun de Arabische lente! Met een delegatie van de Partij Van De Arbeid

trok voorzitter Peter Mertens in februari naar Tunesië en discussieerde zich hees met jonge revolutionairen

in het stadje waar het allemaal begon.

“Un cappuccin”, zegt Rafik als hij een Tunesische cappuccino bestelt in zo’n typisch koffiehuis langs de straat. We zitten in Kasserine, een vergeten stad in het Tunesische binnenland. Hier

begon

u de revolutie. Het politiekantoor is zwartgeblakerd, het leger is overal aanwezig maar politieagenten zie je niet. Die durven de straat niet meer op. Hakim is nauwelijks 16. Zijn vrienden, Rachid, Mohktar en Adel trekken zijn trui op en laten de kogelwonde op zijn rug zien. Hakim kroop door het oog van de naald. Hij overleefde het schot van de sluipschutters van de politieke politie. 42 andere jongeren van deze wijk hadden minder geluk. Scherpschutters schoten hen dood vanop de daken rond het 7 novem-berplein. Hun misdaad? Ze namen deel aan betogingen uit solidariteit met Mohamed Bouazizi, de jonge fruitverkoper die zich op 17 december in brand stak na de zoveelste pesterij van het regime. Ook hier in Kasserine lopen vele jongeren rond met een diploma. Maar het is niets waard, want werk is er niet en alle porieën van de maatschappij zijn verstopt door het vermolmde regime van de families Ben Ali en Trabelsi (van Ben Ali zijn vrouw) en hun vrienden uit Parijs en Rome. En dus trokken ze de straat op. Voor werk en inkomen. En ze krabbelden niet terug toen het regime brutaal terugsloeg, daarin gesteund door Frankrijk. Wel integendeel. Bij de sociale eisen kwamen ook politieke eisen: “Ben Ali dégage”, vrijheid en vrijheid van organisatie. In minder dan een maand heroverden de Hakims, de Rachids en de Adels hun land en verdreven ze de corrupte bende rond Ben Ali. “Eens een bevolking wakker schiet, is ze niet meer te stoppen”, lacht Selma met pretoogjes. “We haalden de geest uit de fles, en dankzij ons waait die wind vandaag ook op het Tahrirplein in Caïro.” Selma loodst ons mee naar het nieuwe naambordje op het plein waar alles begon. Daar prijkt nu, slordig geschreven, de nieuwe plaatsnaam: “Martelarenplein” om ons te herinneren aan de nieuwe generatie die de verstikkende bestaande orde niet langer aanvaardt. Aanvankelijk kwamen ze op straat voor brood, maar al snel wilden ze de hele bakkerij. Jarenlang hebben rechtse scherpslijpers, zoals Mia

Doornaert van De Stan-daard, ge-zegd dat de Arabische bevolking m a a r komaf moest maken m e t “haar e i -gen dic-ta-

tors”. Zo “eigen” waren die dictators niet. Ze kregen financiële steun uit Parijs en Rome, ze kregen militaire steun uit Washington en ze werden politiek opgevangen in de ‘sociaaldemocratische internationale’ van Ségolène

Royal, Elio Di Rupo en Caroline Gennez. Maar nu de bevolking het lot in eigen handen nam en het de potentatenp wandelen stuurt, nu zwijgen de rechtse megafonen als vermoord. De Arabische lente blaasde alle stellingen over ‘botsende culturen’, en ‘tegengestelde beschavingen’ als een kaartenhuisje omver. Want kijk, honderdduizenden jongeren, syndicalisten, vrouwen komen op voor vrijheid van organisatie, voor democratische

rechten en voor een echte onafhankelijkheid van hun land. Een ongeziene democratische dynamiek overspoelt onze buren aan de Middellandse Zee. Je proeft het in de straten van Kasserine, je proeft het in de straatcomités van Sousse, je proeft het in de vakbondslokalen in Tunis. “Ja maar, hoe zal dat allemaal aflopen?” waarschu-wen de pessimisten van dienst. Het pessimisme en het cynisme zijn de eerste vijanden van verandering. Overal. “Wij hebben geen angst meer”, dat is zowel in Tunesië als in Egypte de brandstof van het revolutionair proces. “De belangrijkste steun die we vandaag kunnen gebruiken is niet financieel. Neen, wij willen dat zoveel mogelijk mensen naar hier komen. Dat ze zien wat er hier gebeurt. En dat ze de revolutie uitdragen”, zegt onze gastheer Hamma Hammami. Hammami is woordvoerder van de Communistische Arbeiderspartij van Tu-nesië, de PCOT, en bijzonder gerespecteerd in heel Tunesië. “De onkreukbare”, zo noemen ze hem. Omdat hij niet cor-rupt is; omdat hij, ondanks zijn jarenlange verblijf in de kerkers van Ben Ali, nooit de strijdwil heeft opgegeven. “Hoe het zal aflopen hangt af van zij die de geschiedenis maken, en niet van zij die vanuit hun zetel zwartgallige commentaar geven”, antwoordt Hammami. Wij zijn geen toeschouwers, wij zijn actoren van verandering. De steun aan de Arabische lente is een zaak van ons allemaal. Om-dat de progressieve krachten onze steun nodig hebben. Laten we verbroederen met vakbondsdelegaties, met vrouwencomités, met mensenrechtenorganisaties, met de communistische partijen om het prille proces van democratische rechten en nationale onafhankelijkheid uit te diepen. Maar ook, en vooral, omdat wij vandaag van hen kunnen leren. Om onze eigen vooroordelen tegenover de Arabische wereld tegen te gaan. We kun-nen ook leren hoe een bevolking zich in beweging zet en voelen welke kracht er mogelijk is als de geest uit de fles wordt gehaald. ‘Jalla! Vooruit!’ zo denk ik hier in het

blauwbetegelde baancafé van Kasserine.

Peter Mertens<

Overdenkingen vanuit een tunesisch baancafé in kasserine

Peter Mertens en Rafik

Rassaâ (rechts) in gesprek met

enkele jonge revolutionairen

tijdens hun recente verblijf in

het Tunesische Kasserine. (Foto

Solidair)

“Wij hebben geen angst meer”, dat is zowel in Tunesië als in Egypte de brandstof van het revolutionair proces

De Arabische

lente heeft

alle stellingen

over ‘botsende

culturen’, en

‘tegengestelde

beschavingen’

als een kaartenhuisje

omver geblazen

Aanvankelijk kwamen ze op straat voor brood, maar al snel wilden ze de hele bakkerij

Page 4: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

� Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | INTERNATIONAAL |

Op 14 januari moest de Tu-nesische dictator Ben Ali zijn land ontvluchten. Een maand later werd dat al flink gevierd. Daarmee is de kous echter nog niet af. Het oude regime zetelt nog steeds in de regering.

Op 17 december 2010, in het stadje Sidi Bouzid, stak de 26-jarige fruit-verkoper Mohamed Bouazizi zichzelf in brand. Op 4 januari overleed hij. Gediplomeerd, maar werkloos, was deze jongeman fruit gaan verkopen om zich een inkomen bijeen te ver-dienen. Een vergunning hiervoor had hij niet, en de corrupte politie doekte zijn handeltje op. De wanhoopsdaad van Bouazizi bracht heel wat onvrede naar boven die al langer sluimert onder de Tunesische jongeren. “In de streek van Sidi Bouzid komt

u zelfmoord wel vaker voor, vooral onder jongeren,” vertelt Maher, zelf afkomstig uit de regio. “De economische situatie van de bevolking in het Tunesische binnenland is dramatisch: zelfs met een diploma hebben wij, jongeren, geen enkel toekomstperspectief, want er zijn nauwelijks sectoren waar er werk te vinden is.” Het valt dan ook niet te verwon-deren dat de jongeren in opstand zijn gekomen om waardige leefomstan-digheden te eisen. Hun boodschap: “Water en brood: ja. Ben Ali: neen!” Het protest begon in de meest ach-tergestelde gebieden van Tunesië (Sidi Bouzid, Kasserine, Gafsa…) en deinde daarna uit over de rest van het land. Op 10 januari bereikte de protestbeweging Tunis. Scholen en universiteiten sloten, en sluiten massaal aan bij de beweging. Al snel sloten de advocaten en de – toen nog – enige vakbond in Tunesië, UGTT,

zich bij het protest aan. De algemene staking die de UGTT op 14 januari organiseerde, speelde een cruciale rol in het verloop van de revolutie.

Nieuwe vaten, oude wijnHet deels spontane karakter van de beweging heeft bijgedragen tot haar succes. Aangezien er geen tussenniveau bestond tussen de bevolking en het regime van Ben Ali, beschikte het regime niet over de middelen om de beweging te manipuleren of te bedaren. Tenzij met geweld. Toen Ben Ali de aftocht geblazen had, veranderde de roep “Weg met Ben Ali” in “RCD game over, weg met de RCD”. Want de dictator is dan wel opgestapt, zijn partij, de RCD, zit nog steeds in het zadel: Mohamed Ghan-nouchi, de man die elf jaar lang eerste minister was onder Ben Ali, heeft nu

het roer overgenomen. De Tunesiërs blijven echter op straat komen. Nog steeds eisen ze jobs, maar hun woede is ook gericht tegen de regering-Ghan-nouchi, die ze beschouwen als een voortzetting van het oude regime. Een eerste overgangsregering moest al eens onder druk van het volksprotest opstappen. De sleutelposten waren in handen gebleven van de RCD. Op 27 januari vormde Ghannouchi een ‘nieuwe’ overgangsregering. Maar ook die heeft niet het vertrouwen van de bevolking. “Laat je maar niets wijsmaken,” zegt Maher. “De herschikking van de regering is maar schijn. Het zijn nog steeds de leden van de RCD die de macht hebben, maar niet meer onder de naam RCD.” De Tunesiërs willen dat het beleid volledig uitgezuiverd wordt. “We hebben Ben Ali al weg gekregen, nu moeten ook nog alle kleine Ben Ali’tjes verdwijnen,” klinkt het.

FosforwapensMaar die ‘kleine Ben Ali’tjes’ zijn niet van plan om hun privileges zomaar zonder slag of stoot af te staan. Dat bleek duidelijk uit de manier waarop Ghannouchi het plein voor zijn ambtswoning liet ontruimen toen duizenden Tunesiërs zijn vertrek kwamen eisen. In de media was her en der te lezen dat Ghannouchi gepoogd

heeft zich verzoenbaar op te stel-len tegenover de betogers. “Niets van aan,” zegt Maher. “Hij heeft de mensen proberen om te kopen. De ordediensten boden de betogers geld aan om naar huis terug te keren. Toen niemand daarop inging, zijn ze geweld beginnen te gebruiken tegen de manifestanten. Er werden zelfs fosforwapens ingezet. Die zijn nochtans illegaal. Ze verlammen de ledematen en beschadigen de lucht-wegen.” Maar daar houdt de terreur van de regering-Ghannouchi niet op. De hele bevolking wordt geviseerd, of men nu betoogt of niet. In Kasserine vertelt Issi over de re-pressie waarvanhij getuige is geweest na de val van Ben Ali. “In de straten van Kasserine waren scherpschut-ters geposteerd op de daken van de huizen. Ze mikten systematisch naar het hoofd. In onze wijk werd zelfs een baby van zes maanden gedood, samen met zijn moeder toen ze uit een badhuis kwamen.” De Tunesiërs zijn nog niet van het oude regime af, maar ze zijn wel bereid om tot het uiterste te gaan. “Deze revolutie is van ons. Het gaat om onze waardigheid. We gaan ons de revolutie niet laten afnemen.”

Mathilde el Bakri

Mathilde El Bakri was lid van de PVDA-delegatie die begin februari op solidariteitsbezoek ging naar Tunesië

<

Wie profiteert van het Tunesisch wonder?

TuNesië | 23 jaar macht op enkele weken tijd verjaagd

“er moeten nog vele kleine Ben Ali’tjes verdwijnen”

Studenten betogen voor het Théâtre Municipal op het Bourguibaplein in Tunis. Na het vertrek van Ben Ali, eisen ze dat ook zijn ministers opstappen. (Foto Solidair, Mathilde El Bakri)

14 % van de actieve Tunesische bevolking is werkloos. Bij de jongeren is dat zelfs 30 tot 40 %. Toch wordt Tunesië voorgesteld als een econo-misch wonder.

Een eerste belangrijk gegeven is dat de Tunesische economie heel sterk exportgericht is. Dat wil zeggen dat ze erg afhankelijk is van de buitenlandse vraag. Het gaat dan vooral om sectoren waar laaggeschoolde arbeidskrachten aan de slag zijn, zoals de textielsector, de mijnbouw en de industrie. Doordat ze zo sterk te maken hebben met internationale concurrentie, wordt in die sectoren voortdurend op zoek gegaan naar manieren om de productiekosten te verlagen. In de praktijk betekent dat: mensen ontslaan, en degenen die blijven, minder betalen. Vooral in bedrijven die in buitenlandse handen zijn gebeurt dat, want daar heb-ben de werknemers niet het recht zich te organiseren in vakbonden. Een tweede punt is dat Tunesië een land is met ge-specialiseerde economische sectoren, die bovendien ook geografisch sterk geconcentreerd zijn. Daardoor is de economische ontwikkeling van Tunesië bijzonder ongelijk verdeeld over het land. Langs de kust is er meer nijverheid, terwijl het binnenland achterblijft. In som-

u mige streken is de werkloosheid dan ook torenhoog. Alleen een structurele verandering van de economie kan jobs scheppen. En dat is hard nodig. Kenmerkend voor het probleem is dat de helft van alle werklozen een diploma hebben. En een meerderheid van hen is jonger dan 30 jaar.

Nefast wonderUiteindelijk moeten we vaststellen dat het ‘economische wonder’ nefast is voor de bevolking en in het bijzonder voor de jongeren met een diploma, die nochtans steeds te horen hebben gekregen dat je met een diploma meer kans hebt op werk. Terwijl werkende en werkloze mensen moeten inleveren op hun loon en hun uitkeringen, terwijl er te weinig jobs zijn en er nauwelijks wordt geïnvesteerd in de overheidssectoren, profiteert een kleine elite van de exporteconomie. Die elite wordt de ‘compradore-burgerij’ genoemd. Het is een kleine kring van machtige families rond ex-dictator Ben Ali en zijn vrouw, die de touwtjes van de Tunesische economie in handen heb-ben. Voor een groot stuk is ook dat de reden waarom de jongeren in Tunesië in opstand zijn gekomen. Ze willen betere leefomstandigheden en waardig werk. (MEB)

Betoging voor het parlement van Tunesië. Het parlement keurde een wet goed die aan Mohamed Ghannouchi, eerste minister onder Ben Ali, alle presidentiële machten toekent. (Foto Solidair, Mathilde El Bakri)

Page 5: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

�Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| TUNESIË |

TuNesië• 165.150 km2 (5,5 keer België) • 10,5 miljoen inwoners• levensverwachting: 75,6 jaar • bbp: 43,86 miljard dollar (België : 461 miljard).• bevolking onder 25 jaar: 42,1 %• 67 % woont in steden• religie: 98 % moslim, 1 % christen, 1 % joods en ander

Wie is wieMohamed BouaziziJonge werkloze (26 jaar) die zichzelf op 17 december 2010 in brand stak voor het gouvernoraat van Sidi Bouzid uit protest tegen de inbeslagname van zijn koopwaar. De jongeman was bij gebrek aan ander toekomstper-spectief fruitverkoper geworden. Twee weken na zijn wanhoopsdaad overleed hij. Meer dan 5.000 mensen waren aanwezig op zijn begrafenis. Zijn dood radicaliseerde de volksopstand en Bouazizi werd het symbool van de Tunesische revolutie.

Zine Ben AliMilitair van opleiding, nam in 1987 de macht over van Bourguiba toen die laatste geveld was door ziekte. Ben Ali bleef aan de macht tot 14 januari 2011. Getrouwd met Leila Trabelsi en momenteel in ballingschap in Saoedi-Arabië.

Mohamed GhannouchiBekleedde verschillende ministerposten onder het regime van Ben Ali, tot hij in 1999 benoemd werd tot eerste minister. Na het vertrek van Ben Ali neemt hij de macht over.

Front van 14 januariDit progressieve, democratische volksfront ontleent zijn naam aan de dag waarop Ben Ali vertrok. Het front groepeert tien politieke organisaties, waaronder de Communistische Arbeiderspartij van Tunesië (PCOT) en de Patriottische en Democratische Partij van de Arbeid (PTPD). Zie ook p. 8

Hammi HammamiWoordvoerder van de PCOT. Werd meermaals opgesloten in de gevan-genis. Zijn vrouw Radhia Nasraoui is een bekende advocaat en mensen-rechtenactiviste.

eeN regime vAN repressie eN Terreur

“Zelfs in een taxi kon je beter niet over politiek praten”

We zouden het haast ver-geten, maar nog niet eens zo lang geleden werd van de Arabi-sche volkeren soms gezegd dat ze “weinig strijdvaardig” zijn, en “verdeeld”. Maar wat betekent het om onder een dictatuur te leven zoals die van Ben Ali? Hoe leef je en hoe organiseer je je?

In het Tunesische parlement zijn 25 % van de zetels voorbehouden aan de oppositie. Veel democratische waarde heeft dat echter niet. Het is maar een schijnoppositie die moest dienen om het presidentschap van Ben Ali te legitimeren. De echte op-positie werd volledig het zwijgen opgelegd. Veel politieke verant-woordelijken hebben jarenlang in de cel gezeten en werden er fysiek en mentaal gemarteld. Elke echte politieke of ideologi-sche oppositie was verboden. De Communistische Arbeiderspartij van Tunesië (PCOT), bijvoorbeeld, moest zich meer dan twintig jaar in de clandestiniteit organiseren. De meeste verantwoordelijken van de partij hebben in de gevangenis gezeten, soms omdat ze gewoon mee stapten in een betoging. Zelfs buiten de clandestiene orga-nisaties werd de minste afwijkende

u mening zwaar afgestraft. Samia werkt bij de Tunesische radio-omroep. Door de jaren heen heeft zij het meermaals meegemaakt dat een collega die kritiek had durven te uiten op Ben Ali, overgeplaatst werd naar een afgelegen gebied: “Controle en censuur waren alomtegenwoordig,” vertelt ze. “Zelfs als je gewoonweg een taxi nam, kon je beter niet over politiek praten, want heel wat taxi-chauffeurs zijn in feite agenten van de politieke politie die de Tunesiërs in de gaten houden.”

verdwenen familieledenEen ander voorbeeld is dat van Ahmed. Hij is militant van de UJET, een jongerenbeweging van Tune-sische studenten. “In 2006 hielden we een betoging om de prijzen in de universiteitsrefter te verlagen. Een twintigtal jongeren werden daarbij opgepakt door de politie. Een van hen zit tot op de dag van vandaag in de gevangenis. We hebben al twee jaar niks meer van hem gehoord. We weten zelfs niet of hij nog leeft.” Het is geen alleenstaand geval. Talloze mensen hebben een familielid waar ze al jaren niks meer van horen. En het is niet dat de verdwenen per-sonen per se gruwelijke misdaden hebben gepleegd. Een moeder ver-telt dat haar zoon acht jaar cel heeft

gekregen omdat hij in het openbaar geürineerd had. In veel gevallen staat de straf absoluut niet in verhouding tot het misdrijf. Velen zijn er dan ook van overtuigd dat er andere, politieke, redenen zijn waarom sommigen in de gevangenis worden gezet. Maar aangezien ze officieel geen politieke gevangenen zijn, komen ze nu ook niet in aanmerking voor de gratie die momenteel aan politieke gevangenen verleend wordt.

Bal is aan het rollenOm zijn regime in stand te houden had Ben Ali een gigantisch repressief apparaat geïnstalleerd, onder andere met de politieke politie en zijn eigen milities. Dat zijn werkelijk de pijlers van de dictatuur. Het Front van 14 januari (zie p. 8) eist dan ook dat ze onmiddellijk worden opgeheven, maar Mohamed Ghannouchi, de voormalige eerste minister die sinds het vertrek van Ben Ali het land be-stuurt, weigert dat te doen. Maar de bal is aan het rollen. Het Tunesische volk heeft het regime op zijn grondvesten doen daveren en er is geen weg terug. Een jongere verwoordt het zo: “Vandaag hebben zij schrik, omdat wij geen schrik meer hebben.”

Mathilde el Bakri<

Enkele Tunesische moeders komen de ‘nieuwe’ leiders ter verantwoording roepen. Ze willen nieuws over hun zonen, van wie sommigen al jaren opgesloten zitten. De families van gevangenen weten vaak zelfs niet eens in welke gevangenis die opgesloten zitten. (Foto Solidair, Mathilde El Bakri)

Kaarten Le Monde dipLoMatique en Vn

Page 6: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

� Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | INTERNATIONAAL |

Op 25 januari, nauwelijks elf dagen nadat de Tunesische dictator Ben Ali zijn land was ontvlucht, startte in Egypte een massabeweging die er op een goeie twee weken tijd in slaagde ook de Egyptische president Moebarak van de macht te verdrijven.

“Ik ben ontzettend trots op het Egyptische volk. Na dertig jaar in een dictatuur en in angst te leven is het niet eenvoudig om op straat te komen. Maar het kon niet verder zo,” zegt Eva Vergaelen. Zij is journaliste, gehuwd met een Egyptenaar en ze pendelt elke twee maand samen met haar kinderen over en weer tussen Antwerpen en Caïro. Haar man was een van honderdduizenden die deelnamen aan de acties op het

u Tahrirplein. “Hier in het Westen zag men het niet aankomen, maar de Egyptische opstand is niet uit de lucht komen vallen,” vertelt ze. “Het gevoel leeft al lang dat het zo echt niet meer verder kon. Vooral de corruptie, de groeiende armoede en het volledige gebrek aan vrijheid, maakten het leven moeilijk.”

Verandering via de straatDe kiemen van het volksprotest liggen in 2005. In dat jaar liet de beweging voor verandering ‘Kefaya’ voor het eerst van zich horen naar aanleiding van het grondwettelijk referendum en de presidentsverkiezingen van dat jaar. De beweging brak in de jaren erna echter nooit echt door, maar bewees wel dat er een voedingsbodem voor protest was.

Drie jaar later was een grote textiel-staking in de stad El-Mahalla El-Kubra de aanleiding voor de oprichting van de fameuze ‘6 aprilbeweging’, die een belangrijke rol zou spelen in de mobilisatie van de huidige pro-testbeweging. Een aantal jongeren organiseerde via socialenetwerksites steun aan de stakende textielarbei-ders: ze brachten verslag uit van de acties, toonden de politierepressie en organiseerden juridische bijstand. In november 2010 werden er parlementsverkiezingen gehouden, maar die waren volledig vervalst. Moebarak zei vooraf zelfs openlijk op tv dat de verkiezingen absoluut niets zouden veranderen. Vele mensen werden op de verkiezingsdag niet eens toegelaten in de stembureaus. “Toen werd duidelijk dat er via de weg van verkiezingen nooit iets zou veranderen in Egypte,” zegt

Eva Vergaelen. “Het zou via de straat moeten gebeuren. De gebeurtenis-sen in Tunesië brachten alles in een stroomversnelling.”

Dag van de woedeEn op 25 januari barstte het protest los. “Jaarlijks werd op de 25ste januari een soort feestdag voor de politie gehouden. Maar de politie was al vele jaren gehaat door bevolking. Ze was zeer corrupt en het was bekend dat ze geregeld mensen mishandelde en folterde,” vertelt Vergaelen. “Daarom hebben verschillende bewegingen net die dag uitgekozen om naar Tune-sisch voorbeeld een massabeweging tegen het regime te lanceren. Ze herdoopten de ‘dag van de politie’ tot de ‘dag van de woede’.” Onder andere via digitale netwerken groeide de mobilisatie enorm aan.

Vooral door de Facebookpagina “We zijn allemaal Khaled Said”, genoemd naar een jongere uit Alexandrië die op straat door de politie werd doodgeslagen. Uiteindelijk kwamen er die eerste actiedag al tienduizenden op straat, niet alleen in Caïro, maar ook in andere steden, zoals Alexandrië en Suez. Ondanks het feit dat de politie hard optrad tegen de betogers kreeg de actiedag de dagen daarna op steeds grotere schaal navolging. Miljoenen Egyptenaren kwamen in opstand tegen heel het systeem van corruptie, brutale repressie, doffe armoede en uitzichtloosheid. “Moebarak moest weg,” zegt Eva Vergaelen. “Er moest een einde komen aan de politiebru-taliteiten en aan de noodtoestand. Alle politieke gevangenen moesten vrijgelaten worden en vooral voor de overgrote meerderheid van de bevolking waren eisen als werk, leefbare lonen, vakbondsvrijheid zeer belangrijk.” Het regime probeerde de bevolking nog te sussen met een loonopslag van 15 %, maar dat zorgde integendeel voor een golf van stakingen. “Omdat die 15 % absoluut te weinig is,” zegt Vergaelen. “Je moet weten dat voor 80 % van de bevolking de situatie steeds onhoudbaarder wordt. De voorbije vijf jaren verdubbelden de prijzen van basisproducten, maar de lonen volgden niet.” Ook andere toegevingen konden de gemoederen niet bedaren. Zo ontsloeg Moebarak op 29 januari zijn hele regering. Op 5 februari stuurde hij de leiding van zijn partij naar huis, inclusief zijn zoon en gedoodverfde opvolger. Een dag later stelde hij Soeleiman, het hoofd van de geheime politie, aan tot vicepresident. Maar de protesten hielden aan, en op 7 februari kreeg de beweging een nieuw impuls toen Wael Ghonin, de man die via Facebook had opge-roepen tot de eerste betoging, na twaalf dagen gevangenschap werd vrijgelaten. En toen een dag later

Hoe de Egyptische revolutie niet uit de lucht kwam vallen

Dertig jaar noodtoestand

De situatie was voor de Egyptenaren onhoudbaar geworden: zware repressie, vervalste verkiezingen, groeiende armoede. De Tunesische bevolking gaf het goede voorbeeld en toonde dat de weg naar verandering via de straat verloopt. (Foto 3arabawy)

Na de moord op zijn voorganger Sadat in 1981, handhaafde Moebarak gedurende dertig jaar een permanente noodtoestand. Zo werd Egypte helemaal een extreme politiestaat.

In Egypte is het de gewoonte dat elk verzet wordt neergeslagen. In september 1981, liet toenmalig president Sadat op één maand tijd 1.600 mensen in de gevangenis gooien. Op 6 oktober 1981 werd hij tijdens een militaire parade neergeschoten door islamitische fundamentalisten. Vicepresident Hosni Moebarak, net als Nasser en Sadat een legerofficier, nam de macht over en installeerde de noodtoestand. Die is tot op de dag van vandaag nog steeds niet opgeheven. Elke uiting van kritiek, elke vorm van oppositievereniging is onder het regime van Moebarak verboden. De dictatuur regeert met ijzeren hand: in 2008 werden nog vier hoofdredacteurs van kranten veroordeeld tot lange gevangenisstraffen omdat hun kranten artikels hadden gepubli-ceerd die werden bestempeld als “beledigend voor het staatshoofd”.

Vijf mensen samen? Verdacht!“In Egypte kon je letterlijk niets beginnen als je geen lidkaart had van de regerende partij, de NDP,” vertelt Eva Vergaelen. “Bovendien leeft het land al sinds de moord op Sadat onder een militaire dictatuur. De zoge-naamde strijd tegen het terrorisme was een echte obsessie, alles stond in het teken hiervan. Elke vorm van kritiek op het regime werd gelijkgesteld

u met sympathie voor het terrorisme en kon je in de gevangenis doen be-landen. Elke samenscholing van meer dan vijf mensen was verdacht. Ook staken was verboden: elke poging om zich te groeperen in vakbonden die onafhankelijk waren van het regime werd tenietgedaan. Als er in een vakbond dan al leiders naar voren kwamen – zoals bij de journalisten of de advocaten – die zich niet aan de kant van het regime opstelden, dan werden die gewoon afgezet en vervangen door ‘loyale’ NDP-figuren.”

Politie werkt samen met straatbendes

Politie en leger kregen veel middelen van Moebarak om zijn gezag te handhaven. En dat gebeurt niet altijd even zachtaardig. Vooral de Egyptische politie staat bekend om haar gewelddadige optreden. WikiLeaks publi-ceerde onlangs een telegram van de Amerikaanse ambassadeur Scobey gedateerd op 15 januari 2009. Scobey schrijft daarin dat informanten van de ambassade “schatten dat er dagelijks alleen al in de politiekantoren van Caïro honderden gevallen van foltering plaats grijpen”. Lokale poli-tiedistricten begonnen vanaf de jaren 80 dikwijls zelfs samen te werken met straatbendes die ze inzetten om de buurt te terroriseren. Daarnaast is er een soort oproerpolitie, de Central Security Services, de Amn al Markazi, een korps van 397.000 manschappen, die een onderdeel zijn van het leger en onder het bevel staan van Moebaraks rechterhand, Soeleiman. Het is deze oproerpolitie die tijdens de januarirevolutie de betogers met traansgasgranten en bruut geweld te lijf ging. (TB)

Page 7: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

�Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| EGYPTE |

EgyptE

• 997.739 km2 (32 keer België)• 80,25 miljoen inwoners• levensverwachting: 71,8 jaar • bbp: 216 miljard dollar (België: 461 miljard).• 42% woont in de steden• religie: 90% moslim, 10% christen

Kaarten Vn

Groeiende armoede en ellende voor de bevolking

6.000 dokwerkers van het Suezkanaal het werk neerlegden, schakelde de opstand nog een versnelling hoger. De beweging zou niet stil vallen, zoveel was duidelijk. Uiteindelijk moest Moebarak op vrijdag 11 februari opstappen. Min-stens 365 mensen stierven tijdens de achttien dagen van protestma-nifestaties.

Nog niet de vrijheid die het volk wil

Hoe moet het nu verder? “De militaire hoge raad die Moebarak verving, vormt eigenlijk een militair regime. Dat is niet de vrijheid die de betogers wilden,” aldus Eva Vergaelen. “Oké, de mensen zijn blij over het verdwijnen van Moebarak. En de vele toegevin-gen en beloften van de legerleiding klinken de Egyptenaren goed in de oren: het ontbinden van het parlement dat verkozen werd door vervalste verkiezingen, het veranderen van de grondwet zodat de president minder macht krijgt… Maar dat zijn beloftes. De mensen eisen ook de onmiddel-lijke opheffing van de permanente noodtoestand en vrijlating van alle politieke gevangenen.” De militairen dringen er bij de talrijke stakers op aan om terug aan het werk te gaan. Maar de mensen willen de pas veroverde vrijheid gebruiken om een verbetering van hun lonen en werkomstandigheden te eisen. De textielarbeiders in El-Mahalla El-Kubra, sinds april 2008 de bakermat van de opstand, geven het voorbeeld en zijn met 20.000 in staking gegaan. En op het centrale Tahrirplein in Caïro zal elke vrijdag opnieuw actie worden gevoerd tot het regime helemaal verdwenen is.”

Tony Busselen<

Internationale instanties roemden Egypte om zijn eco-nomische beleid. Het land trok veel buitenlandse investeerders aan. Maar voor de gewone Egyp-tenaren betekende dat geen vooruitgang.

De Wereldbank klasseerde Egypte twee jaren geleden nog onder de landen die het best de liberale hervormingen van privatiseren en vrijmaken van de markt toe-pasten. De gemiddelde groei van de economie draaide rond de 7 %. Egypte was het land in Afrika dat het meeste buitenlandse investe-ringen aantrok. In de Arabische wereld deed enkel Saoedi-Arabië beter. En toch groeide de onvrede steeds harder. Waarom? De privatiseringen zorgden er vooral voor dat arbeidsplaatsen verdwenen en dat de lonen nog lager werden. Daar kwam dan nog eens bovenop – vooral na de economische crisis van 2008 – dat de voedselprijzen enorm stegen (de laatste vijf jaar verdubbelden ze). Voor miljoenen Egyptenaren betekende dit doffe ellende. 40,6 % van de Egyptenaren leeft in armoede. Het officiële werkloosheidscijfer bedraagt 9,7 % of 2,5 miljoen Egyptenaren. 70 % van de werklozen heeft een

u diploma middelbaar onderwijs, 10 % heeft zelfs een diploma hoger onderwijs.

Grote plantages, grote armoede

En degenen die werk hebben krijgen te lage lonen. De Franse krant La Tribune citeerde een schoenverkoper, Mohamed, die in een mooi winkelcentrum in Caïro 125 euro per maand verdient. Hij kan slechts met moeite rond komen. “Als ik mijn loon ontvang op het einde van de maand, dan weet ik niet hoe alles te betalen. De huur bedraagt al 45 euro, dan is er de elektriciteit, eten voor mezelf, mijn vrouw en onze twee kinderen...” Naast deze lage lonen zijn er dan nog de voortdurende prijsstijgingen. “De regering moet de prijzen doen dalen, we kunnen zo niet verder,” zegt hij. De liberale hervormingen be-tekenden ook dat grote plantages, waar landbouwproducten worden gekweekt voor de export, gesti-muleerd werden. De Egyptische landbouw behoort dan wel tot de meest productieve ter wereld, maar Egypte moet vandaag de helft van zijn graan invoeren. En het meren-deel van de armen (78 %) woont op het platteland. (TB)

De liberale hervormingen in Egypte zorgden vooral voor minder jobs en lagere lonen. Daar kwam nog eens bovenop dat de voedselprijzen op vijf jaar tijd verdubbelden. 40,6 % van de Egyptenaren leeft in armoede. (Foto Nasser Nouri)

Wie is wieHosni MoebarakVerdiende zijn strepen bij de luchtmacht tijdens de Jom Kipoeroorlog. Was vicepresident onder Sadat en volgde hem op toen die in 1981 vermoord werd. Veranderde Egypte in een complete politiestaat en deed het land een pro-Amerikaanse en pro-Israëlische koers varen. Moest op 11 februari na volksprotest opstappen.

Omar SoeleimanMaakte eveneens carrière in het leger. Werd in 1993 benoemd tot hoofd van de inlichtingendienst en stond bekend voor zijn harde aanpak van de politieke islam. Werd op 29 januari 2011 benoemd tot vicepresident. Moebarak droeg op 10 februari alle macht over aan hem, maar toen Moebarak een dag later aftrad en de macht overdroeg aan de hoge raad van militairen, verloor Soeleiman zijn positie.

Mohamed ElBaradeiVoormalig topman van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA). Leefde jarenlang in Wenen, maar keerde naar Egypte terug toen de volksopstand losbarstte. Werpt zich op als oppositieleider, maar heeft nauwelijks achterban.

Khaled SaidWerd in juni 2010 in Alexandrië door de politie doodgeslagen, wellicht toen hij filmde hoe agenten drugs verhandelden. Er werd een Facebookpagina naar hem genoemd ‘We zijn allemaal Khaled Said’, die het protest mee in een stroomversnelling bracht.

Page 8: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

� Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | Hoofdrolspelers |

Tunesische vakbond uGTT | ELKE DAG HONDERDEN STAKINGEN

“de vakbond speelde een essentiële rol“

de Tunesische opposiTiekrachTen

de politieke partijen treden uit de clandestiniteit

Na de vlucht van de dictator eisten de Tunesiërs dat alle leden van de vroegere partij van Ben Ali (RCD) uit de voorlopige regering zouden gezet worden. (Foto Nasser Nouri)

Op zaterdag 5 februari verzamelden syndicalisten voor de hoofdzetel van de UGTT en eisten de vervanging van sommige leiders van de vakbond die met Ben Ali collaboreerden. (Foto Solidair, Mathilde El Bakri).

Voor de revolutie bestonden er al verschillende politieke partijen in Tunesië. Sommige zijn erkend door het Parlement, andere wer-ken in de clandestiniteit. Vandaag is de Nationale Raad voor het Be-houd van de Revolutie opgericht. Deze tegenmacht groepeert 28 Tunesische organisaties.

Onder de dictatuur had je drie soorten oppositiepartijen: • erkende partijen: Ben Ali kende hen een aantal zetels in het Parlement toe. Tot deze partijen behoorde de voormalige communistische partij. Zij verwierp echter het communisme in 1993 en noemt zich nu de Ettajdid (“Vernieuwing”)-beweging. Haar Algemene secretaris Ahmed Brahaim is minister in de huidige regering-Ghannouchi.• toegelaten, maar niet in het Parle-ment vertegenwoordigde partijen: de Progressieve Democratische Partij

u (PDP) van Nejib Chebbi is lid van de nieuwe regering. Het Democratisch Forum voor Arbeid en Vrijheid (FDTL) weigerde toe te treden.• verschillende illegale partijen: de zwaar onderdrukte islamitische Ennadha (“Wedergeboorte”)-partij, de Communistische Arbeiderspartij van Tunesië (PCOT), de Patriottische en Democratische Partij van de Arbeid (PTPD) en nationalistische en democratische partijen zoals het Republikeins Congres (CR). Aangezien PCOT clandestien werkt, is zij niet zo bekend bij het grote publiek in Tunesië. Haar woord-voerder, Hamma Hammami, is het des te meer. Hij verwierf veel aanzien omdat hij in het land is gebleven, ondanks vele jaren gevangenis en de folteringen die hij onderging. Dat hij een belangrijke figuur is, hebben wij verschillende keren vastgesteld. Ook zijn echtgenote, de advocate Radhia Nasraoui, voorzitster van de Vereniging tegen Folteringen, is bekend door haar lange hongerstakingen begin

2000. Tien van deze groeperingen vormen samen het “14 januarifront” (datum van de val van de dictator, maar niet van de dictatuur). De Grondwet, de wetten, instellingen zoals de politieke politie en andere pijlers van het regime bestaan nog altijd. Het Front pleit voor de opheffing van het Ghannouchiregime en wil dit vervangen door een voorlopige regering die geen enkele binding heeft met de dictatuur.

de revolutie veiligstellen De regering van Ghannouchi heeft enkel de bevoegdheid om de lo-pende zaken af te handelen en vrije democratische verkiezingen te orga-niseren voor de oprichting van een grondwetgevende vergadering. Het Front stelt voor om zo snel mogelijk een Nationale Raad voor het Behoud van de Revolutie bijeen te roepen. Deze Raad moet het goed verloop van de overgang waarborgen. Hij

De UGTT (Tunesische Alge-mene Unie van de Arbeid) speelde een belangrijke rol in de Tunesische revolutie. Heel wat vakbondsleden namen deel aan de protestbewe-ging. En de stakingen die de UGTT organiseerde, met zowel syndicale als politieke eisen, verhoogden de druk op het regime.

Sidi Bouzid ligt in centraal-Tunesië. Het is daar dat een jonge gediplomeerde, maar werkloze fruitverkoper zichzelf in brand stak en zo de eerste strijdbe-weging ontketende. De betogingen in Sidi Bouzid vertrokken aan de lokalen van de UGTT. Syndicalisten en linkse militanten omkaderden de jongeren en hielpen hen hun eisen te formuleren. En vaak waren het solidariteitsmeetings met Sidi Bouzid die in andere steden het startpunt waren voor weer andere betogin-gen. Met als eisen: de stopzetting van de slachtingen die in heel het land plaatsvinden, een onderzoek naar de verantwoordelijken voor de moordpartijen en de terugtrek-king van de ordestrijdkrachten in de kazernes. Onder druk van de basismilitanten uit verschillende regio’s kondigde de Administratieve Commissie, het hoogste beleidsorgaan van de vakbond na het congres, op 12 janu-ari beurtstakingen af. Op 13 januari trokken honderdduizend betogers

u

door de straten van Sfax, de tweede stad van het land. De dag daarop was het de beurt aan tienduizenden werknemers in Tunis. Die avond nam Ben Ali de benen…

Forse aangroei aantal vakbondsleden

“De UGTT was niet de initiatiefne-mer van de opstand: dat waren de jonge werklozen. Maar de vakbond speelde niettemin een essentiële rol,”

legt Mohamed Mselmi ons uit. Hij is algemeen secretaris van de UGTT voor het gouvernoraat1 van Ben Arous in het zuiden van Tunesië, waar 60 % van de privé-industrie van het land is gevestigd.

De Tunesische werknemers wilden vrijheid om zo tot grotere rechtvaardigheid te kunnen komen. Ze werden hard getroffen door de economische crisis terwijl Ben Ali zichzelf verrijkte en zijn politie op de betogers afstuurde. “Alleen al in het gouvernoraat van Ben Arous, zijn 30 tot 40 % van de bedrijven dagelijks aan het staken. Op de eerste plaats om contracten van onbepaalde duur te eisen, want soms zijn er even veel interimarbeiders als arbeiders met een vast contract. En alleen die laatsten kunnen volgens de wet lid worden van de UGTT. Op enkele dagen tijd hebben we meer dan 11.000 nieuwe leden ingeschreven,” gaat Mohamed Mselmi verder. Ondertussen telt de UGTT in heel Tunesië al 50.000 nieuwe leden. Verder strijden de werknemers ook voor hogere lonen. “Er zijn bedrijven die meer dan 30 % loonsverhoging hebben moeten toestaan,” vertrouwt hij ons toe.

syndicale strijd en politieke strijd

“De UGTT heeft, in de loop van haar geschiedenis, nooit uitsluitend de onmiddellijke belangen van de werknemers verdedigd. Sinds haar oprichting in 1946, heeft de UGTT zich ingezet voor de strijd voor nationale onafhankelijkheid en dat gecombineerd met de inzet voor de verbetering van de levensvoorwaarden van de werknemers. In 1952 arresteerde de

Page 9: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

�Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| Hoofdrolspelers |

inTerview samir amin

wie zijn de egyptenaren die moebarak verjoegen?

Samir Amin. (Foto skilllab)

egyptische arbeidersklasse in beweging6 aprilbewegingVan de jongerenbewegingen die op het Tahrirplein een coalitie vormden is de 6 Aprilbeweging de meest bekende. Deze beweging werd opgericht door Israa Abdel Fatah, een 27-jarige jonge vrouw die in april 2008 een Facebookgroep oprichtte ter ondersteuning van de 20.000 stakers in de textielfabriek van El-Mahalla El-Kubra. Israa was lid van de oppositiepartij Al Ghad zonder daarom echt politiek actief te zijn – de vrouw was eerder verbonden met de sociaal-culturele werking van die partij. Israa werd een week na het uitbreken van de staking gearresteerd en ervan beschuldigd de aanstookster te zijn van de incidenten. Nochtans had ze enkel de oproep van de stakers verspreid om thuis te blijven. Haar Facebookgroep groeide snel uit tot 80.000 leden.

onafhankelijke vakbondenOp 30 januari werd op het Tahrirplein de Egyptische Federatie van Onafhankelijke Vakbonden opgericht. Volgende vakbonden namen deel aan de oprichtingsvergadering: de onafhankelijke vakbond van de Real Estate Tax Collectors (de belangrijkste onafhankelijke vakbond die werd opgericht in 2008 n.v.d.r.), de Unie van de Gepensioneerden, de Vakbond van de Gezondheidswerkers, de onafhanke-lijke vakbond van de leraars en de leiders van stakerscomités uit El-Mahalla El-Kubra, Helwan en Sadat City. De nieuwe federatie publiceerde op 13 februari een verklaring waarin ze eiste dat de Federatie van Egyptische Vakbonden, een staatsvakbond die nauw samenwerkte met het Moebarakregime, werd ontbonden. “De staatsveiligheid zadelde de werkende klasse op met voorzitter Hussein Megawer en zijn hofhouding. Maar ze verkochten onze belangen. Het enige wat hen interesseerde was snel en gemakkelijk geld verdienen. En ze werden inderdaad miljonairs en leven in villa’s. We dagen hen uit hun bezittingen bekend te maken. Vandaag is de dag van de afrekening, het is de dag waarop de mensen de prijs zullen betalen voor de misdaden die ze begingen tegen de werkers.”

communisten overleggenTijdens het weekend van 19 en 20 februari namen vertegenwoordigers van de Egyptische en Tunesische communistische partijen op uitnodiging van de Libanese communistische partij deel aan de Buitengewone Vergadering van de Arabische Linkerzijde. De vergadering vond plaats in Beiroet. Vertegenwoordigers van Bahrein, Jemen en Soedan waren door hun respectievelijke regeringen verhinderd aanwezig te zijn.

We stelden de vraag aan een van de belangrijkste marxistische, politieke analisten en auteurs van Egypte en misschien wel van heel de Arabische wereld.

Samir Amin (79) is directeur van het Derde Wereld Forum in Dakar. Hij werd geboren in Caïro maar studeerde ook tien jaar in Parijs waar hij diploma’s politieke wetenschappen, statistiek en economie behaalde. We vroegen hem wie het gezicht vormt van de Egyptische revolutie. Of liever: de gezichten.

JongerenSamir Amin. Het gaat om gepoliti-seerde jonge mensen die niet alleen tegen de dictatuur maar ook tegen het sociaal en economisch systeem zijn. Of ze antikapitalistisch zijn? Dat blijft voor hen wat theoretisch, maar ze zijn in elk geval tegen het sociaal onrecht en de toenemende ongelijk-heid. Ze zijn ook nationalistisch, in de goeie betekenis van het woord: anti-imperialistisch. Ze haten de onderwerping van Egypte aan de VS. De jongerenbewegingen hebben een gedecentraliseerde leiding maar zijn wel erg goed georganiseerd. Ze kregen onmiddellijk een gigantische echo in heel het land.

vakbonden Samir Amin. Drie jaar geleden rolde een stakingsgolf over Egypte, de sterkste in heel het Afrikaans continent sinds 50 jaar, Zuid-Afrika inbegre-pen. Maar de officiële vakbonden waren volledig gecontroleerd door de staat. De stakingen startten dan

u

ook niet bij de vakbondsleiding, maar aan de basis. Ze waren een groot succes. Hoewel ze maar kleine toegevingen konden afdwingen – een loonsopslag van 10 of 15 %, nauwelijks genoeg om de inflatie bij te benen – bereikten ze iets veel belangrijkers: waardigheid en vakbondsrechten. En vandaag is er een nieuwe, onafhankelijke vakbondsfederatie opgericht die deel uitmaakt van de protestbe-weging.

communistenSamir Amin. De jongeren houden niet zo van het idee van een partij, met leiders en richtlijnen. Maar ze

hebben zeker geen slechte relatie met de communisten. Dankzij de demonstraties hebben ze mekaar gevonden, niet zozeer op het niveau van de leiding, maar in de concrete acties.

middenklasse Samir Amin. De democraten uit de middenklasse aanvaarden het kapitalisme en de markt, en zijn zelfs niet helemaal anti-Ameri-kaans. Maar het zijn democraten, ze zijn tegen de concentratie van de macht bij het leger, de politie en de maffiabenden. ElBaradei is een typische exponent van deze groep.

moslimbroeders Samir Amin. Ook al hebben ze een populair profiel, ze zijn in feite erg reactionair. Ze hangen niet alleen een religieuze ideologie aan, maar zijn ook conservatief op sociaal vlak. De Moslimbroeders hangen een economisch systeem aan dat gebaseerd is op de vrije markt en op afhankelijkheid van het buitenland. Ze maken in feite deel uit van de compradore bour-geoisie. Ze namen ook stelling tegen de grote stakingen van de arbeidersklasse en het gevecht van de boeren om hun grond in handen te houden.

Bert De BelDer<

moet ook de coördinatie verzorgen tussen de verschillende partijen die samenwerken voor de revolutie. Op 11 februari is een belangrijke stap gezet: de oprichting van het “Comité voor de Nationale Raad voor het Behoud van de Revolutie”. Achtentwintig organisaties hebben de platformtekst onderschreven: niet alleen de leden van het 14 januarifront, maar ook de UGTT-vakbondscentrale, de islamitische Ennadhapartij, de FDTL, advocaten-, journalisten- en schrijversverenigingen. Men beschikt nu over een georganiseerde tegen-macht om “het werk van de Voorlopige Regering te controleren”. Het Comité eist ook dat de benoemingen van hoge staatsfunctionarissen haar ter goedkeuring worden voorgelegd. De UGTT stelt overal en op alle niveaus haar lokalen ter beschikking voor de “Regionale Comités voor het Behoud van de Revolutie”, die overal opgericht worden.

BouDewijn Deckers<

uGTT uitzuiveren en versterkenDe werknemers zijn zeer aan hun vakbond gehecht en willen deze op alle niveaus uitzuiveren. Onder Ben Ali drong de corruptie zelfs door tot in de rangen van de UGTT. Zo verwijten de havenarbeiders van Radès hun afgevaardig-den dat ze de ontscheping van containers voor de Trabelsi’s (de familie van de vrouw van Ben Ali, n.v.d.r.) vergemakkelijkten in ruil voor commissies. Ze hebben hen vervangen door een democratisch verkozen afvaardiging en ze eisen dat de leiding van het UGTT die erkent.

Franse politie Habib Bourguiba (de latere eerste president van Tunesië die in 1987 door Ben Ali werd afgezet, n.v.d.r.) en andere leiders van de partij die toen de onderhandelingen voor de onafhankelijkheid voerden. De UGTT nam toen de leiding van het verzet over”, verduidelijkt Mohamed Mselmi. “Dat verleden heeft zijn stempel gedrukt op de UGTT. Het despotisch regime verbood elke politieke activiteit. Enkel in de lokalen van de UGTT kon aan politiek gedaan worden, haar statuten stonden dat toe. Tientallen jaren lang hebben verschillende oppositiekrachten weerstand geboden. En daar waar de leiding dat toestond, hebben vakbondsleden die tot verschillende politieke groepen behoorden, hun ideeën en zelfs geschriften op de vergaderingen kunnen verspreiden. Dat politiek werk heeft een zeker bewustzijn gewekt bij de jongeren en de werklozen, via hun ouders en hun leerkrachten.”

1 Administratief onderdeel van Tunesië, vergelijkbaar met een provincie bij ons

BouDewijn Deckers<

Page 10: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

| HOOFDROLSPELERS | Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | HOOFDROLSPELERS |10 11

INTERVIEW NAWAL EL SAADAWI

“De revolutie maakte ons allen één”

“De Egyptische vrouwen namen in groten getale deel aan de grote

Egyptische revolutie van 25 januari. Er waren er van alle leeftijden en van alle

sociale klassen bij, en ook onder de vrouwen vielen er slachto� ers.”

(Foto Al Jazeera English)

� Nawal El Saadawi. Zij was een van de honderdduizenden die dagen-lang het Tahrirplein in Caïro bezet hielden. Een kort vraaggesprek met deze gedreven feministe over de rol en betekenis van de revolutie voor de Egyptische vrouwen.

Ook al is ze ondertussen 79 jaar, deze internationaal vermaarde en gedreven Egyptische schrijfster, gynaecologe en activiste heeft de afspraak met de geschiedenis niet gemist. Zij was ooit in de jaren negentig gastspreker op het 1 Meifeest van de PVDA. Maar tijdens de revolutie in Egypte was ze op het Tahrirplein in Caïro te vinden.

Hoe groot was de deelname van de vrouwen aan de revolutie in Egypte? Nawal El Saadawi. De Egyptische vrouwen namen in groten getale deel aan de grote Egyptische revolutie van 25 januari. Er waren er van alle leeftijden en van alle sociale klassen bij, en ook onder de vrouwen vielen er slachto� ers. Sommigen werden gedood, anderen werden gerarresteerd door de politie. Op dat gebied was er geen verschil met de mannen. De revolutie deed alle verschillen tussen de Egyptenaren ver-dwijnen, het maakte hen allemaal één, ongeacht hun godsdienst, of ze nu man of vrouw waren, ongeacht hun klasse of

andere verschillen die ons opgedrongen worden door het lokale en globale racistische, militaristische, patriarchale kapitalistische slavensysteem.

Wij hebben vernomen dat u nu meewerkt aan de uitbouw van een vrouwen-vereniging, is dat zo? Nawal El Saad-awi. Wij, de vrou-wen van Egypte, zijn onmiddellijk na de val van het hoofd van het corrupte onder-drukkingsregime, begonnen met de heroprichting van de Egyptische Vrouwenunie. Die vereniging kreeg onder het regime van Moebarak en zijn vrouw verschil-lende keren een verbod te verduren. De voorbije dagen zijn erg veel jonge vrouwen en mannen die deelnamen aan de revolutie, tot onze vereniging toegetreden.

U hebt heel de recente geschiedenis van uw land meebeleefd en bent niet aan uw eerste revolutie toe, niet? Nawal El Saadawi. Van toen ik nog een kind van tien was en op de lagere school zat, ben ik in opstand gekomen tegen de buitenlandse en

binnenlandse onderdrukkers in mijn land. Dat begon met het verzet tegen het Engelse kolonialisme. Daarna kwam het regime van koning Faroek. Ik ben in opstand gekomen tegen het Amerikaanse neokolonialisme en heb mij verzet tegen de regimes van Sadat en Moebarak. Het cruciale moment van onze recente

revolutie was toen we de overwin-ning behaalden op de bendes van Moebarak die het Tahrirplein met paarden en kame-len opstormden. Ik werd bijna door zo’n ruiter neer-geslagen. Velen vonden toen de

dood. Maar we slaagden erin velen van die bendeleden gevangen te nemen en ontdekten toen op hun identi-teitspapieren dat het politieagenten waren verkleed als burgers. Die eerste overwinning op 2 februari leidde tot de tweede overwinning en de val van Moebarak op 11 februari.

< RIET DHONT

DE ROL VAN SOCIALENETWERKSITES IN DE REVOLUTIES

Twitter en Facebook: de postduiven van de 21e eeuw?

� Facebook en Twitter zorgden voor een nooit geziene verspreiding van informatie en actie. In Tunesië en Egypte, maar ook erbui-ten. Toch mag niet worden vergeten dat de revoluties in de eerste plaats ontstond in de fysieke wereld.

Natuurlijk kwamen de volksmassa’s in Tunesië, Egypte, en de landen die volgden, in de eerste plaats op straat omdat ze de brutale onderdrukking, de werkloosheid en de verarming beu waren. En natuurlijk heeft elke opstand zijn eigen Twitter – van postduiven tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568) over sms’jes tijdens de opstand tegen de Filipijnse president Estrada begin 2001. Dat mensen op zoek gaan naar ‘alternatieve’ manieren om met elkaar te communiceren is van alle tijden. Niets nieuws onder de zon dus. Toch spelen de nieuwe media vandaag een grotere én nieuwe rol. Speci� ek in landen als Tunesië en Egypte zelfs. Dat heeft veel te maken met het feit dat beide landen een erg jonge bevolking hebben. In Egypte, bijvoorbeeld, is 60 % van de inwoners jonger dan 30 jaar. Naar Afrikaanse normen is de bevolking er zeer ‘online’: 33 % in Tunesië, 21 % in Egypte. Facebook is in beide landen een popu-laire socialenetwerksite. Tunesië telde in januari 2.168.240 Facebookgebruikers (20,48 %), Egypte 5.444.960 (6,77 %). Ter vergelijking: België telde er 3.925.780 (37,66 %). Tel daarbij nog de rol van internetcafés en vooral van de mobiele telefoons (verspreiding in Tunesië 85 % en in Egypte 71 %): het gros van de talloze YouTube-� lmpjes die de afgelopen weken circuleerden, werden met mobiele telefoons gemaakt. En je merkt dat

nieuwe technologieën geen verwaarloosbare factor zijn in dit verhaal.

28.000 tweets per uurEr werd ook druk getwitterd (zie kader) tijdens de revoluties. En dat zorgde voor enorme in-formatiestromen. In Tunesië werden volgens sommige bronnen na 27 december soms tot 28.000 tweets per uur gepost. De tweets over de Tunesische opstand gingen steeds vergezeld van de hashtag #sidibouzid. In Egypte was #jan25 (verwijzend naar de dag van de eerste grote massa-acties) dé hashtag om te volgen. Op 25 januari werden tot 100 tweets per minuut met #jan25 verstuurd. Twitter leverde zo een gigantische stroom van ruw materiaal waarmee je van minuut tot minuut de gebeur-tenissen kan volgen. Maar de hashtag verbindt zo ook alle geïnteresseerde twitteraars tot een aaneengesloten gemeenschap.

Facebookpagina groeit uit tot organisatieplatform

Het internet was een van de weinige plaatsen waar mensen nog een mening kwijt konden. Van onafhankelijke pers of (legale) oppositiepartijen was immers nauwelijks sprake. Neem nu Tunesië, waar de 26-jarige Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak. De binnenlandse (gecontroleerde) media deden alles af als een zaak van criminelen en in het buitenland zou de zaak wellicht helemaal onbekend zijn gebleven ware het niet dat steeds meer Tunesiërs video’s, foto’s en andere getuigenissen op Facebook of weblogs begonnen te posten over het politiegeweld en

de slachto� ers. “Dankzij Facebook en dergelijke konden we de censuur van de o� ciële Tunesi-sche media omzeilen,” vertelt Maher, een van de jongeren die het volksprotest in Sidi Bouzid organiseerden. “We kregen informatie over be-togingen en politiegeweld. En toen we beelden zagen van dodelijke repressie in andere steden, hebben we zelf onmiddellijk gereageerd en zijn we voor het politiekantoor gaan manifesteren. Zo heeft het protest zich als een lopend vuurtje verspreid.” In Egypte is de situatie gelijkaardig. Daar sloegen agenten in juni 2010 de 28-jarige Khaled Said dood. Kort nadien werd een Facebookgroep opgericht om de jongeman te gedenken (El Shaheed, de martelaar). Het beeld van de dode jongeman sloeg in als een bom. De pagina kreeg steeds meer bezoekers en groeide uit tot een echt organisatieplatform: mensen postten er hun getuigenissen of met mobiele telefoons gemaakte video’s en foto’s, er was advies te lezen over hoe je vrienden organiseren, hoe politieblokkades omzeilen, enz. De (Arabische) pagina telt vandaag bijna een miljoen fans.

Boodschappen op bankbiljettenEen dergelijk gebruik van Facebook zorgt voor een nooit geziene verspreiding van informatie en actie, binnen Egypte maar ook ver daarbuiten. Wie over een internetverbinding of mobiele telefoon beschikt, kan voortaan zélf initiatief nemen. Het

helpt ongetwijfeld dat vele duizenden Tunesiërs en Egyptenaren hun angst voor het regime overwonnen hebben. Nu, wie denkt dat de websites en online-ini-tiatieven een kwestie waren van een handvol techneuten en computernerds heeft het ver-keerd voor. De initiatieven kwamen natuurlijk van de meest ervaren internetgebruikers, maar ze ontstonden vanuit de fysieke wereld, vanuit verontwaardiging om de onderdrukking. “De revolutie ontstond in de straten,” vertelt Maher, “maar dankzij de nieuwe media konden we sneller reageren en slaagden we erin om honderden en zelfs duizenden jongeren te mobiliseren.” Facebook, Twitter en andere pagina’s dienden ook om de acties in de fysieke wereld te organise-ren. Online info werd o� ine verder verspreid. Zo werden in Egypte bijvoorbeeld boodschappen doorgegeven door berichten te schrijven op bankbiljetten, liefst van kleine coupure zodat zeker ook de minder begoeden werden bereikt.

\ Voor nog meer info over de rol van het internet en de nieuwe media kunt u terecht op onze website www.pvda.be.

Interessante websites

EGYPTE • De Engelstalige kwaliteitskrant www.almasryalyoum.com• De website van de 6 aprilbeweging www.6april.org• De Facebookpagina over Khaled Said www.facebook.com/ElShaheeed (Arabisch) en www.facebook.com/elshaheeed.co.uk (Engels)• De website van de Egyptische Communistische partij egyptian.wordpress.com• De website van de onafhankelijke vakbond www.egytimes.org

Bloggers die in het Engels en/of Engels/Arabisch bloggen en echt de moeite zijn:• egyptianchronicles.blogspot.com• www.arabist.net• www.arabawy.org

Achtergrondsites over Egypte:• www.jadaliyya.com• www.juancole.com• www.monde-diplomatique.fr• egyptelections.carnegieendowment.org

TUNESIË • www.nawaat.org (collectieve blog, opgericht in 2004)• www.albadil.org (in het Arabisch maar met Google Translation kun je makkelijk verstaan waarover het gaat)• www.tunezine.com• tunileaks.appspot.com (Een overzicht van het WikiLeaks-materiaal met betrekking tot Tunesië)

Censuur en hoe ze te omzeilen

� Zowel in Tunesië als in Egypte probeerde de overheid om het in-ternet naar haar hand te zetten. In beide gevallen tevergeefs.

Naarmate het verzet in Tunesië groeide, nam ook de censuur van de dictatuur toe. Het in 1996 opgerichte Agence tunisienne d’Internet (ATI), onderdeel van het ministerie van Communicatie, speelde daarin een sleutelrol. Het ATI beschikt over zeer geso� stikeerde apparatuur waarmee het speci� eke websites binnen het uur kon blok-keren of zelfs diensten als YouTube – al sinds november 2007 – helemaal ontoegankelijk kon maken. Uiteindelijk ging het ATI zover om op persoonlijke loginpagina’s van Twitter, Gmail, Face-book… kwaadaardige code te ‘injec-teren’ waarmee de logingegevens van mensen konden worden onderschept. De logingegevens werden daarna misbruikt om de accounts te deleten. Er werden valse accounts aangemaakt, bankgegevens werden gekraakt, er werd gespioneerd met medewerking van de internetproviders… De Tunesische activisten konden echter rekenen op internationale steun, vooral van het aan WikiLeaks gelieerde activistennetwerk Anonymous. Hun techneuten hielpen de Tunesiërs aan instrumenten en kennis om de aan-vallen van de dictatuur te omzeilen. Ze lanceerden zelf ook zogenaamde DDOS-aanvallen waarmee ze minstens acht overheidswebsites plat kregen.

En de wereld schoot te hulp

In Egypte schoot de overheid pas later in gang. Op vrijdag 28 januari sloten de Egyptische autoriteiten het internet grotendeels af in een poging het pro-test te breken. In bepaalde gebieden werd ook de toegang tot het mobiele netwerk afgesloten. Op die manier werd de protestbeweging de belangrijkste communicatiemiddelen ontnomen. 80 miljoen Egyptenaren werden op 15 minuten tijd van de buitenwereld afgesloten. Een ongeziene zet in de geschiedenis van het internet. Al zeer snel kwam vanuit alle hoe-ken van de wereld hulp. De activisten van We Rebuild faxten bijvoorbeeld lijsten door met telefoonnummers waarop Egyptenaren die nog over een ouderwetse telefoonmodem beschikten, konden inbellen om zo online te gaan. De Amerikaan John Scott-Railton maakte audioregistraties van zijn talloze telefoongesprekken met Egyptenaren en postte de links naar die opnames op zijn Twitter-pagina http://twitter.com/Jan25voices. Google ontwikkelde zelfs een com-pleet nieuw platform: Speak2Tweet. Egyptenaren konden op een speciaal telefoonnummer een getuigenis inspreken. Waarna de link naar de audio-opname automatisch werd gepost op de Twitter-pagina twitter.com/#!/speak2tweet met hashtag #egypt. (FS)

Twitter, tweets en hashtags Twitter is een online dienst waarmee je berichten (tweets) van maximaal 140 tekens kan versturen. In elk bericht kan je een of meerdere zogenaamde hashtags vermelden, een soort van labels die aangeven waarover het bericht gaat. Dankzij de zoekfunctie van Twitter kan je zoeken op die hashtags en zo alle tweets over een bepaald onderwerp vinden.

“De revolutie ontstond in de straten, maar dankzij de nieuwe media konden we sneller reageren en slaagden we erin om honderden en zelfs duizenden jongeren te mobiliseren,” vertelt een jongere. (Foto darkroom productions)

Een Facebookpagina met foto’s van betogingen tegen het regime van Moebarak van over heel Egypte. Wie over een internetverbinding of mobiele telefoon beschikt, kan voortaan zélf initiatief nemen en de revolutie helpen verspreiden.

We ontdekten dat de leden van de bendes van Moebarak die ons aanvielen, in feite politieagenten waren verkleed als burgers

Page 11: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

| HOOFDROLSPELERS | Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | HOOFDROLSPELERS |10 11

INTERVIEW NAWAL EL SAADAWI

“De revolutie maakte ons allen één”

“De Egyptische vrouwen namen in groten getale deel aan de grote

Egyptische revolutie van 25 januari. Er waren er van alle leeftijden en van alle

sociale klassen bij, en ook onder de vrouwen vielen er slachto� ers.”

(Foto Al Jazeera English)

� Nawal El Saadawi. Zij was een van de honderdduizenden die dagen-lang het Tahrirplein in Caïro bezet hielden. Een kort vraaggesprek met deze gedreven feministe over de rol en betekenis van de revolutie voor de Egyptische vrouwen.

Ook al is ze ondertussen 79 jaar, deze internationaal vermaarde en gedreven Egyptische schrijfster, gynaecologe en activiste heeft de afspraak met de geschiedenis niet gemist. Zij was ooit in de jaren negentig gastspreker op het 1 Meifeest van de PVDA. Maar tijdens de revolutie in Egypte was ze op het Tahrirplein in Caïro te vinden.

Hoe groot was de deelname van de vrouwen aan de revolutie in Egypte? Nawal El Saadawi. De Egyptische vrouwen namen in groten getale deel aan de grote Egyptische revolutie van 25 januari. Er waren er van alle leeftijden en van alle sociale klassen bij, en ook onder de vrouwen vielen er slachto� ers. Sommigen werden gedood, anderen werden gerarresteerd door de politie. Op dat gebied was er geen verschil met de mannen. De revolutie deed alle verschillen tussen de Egyptenaren ver-dwijnen, het maakte hen allemaal één, ongeacht hun godsdienst, of ze nu man of vrouw waren, ongeacht hun klasse of

andere verschillen die ons opgedrongen worden door het lokale en globale racistische, militaristische, patriarchale kapitalistische slavensysteem.

Wij hebben vernomen dat u nu meewerkt aan de uitbouw van een vrouwen-vereniging, is dat zo? Nawal El Saad-awi. Wij, de vrou-wen van Egypte, zijn onmiddellijk na de val van het hoofd van het corrupte onder-drukkingsregime, begonnen met de heroprichting van de Egyptische Vrouwenunie. Die vereniging kreeg onder het regime van Moebarak en zijn vrouw verschil-lende keren een verbod te verduren. De voorbije dagen zijn erg veel jonge vrouwen en mannen die deelnamen aan de revolutie, tot onze vereniging toegetreden.

U hebt heel de recente geschiedenis van uw land meebeleefd en bent niet aan uw eerste revolutie toe, niet? Nawal El Saadawi. Van toen ik nog een kind van tien was en op de lagere school zat, ben ik in opstand gekomen tegen de buitenlandse en

binnenlandse onderdrukkers in mijn land. Dat begon met het verzet tegen het Engelse kolonialisme. Daarna kwam het regime van koning Faroek. Ik ben in opstand gekomen tegen het Amerikaanse neokolonialisme en heb mij verzet tegen de regimes van Sadat en Moebarak. Het cruciale moment van onze recente

revolutie was toen we de overwin-ning behaalden op de bendes van Moebarak die het Tahrirplein met paarden en kame-len opstormden. Ik werd bijna door zo’n ruiter neer-geslagen. Velen vonden toen de

dood. Maar we slaagden erin velen van die bendeleden gevangen te nemen en ontdekten toen op hun identi-teitspapieren dat het politieagenten waren verkleed als burgers. Die eerste overwinning op 2 februari leidde tot de tweede overwinning en de val van Moebarak op 11 februari.

< RIET DHONT

DE ROL VAN SOCIALENETWERKSITES IN DE REVOLUTIES

Twitter en Facebook: de postduiven van de 21e eeuw?

� Facebook en Twitter zorgden voor een nooit geziene verspreiding van informatie en actie. In Tunesië en Egypte, maar ook erbui-ten. Toch mag niet worden vergeten dat de revoluties in de eerste plaats ontstond in de fysieke wereld.

Natuurlijk kwamen de volksmassa’s in Tunesië, Egypte, en de landen die volgden, in de eerste plaats op straat omdat ze de brutale onderdrukking, de werkloosheid en de verarming beu waren. En natuurlijk heeft elke opstand zijn eigen Twitter – van postduiven tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568) over sms’jes tijdens de opstand tegen de Filipijnse president Estrada begin 2001. Dat mensen op zoek gaan naar ‘alternatieve’ manieren om met elkaar te communiceren is van alle tijden. Niets nieuws onder de zon dus. Toch spelen de nieuwe media vandaag een grotere én nieuwe rol. Speci� ek in landen als Tunesië en Egypte zelfs. Dat heeft veel te maken met het feit dat beide landen een erg jonge bevolking hebben. In Egypte, bijvoorbeeld, is 60 % van de inwoners jonger dan 30 jaar. Naar Afrikaanse normen is de bevolking er zeer ‘online’: 33 % in Tunesië, 21 % in Egypte. Facebook is in beide landen een popu-laire socialenetwerksite. Tunesië telde in januari 2.168.240 Facebookgebruikers (20,48 %), Egypte 5.444.960 (6,77 %). Ter vergelijking: België telde er 3.925.780 (37,66 %). Tel daarbij nog de rol van internetcafés en vooral van de mobiele telefoons (verspreiding in Tunesië 85 % en in Egypte 71 %): het gros van de talloze YouTube-� lmpjes die de afgelopen weken circuleerden, werden met mobiele telefoons gemaakt. En je merkt dat

nieuwe technologieën geen verwaarloosbare factor zijn in dit verhaal.

28.000 tweets per uurEr werd ook druk getwitterd (zie kader) tijdens de revoluties. En dat zorgde voor enorme in-formatiestromen. In Tunesië werden volgens sommige bronnen na 27 december soms tot 28.000 tweets per uur gepost. De tweets over de Tunesische opstand gingen steeds vergezeld van de hashtag #sidibouzid. In Egypte was #jan25 (verwijzend naar de dag van de eerste grote massa-acties) dé hashtag om te volgen. Op 25 januari werden tot 100 tweets per minuut met #jan25 verstuurd. Twitter leverde zo een gigantische stroom van ruw materiaal waarmee je van minuut tot minuut de gebeur-tenissen kan volgen. Maar de hashtag verbindt zo ook alle geïnteresseerde twitteraars tot een aaneengesloten gemeenschap.

Facebookpagina groeit uit tot organisatieplatform

Het internet was een van de weinige plaatsen waar mensen nog een mening kwijt konden. Van onafhankelijke pers of (legale) oppositiepartijen was immers nauwelijks sprake. Neem nu Tunesië, waar de 26-jarige Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak. De binnenlandse (gecontroleerde) media deden alles af als een zaak van criminelen en in het buitenland zou de zaak wellicht helemaal onbekend zijn gebleven ware het niet dat steeds meer Tunesiërs video’s, foto’s en andere getuigenissen op Facebook of weblogs begonnen te posten over het politiegeweld en

de slachto� ers. “Dankzij Facebook en dergelijke konden we de censuur van de o� ciële Tunesi-sche media omzeilen,” vertelt Maher, een van de jongeren die het volksprotest in Sidi Bouzid organiseerden. “We kregen informatie over be-togingen en politiegeweld. En toen we beelden zagen van dodelijke repressie in andere steden, hebben we zelf onmiddellijk gereageerd en zijn we voor het politiekantoor gaan manifesteren. Zo heeft het protest zich als een lopend vuurtje verspreid.” In Egypte is de situatie gelijkaardig. Daar sloegen agenten in juni 2010 de 28-jarige Khaled Said dood. Kort nadien werd een Facebookgroep opgericht om de jongeman te gedenken (El Shaheed, de martelaar). Het beeld van de dode jongeman sloeg in als een bom. De pagina kreeg steeds meer bezoekers en groeide uit tot een echt organisatieplatform: mensen postten er hun getuigenissen of met mobiele telefoons gemaakte video’s en foto’s, er was advies te lezen over hoe je vrienden organiseren, hoe politieblokkades omzeilen, enz. De (Arabische) pagina telt vandaag bijna een miljoen fans.

Boodschappen op bankbiljettenEen dergelijk gebruik van Facebook zorgt voor een nooit geziene verspreiding van informatie en actie, binnen Egypte maar ook ver daarbuiten. Wie over een internetverbinding of mobiele telefoon beschikt, kan voortaan zélf initiatief nemen. Het

helpt ongetwijfeld dat vele duizenden Tunesiërs en Egyptenaren hun angst voor het regime overwonnen hebben. Nu, wie denkt dat de websites en online-ini-tiatieven een kwestie waren van een handvol techneuten en computernerds heeft het ver-keerd voor. De initiatieven kwamen natuurlijk van de meest ervaren internetgebruikers, maar ze ontstonden vanuit de fysieke wereld, vanuit verontwaardiging om de onderdrukking. “De revolutie ontstond in de straten,” vertelt Maher, “maar dankzij de nieuwe media konden we sneller reageren en slaagden we erin om honderden en zelfs duizenden jongeren te mobiliseren.” Facebook, Twitter en andere pagina’s dienden ook om de acties in de fysieke wereld te organise-ren. Online info werd o� ine verder verspreid. Zo werden in Egypte bijvoorbeeld boodschappen doorgegeven door berichten te schrijven op bankbiljetten, liefst van kleine coupure zodat zeker ook de minder begoeden werden bereikt.

\ Voor nog meer info over de rol van het internet en de nieuwe media kunt u terecht op onze website www.pvda.be.

Interessante websites

EGYPTE • De Engelstalige kwaliteitskrant www.almasryalyoum.com• De website van de 6 aprilbeweging www.6april.org• De Facebookpagina over Khaled Said www.facebook.com/ElShaheeed (Arabisch) en www.facebook.com/elshaheeed.co.uk (Engels)• De website van de Egyptische Communistische partij egyptian.wordpress.com• De website van de onafhankelijke vakbond www.egytimes.org

Bloggers die in het Engels en/of Engels/Arabisch bloggen en echt de moeite zijn:• egyptianchronicles.blogspot.com• www.arabist.net• www.arabawy.org

Achtergrondsites over Egypte:• www.jadaliyya.com• www.juancole.com• www.monde-diplomatique.fr• egyptelections.carnegieendowment.org

TUNESIË • www.nawaat.org (collectieve blog, opgericht in 2004)• www.albadil.org (in het Arabisch maar met Google Translation kun je makkelijk verstaan waarover het gaat)• www.tunezine.com• tunileaks.appspot.com (Een overzicht van het WikiLeaks-materiaal met betrekking tot Tunesië)

Censuur en hoe ze te omzeilen

� Zowel in Tunesië als in Egypte probeerde de overheid om het in-ternet naar haar hand te zetten. In beide gevallen tevergeefs.

Naarmate het verzet in Tunesië groeide, nam ook de censuur van de dictatuur toe. Het in 1996 opgerichte Agence tunisienne d’Internet (ATI), onderdeel van het ministerie van Communicatie, speelde daarin een sleutelrol. Het ATI beschikt over zeer geso� stikeerde apparatuur waarmee het speci� eke websites binnen het uur kon blok-keren of zelfs diensten als YouTube – al sinds november 2007 – helemaal ontoegankelijk kon maken. Uiteindelijk ging het ATI zover om op persoonlijke loginpagina’s van Twitter, Gmail, Face-book… kwaadaardige code te ‘injec-teren’ waarmee de logingegevens van mensen konden worden onderschept. De logingegevens werden daarna misbruikt om de accounts te deleten. Er werden valse accounts aangemaakt, bankgegevens werden gekraakt, er werd gespioneerd met medewerking van de internetproviders… De Tunesische activisten konden echter rekenen op internationale steun, vooral van het aan WikiLeaks gelieerde activistennetwerk Anonymous. Hun techneuten hielpen de Tunesiërs aan instrumenten en kennis om de aan-vallen van de dictatuur te omzeilen. Ze lanceerden zelf ook zogenaamde DDOS-aanvallen waarmee ze minstens acht overheidswebsites plat kregen.

En de wereld schoot te hulp

In Egypte schoot de overheid pas later in gang. Op vrijdag 28 januari sloten de Egyptische autoriteiten het internet grotendeels af in een poging het pro-test te breken. In bepaalde gebieden werd ook de toegang tot het mobiele netwerk afgesloten. Op die manier werd de protestbeweging de belangrijkste communicatiemiddelen ontnomen. 80 miljoen Egyptenaren werden op 15 minuten tijd van de buitenwereld afgesloten. Een ongeziene zet in de geschiedenis van het internet. Al zeer snel kwam vanuit alle hoe-ken van de wereld hulp. De activisten van We Rebuild faxten bijvoorbeeld lijsten door met telefoonnummers waarop Egyptenaren die nog over een ouderwetse telefoonmodem beschikten, konden inbellen om zo online te gaan. De Amerikaan John Scott-Railton maakte audioregistraties van zijn talloze telefoongesprekken met Egyptenaren en postte de links naar die opnames op zijn Twitter-pagina http://twitter.com/Jan25voices. Google ontwikkelde zelfs een com-pleet nieuw platform: Speak2Tweet. Egyptenaren konden op een speciaal telefoonnummer een getuigenis inspreken. Waarna de link naar de audio-opname automatisch werd gepost op de Twitter-pagina twitter.com/#!/speak2tweet met hashtag #egypt. (FS)

Twitter, tweets en hashtags Twitter is een online dienst waarmee je berichten (tweets) van maximaal 140 tekens kan versturen. In elk bericht kan je een of meerdere zogenaamde hashtags vermelden, een soort van labels die aangeven waarover het bericht gaat. Dankzij de zoekfunctie van Twitter kan je zoeken op die hashtags en zo alle tweets over een bepaald onderwerp vinden.

“De revolutie ontstond in de straten, maar dankzij de nieuwe media konden we sneller reageren en slaagden we erin om honderden en zelfs duizenden jongeren te mobiliseren,” vertelt een jongere. (Foto darkroom productions)

Een Facebookpagina met foto’s van betogingen tegen het regime van Moebarak van over heel Egypte. Wie over een internetverbinding of mobiele telefoon beschikt, kan voortaan zélf initiatief nemen en de revolutie helpen verspreiden.

We ontdekten dat de leden van de bendes van Moebarak die ons aanvielen, in feite politieagenten waren verkleed als burgers

Page 12: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

12 Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | GESCHIEDENIS |

Van MohaMMed ali tot nasser | ImperIalIstIsche InmengIng

In 1956 nationaliseerde Nasser het Suezkanaal. Zijn volk jubelde de beslissing toe, maar de oude koloniale mogendheden kwamen militair tussenbeide. Zonder succes. Nasser triomfeerde en werd een symbool van de beweging voor de bevrijding van de derde wereld. (Foto wikimedia.org)

Nog maar twee eeuwen geleden rivaliseerde Egypte met Europa op het vlak van economi-sche ontwikkeling. Maar Europa en daarna ook de Verenigde Staten, zetten een rem op de ontwikke-ling van het land.

Vanaf 1800 kende Egypte een eco-nomische ontwikkeling die verge-lijkbaar is met die van West-Europa. Het Egypte van Mohammed Ali (die het land leidde tussen 1803 en 1849) was natuurlijk niet zo geïndustriali-seerd als Engeland, maar het kende een ontwikkeling die nauwelijks verschilde van die in veel Europese landen, terwijl het een systeem van feodale relaties behield. Egypte was in staat voldoende voedingsmiddelen te produceren. Staatsmonopolies beschermden het land tegen Europese producten. Voor veel goederen was geen concur-rentie toegestaan. Die ontwikkeling gebeurde - net zoals in Europa trou-wens - op de kap van de Egyptische werknemers die net zoals in België of Engeland werden uitgebuit. Maar Egypte industrialiseerde en ontwik-kelde zich. Achterop hinken deed het niet.

de veroveraar zelf veroverd

Egypte voelde zich wat beperkt en wilde zijn invloed uitbreiden. Er werd een sterk leger opgebouwd en de troepen van Mohammed Ali veroverden een groot deel van wat nu Saoedi-Arabië, Syrië, Palestina, enz. is. De Egyptenaren waren echter niet de enigen die hun zinnen hadden gezet op het Midden-Oosten,

u met zijn grondstoffen en zijn afzet-markt. De overheersende positie van Egypte vormde een bedreiging voor het Britse Rijk. Het duurde dan ook niet lang voor de Britten de oorlog verklaarden aan Egypte. Het Egypti-sche leger slaagde er niet in om lang stand te houden en leed een zware nederlaag. Op 27 november 1840 ondertekende Egypte een verdrag met de Britten, die ermee dreigden Alexandrië te verwoesten. Die tekst bepaalde onder meer dat Egypte het Nabije-Oosten dat het op dat moment bezette, moest opgeven. Hierdoor werd de economische opmars van Egypte voor decennia gebroken. Groot-Brittannië verplichtte Egypte om zijn leger af te bouwen, een zeer zware boete te betalen en zich volledig open te stellen voor Europese producten en industrieën. Dat waren de eerste maatregelen die de overwinnaar nam. De overwon-nene werd onschadelijk gemaakt en zijn industrie ten gronde gericht, waardoor het land voor lange tijd economisch verzwakte.

de schuldenberg van het suezkanaal

De opvolgers van Mohammed Ali, erfgenamen van een verslagen Egypte, leverden het land over aan de Europese - vooral dan Britse en Franse - industriële groepen. Die kregen alle vrijheid om door te dringen op de markt. De Egyptische machthebbers kenden hen talrijke gronden toe om spoorwegen, ondernemingen, enz... te bouwen. Het Suezkanaal, dat de Middellandse Zee met de Rode Zee verbindt, werd in die periode gegraven met buiten-lands kapitaal. Door de bouw van het kanaal moesten vrachtschepen niet

langer rond Afrika varen om Europa te bereiken. Dit huzarenstukje werd uitgevoerd door het Egyptische volk alleen ten voordele van buitenlandse mogendheden... met medeplichtig-heid van de toenmalige regering. De Egyptische machthebbers trok-ken voluit de kaart van het Westen: ze staken het land in de schulden door aandelen van de “Compagnie de Suez” te kopen. Ze boden gratis arbeidskrachten aan om het kanaal te

graven en leverden fr grondstoffen. Het graven was echt slavenwerk ver-richt door werklieden die in het nog steeds feodale Egypte klussen voor de staat moesten uitvoeren. Toen het kanaal in 1869 uiteindelijk klaar was, bleef Egypte achter met een berg schulden. Daarnaast hadden de werken het leven gekost aan tienduizenden Egyptische arbeiders. De bouw van het kanaal en de daaruit volgende schuldenberg smoorden elk begin van economische heropleving in de kiem. Terwijl het Europese kapitaal profiteerde.

Britse bankier minister Tussen 1850 en 1875 werden in Egypte spoorwegen, mijnen en kanalen ontwikkeld. Voor elk van die bouwwerven betaalde het land Europese bouwbedrijven en leende daarvoor geld bij Europese banken. De Egyptenaren plukten zelf geen vruchten van die infrastructuur, maar de buitenlandse bedrijven, die daardoor grondstoffen konden uitvoeren, gebruikten ze volop. In 1875 was de nationale schuld zo groot dat Egypte failliet ging. Het land werd onder Britse en Franse voogdij geplaatst. Tussen 1878 en 1880 was de Egyptische minister van Financiën een Britse bankier, en de minister van Openbare Werken een Franse bankier. Het land betaalde alleen nog zijn schulden af: de meeste ambtenaren en militairen werden ontslagen of gewoon niet meer uitbetaald. Boeren, arbeiders en gemeenten gingen gebukt onder de belastingen. Als een dorp zijn schulden niet meer kon betalen, werd de grond ervan

aangeslagen door de staat die het aan de schuldeisers aanbood in plaats van geld.

een land op zijn gatIn 1881 barstte een nationalistische revolte uit in het Egyptische leger. De officiers eisten een onafhankelijke regering en wilden een einde maken aan de buitenlandse inmenging. Om de protestbeweging de kop in te drukken en zijn belangen veilig te stellen, ontscheepte het Britse leger in Alexandrië en bezette het heel het land. Egypte werd een Britse kolonie (zelfs al kreeg het land nooit officieel die titel). Het land werd op grote schaal geplunderd en tot op de dag van vandaag draagt Egypte er nog de gevolgen van. Op dat ogenblik bestond de belangrijkste rol van Egypte erin goedkoop katoen te produceren voor de Europese textielindustrieën. Die grondstof vertegenwoordigde 70 % van de landbouwproductie en 90 % van de export. De Egyptische grond bracht bijna niets anders meer voort. Het land moest 85 % van zijn voedsel invoeren. De boeren werden appart aangepakt, zodat ze geen voedsel meer konden produceren en het volk totaal afhankelijk werd van buitenlandse voedselvoorziening. Alle nijverheden die maar een beetje rendabel waren, kwamen in handen van buitenlandse bedrijven. Wat geld opbracht, was niet Egyptisch. Wat geen geld opbracht, zoals een weg tussen twee arme dorpen, bestond gewoonweg niet. Het leger was onschadelijk gemaakt, de lokale industrie was verwoest, de schuld was kolossaal en er lag een

Toen het Suezkanaal in 1869 af was, bleef Egypte achter met een berg schulden. Daarnaast hadden de werken het leven gekost aan tienduizenden Egyptische arbeiders. De bouw van het kanaal smoorde elk begin van economische heropleving in de kiem. Terwijl het Europese kapitaal profiteerde. (Foto collection agence Adhémar)

hoe het Westen elke economische ontwikkeling in egypte onderuithaalde

Page 13: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

13Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| GESCHIEDENIS |

1970-2010: vier verloren decennia

Na de Britse inval in 1881 werd Egypte op de knieën gedwongen. Voortaan moest er vooral katoen geproduceerd worden. Egypte moest 85 % van zijn voedsel invoeren, waardoor het volk totaal afhankelijk werd van buitenlandse voedselinvoer. (Foto archief )

In 1970 wordt Nasser op-gevolgd door eerst Anwar Sadat (tot 1981) en daarna Moebarak. Zij gooien het roer om en maken dat Egypte aan de Amerikaanse leiband loopt. Tot scha en schande van het volk.

Het bewind van Sadat begint met een nieuwe militaire nederlaag. In 1973 verliezen Egypte en Syrië de Jom Kipoeroorlog tegen Israël. Het gevolg is dat in 1977 de Camp David-akkoorden worden ondertekend. Zij vormen de belangrijkste pijler van de VS-politiek in het Midden Oosten. De akkoorden volgen een duidelijke strategie: de vrede tussen Egypte en Israël moet ervoor zorgen dat het gezaag over de Palestijnse kwestie stopt en de Arabische landen moeten duidelijk gemaakt worden dat er van een mogelijke hereniging geen sprake kan zijn. Laat staan van een onafhankelijke Midden-Oostenpolitiek. Economisch gezien betekent de komst van Sadat ook het begin van de neergang richting onderontwikkeling. “Maar de erfenis van Nasser was in die periode nog sterk aanwezig in het land”, aldus Midden-Oostenspecialist

u Mohamed Hassan. “Vervelend voor Sadat, die de Wereldbank achterna wilde lopen en de openbare diensten in de uitverkoop zette om de zakken van de privé te vullen.” Hassan wijst erop dat die veranderde economische aanpak hand in hand ging met een groeiende repressie. “Sadat moest zich ontdoen van degenen die een terugkeer naar de politiek van Nas-ser eisten. Moebarak speelde daar indertijd een cruciale rol in. Hij stelde bendes samen die communisten en nasseristen moesten ‘aanpakken’. Ze werden bewapend via de geheime diensten.” Niet dat die repressie volstond. Sadat en cie wilden ook de ideolo-gische erfenis van Nasser begraven. Daarvoor spanden ze de islam voor hun kar. Sadat profileerde zich plots als overtuigd en toegewijd moslim. Als man van god. Hij drukte verschil-lende maatregelen door om religie in de maatschappij te integreren. Zo besliste hij dat het televisiejournaal vooraf moest gegaan worden door het voorlezen van koranverzen. Hij haalde ook leden van de Moslim-broederschap uit de cel. Je leest en hoort vaak dat de dictatuur nodig was om de opmars van het islamisme te stuiten. In werkelijkheid werd de islam net gebruikt om de

uitbouw van de politiestaat mogelijk te maken.

neoliberalisme op kruissnelheid

De neoliberale politiek zal pas onder Moebarak op kruissnelheid komen. In 1991 sluit Moebarak namelijk een overeenkomst met het IMF en de Wereldbank. Op hun aansturen wordt onder meer de landhervorming teruggeschroefd, gaan heel veel overheidsjobs verloren, worden de lonen verlaagd en wordt de publieke gezondheidszorg stevig aangepakt. De economische elite en het buitenlands kapitaal varen er wel bij, maar voor de nationale economie is het een ramp, aldus auteur en publicist Marc Vandepitte. In de jaren negentig krimpt de economie met vijf procent. Op sociaal vlak is de tol nog veel hoger. Werkloosheid en armoede gaan zowel in de steden als op het platteland met sprongen omhoog. Gaandeweg worden ook de subsidies voor voedsel afgebouwd, waardoor de honger toeneemt. In 2004 komt er een nieuwe regering – diegene die nu tijdens de opstand de laan is uitgestuurd – die als bijnaam ‘de regering van

zakenlui’ krijgt. Ze voeren een beleid op maat van de big business. In het eerste jaar privatiseert ze meer dan in de vorige tien jaar samen. Zo komen belangrijke nationale eco-nomische sectoren in handen van het buitenlands kapitaal. Gelijktijdig worden buitenlandse investeerders aangetrokken met een regime van lage lonen, lange werktijden en zwakke syndicale bescherming. De economische wereldcrisis joeg de voedselprijzen er pijlsnel naar omhoog. En de lonen bijna even snel naar omlaag. Tien jaar geleden leefde een op de zes Egyptenaren in extreme armoede, vandaag is dat bijna een op de twee. De crisis, die ook bij ons en in de VS woedt, sloeg er met al haar miserie toe. Dat drijft het volk naar de opstand. Het keert zich tegen de elite aan de macht die zich als vadsige koningen blijft verrijken.

Jonathan Lefèvre

Artikel op basis van Grégoire Lalieu en Michel Collon, ‘Entretien avec Mohamed Hassan: Où va l’Egypte? Où va le monde arabe?’, op www.michelcollon.info; Marc Vandepitte, ‘Egypte na Moebarak. Hoe moet het verder?’, op www.dewereld-morgen.be

<

\

Wat is imperialisme? Imperialisme is het proces waarmee kapitalistische mogendheden hun politieke en economische dominantie uitoefenen over andere landen. Westerse multina-tionals plunderen de natuurlijke rijkdommen van landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Ze vinden er afzetmarkten voor het kapitaal dat ze hebben geaccumuleerd en ze buiten er de goedkope werkkrachten uit. Ze verwerven de natuurlijke rijkdommen, maar betalen er geen correcte prijs voor en de lokale bevolkingen krijgen hun deel van de koek niet. Die plundering is alleen maar mogelijk omdat er in die landen figuren aan de macht zijn die de belangen van de multinationals verdedigen. Die leiders worden daar zelf uiteraard ook beter van. Zij vormen wat men noemt de “compradore”-burgerij.

de Belgische belangen Na Groot-Brittannië en Frankrijk is België het land dat het meest investeert in de regio. Het is, bij-voorbeeld, een Belgische firma die de chique wijk Heliopolis in het noorden van Caïro heeft op-getrokken, alsook de tramlijnen in Alexandrië en Caïro. En ook de brug tussen het Tahrirplein en Zamalk, én het presidentieel paleis van Moebarak zijn van Belgische makelij. Het meest verkochte bier in Egypte is Stella Artois.

van de beweging voor de bevrijding van de derde wereld. Nasser zette die koers voort en nationaliseerde tientallen Europese bedrijven die tijdens de koloniale periode werden opgericht, om ze te integreren in de nationale economie. Hoewel Nasser steunde op de Egyptische burgerij, haalden ook de armste lagen van de bevolking voordeel uit die hervormingen. Er werden jobs gecreëerd dankzij de

ontwikkeling van de economie en de versterking van de staat. De overheid zorgde voor gratis onderwijs en een gezondheidszorg die toegankelijk was voor iedereen.

het politieke einde van nasser

Maar helemaal zonder problemen was de Egyptische bevolking daar-door niet. De onrechtvaardigheid, de

repressie en de ongelijkheden in de samenleving werden niet afgeschaft. Dat was niet de bedoeling van het regime. Het Egypte van Nasser was zeker geen paradijs, maar het was toch een alternatief model waarbij een groot deel van de Egyptenaren erop vooruitgingen. Toen in 1967 het leger van Nasser in amper zes dagen werd vernietigd door Israël, stortte het nationalistische model in elkaar. Het politieke gezag

van Nasser kreeg na deze militaire nederlaag een zware knauw. Het land was klaar voor de contrarevolutie en een nieuwe openstelling voor buitenlands kapitaal...

Joaquim Da fonseca<

kanaal dat perfect was voor de handel en de controle op de landbouw… De bezetter was in zijn opzet geslaagd: Egypte zat op zijn gat.

een onafhankelijke koersNa WO II kende Egypte, net zoals de rest van het Midden-Oosten een opflakkering van de volksbeweging tegen de buitenlandse overheersing. In Egypte was de revolte gericht tegen de aanwezigheid van Britse troepen langs het Suezkanaal. Begin 1952 bra-ken in tal van landen opstanden los. In juli van dat jaar wierpen Egyptische officieren uit de volksbeweging de monarchie omver en installeerden een nieuwe nationalistische macht. Het was hun bedoeling het land uit de buitenlandse economische overheersing te halen en Egypte economisch te ontwikkelen. Van 1956 tot aan zijn dood in 1970 stond Gamal Abdel Nasser aan het hoofd van het land. Met de steun van de Sovjet-Unie ondersteunde hij de uitbouw van moderne industrieën. Hij beschermde het land tegen bui-tenlandse import door een invoerstop door te voeren. Die nieuwe politiek verontrustte de Europese grootmachten. Ze voelden dat hun economische dominantie bedreigd werd. De Ver-enigde Staten, die op dat ogenblik de Britten wilden overtreffen in de regio, hadden evenmin een goed oog op de verandering van Egypte in een antikoloniaal steunpunt. In 1956 nationaliseerde Nasser het Suezkanaal: de oude koloniale mogend-heden kwamen militair tussenbeide. Frankrijk, Engeland en Israël vielen aan, maar zonder Amerikaanse steun moesten ze zich terugtrekken. Nasser triomfeerde en werd een symbool

Page 14: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

14 Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | INTERvIEw |

De revoluties en grote betogingen in de Arabische landen worden wereldwijd met optimisme onthaald. Wat betekent die beweging, die in uw land ontstond, voor u? Hamma Hammami.Hetiseengroterevolutie,zowelvoordeAra-bischelandenalsvoordeanderelandenvanonzeregio.Enanderevolkerenkunnenenkelelessenuitdierevolutietrekken. TeneersteheefthetTunesischevolkdierevolutiegemaaktsteunendopeigenkrachten.InheelwatAra-bischelandenwarenermensendiebeweerdendateenrevolutietegendictaturenalsdievanBenAlinietmogelijkwaszonderdesteunvanFrankrijk,vandeVerenigdeStatenofanderebuitenlandsemogendheden.OnsvolklietziendathetmogelijkisopeigenkrachteendictatoralsBenAliteverdrijven,ookalhaddieeengigantischveiligheidsap-paraat. VervolgensmaaktehetTu-nesischevolkdierevolutieineenbijnavolle-digeeenheid.Meerdaneenmaandlangwasergeenenkelreligieusordewoord,dathetTunesischevolkhadkunnenverdelen,tehoren.HetTunesischevolkverenigdezichrondzijndemocratische,economischeensocialeverzuchtingen.

Voor u is die revolutie nog niet afgelopen. Waarom niet? Hamma Hammami.Derevolutieisnogsteedsaandegang.Zeheefthaardemocratischeensocialedoelstel-lingennognietechtverwezenlijkt.Zeheefteendictatoroverwonnen,maarnognietdedictatuur.Depolitiekepolitie,belangrijkstesteunpilaarvandedictatuur,isnogsteedsaanwezigentrouwenszeeractief.Hetparle-mentiserooknogsteeds.HetiseenmarionettenparlementwantjekonermaarinzetelenmetgoedkeuringvanBenAli.Deinterim-presidentislidvandepartijvanBenAlienwaseenvanzijnvertrouwelingen.DeregeringwordtnogsteedsgeleiddoordeeersteministervanBenAli,MohamedGhannouchi,enhaarministerskomenuitdezelfdekringen.Decorruptehogemanda-tarissenbekledennogsteedshunfuncties.Degrondwetmaaktededictatuurmogelijkenisnogsteedsnietgewijzigd.Dedictatuurlietverschillendeantidemocratischeenantisocialewettengoedkeurenomzichzelftebeschermenendiezijnnogsteedsvankracht.Inhandenvandehuidigeregeringkunnenaldiewettenopnieuwtegenhetvolkgebruiktworden.HetregimevanBenAlizitdusnogsteedsinhetzadel. Daaromhoudtdevolksbewegingaan,ondanksdebeloftenvandehuidigeregering.Zeeistdeontbin-dingvandiehuidigeregering.Zeverwerpt“herschikte”regeringenzoalsderegeringdiewenuheb-ben.Deoudemachtspartij,deRCD(DemocratischeGrondwettelijkeVereniging,dietot18januarivanditjaarnoglidwasvandeSocialistischeInternationale,n.v.d.r.)moetechtont-bondenworden.Neen,menkandus

nietstellendatderevolutiegedaanis.Zeheeftdereactionairekrachtennognietoverwonnen.Diezittenernogsteeds,hoewelwatafgezwakt.Wemoetendierevolutiemetgrotevastberadenheidverderzetten,maarookmetveelzinvoortactiekomdeeenheidvanhetTunesischevolktebewaren.Wemoetenoplettennietindevalvandeverdeeldheidtetrap-pen,wantdatzouzeernegatievegevolgenkunnenhebbenvoordeafloopvanderevolutie,waardevolkerenvandeArabischelandenmetveelhoopnaarkijken.

Sommigen stellen de revolutie in Tunesië voor als een spontaan verschijnsel… Hamma Hammami.Datisfout.Zezeggendatomderoldiederevoluti-onairekrachtenendeprogressieven

devoorbijejarenindeoppositiespeelden,tedis-crediterenenteloochenen.Hetisookeenmanieromtezeggendatereenuitwegvoordierevolutiemoetgezochtwordenmetdeoudemachtspar-

tij,datdetraditionelepoliticideleidingvaneenbewegingdiestuurloosisopnieuwinhandenmoetennemen.Hetwaseenspontanebewegingindiezindatzenietnationaalgeorga-niseerdwas.Erwasnietéénenkeleleiding,geengemeenschappelijkprogramma.Maardatwilnietzeg-gendatergeenbewustzijnwasengeenorganisatie. Erisbewustzijn,wantdeactorenvandiebewegingzijnopdeeersteplaatslinksemilitanten,progressieven,vakbondsleden,mensenrech-tenactivisten.Hetzijnjongegediplomeerdewerklozendiebehorentotdestudentenbe-weging.Onzepartijisaanwezig,onzekrachtenzijnaanwezig.Deislamistendaar-entegenheb-benernietechtaandeelgenomen.Daaromiserindezerevolutieookgeenenkelreligieusordewoord.Ookalhebbendeislamistendebewegingpolitiekgesteund. Watdeorganisatiebetrefthebbendemilitantenzichalzeersnelincomitésverenigd.Vanafdeeerstedagvanderevolutiewaserinsommigedorpeneenechtmachtsvacuümontstaan.Samenmetdedemocratenhebbenwetoendemensenopgeroepenzichteorganiseren.Endathebbenzeindedorpenendestrekengedaan,invergaderingendiedansoms“volks-vergadering”of“vergaderingvoordebeschermingvanderevolutie”heetten.Somswasdatincomitésofinliga’s,alnaargelang.HierinTunishebbendemensenzichverenigdinvolkscomitésofinwijkcomités.Zehebbenindeloopvandezerevolutiehunleidersgekozenuitdeactiefstemilitanten.Destructureringisdusnogzwakenembryonaal.Erisnoggeenechtecentralisatieopnationaalniveau.Maarstilaanhebbendezecomités

zichomgevormdincomitéswaaroverdetoestandendetoekomstgediscussieerdwordt,enoverwatdebevolkingkandoen.

Enkele weken geleden werd het ‘14 januari-front’ opgericht. Wie zit daarin? Wat is zijn programma en welke eisen stelt het? Hamma Hammami.Oppolitiekvlakislinkseringeslaagdzichteverenigenineenfrontdathet‘14januari-front’heet,waarmeehetrefereertaandedagdatBenAlivluchtte.Linksiseenonmiskenbarekrachtinonsland.Zoweloppolitiekalsopsyndicaalvlak,zowelbijdejongerenalsindevrouwenbeweging,zowelindebewegingvoordemensenrechtenalsindeculturelebeweging.Datfrontheeftzichverenigdrondordewoor-deneneisenvanhetvolk.Hetstaatdusachterhetordewoordvoordeontbindingvanderegering,voordeontbindingvandepartijaandemacht.Hetfronteistookdevormingvaneenvoorlopigeregering,samengestelduitelementendienietstemakenhebbenmetBenAli,zijnpartij,dedictatuur.Dievoorlopigeregeringmoetalsvoornaamsteopdrachthebbendevoorbereidingvanverkie-zingenvooreengrondwetgevendevergadering.Dezezaldegrondwetmoetenopstellen,deinstellingenendefundamentelewettenvaneenDemocratischeVolksrepubliekwaarhetTunesischevolknaarverlangt. Wezijnhetookeensovereeneconomischensociaalprogramma,wantwezijnvanoordeeldatdedictatuurverbondenwasaaneensocialeeneconomischebasis,aaneencompradore-burgerij(burgerijdiehaarrijkdomverwerftviahaarbandenmetbuitenlandsemultinationals,n.v.d.r.)dieTunesiëleegrooftinsamenwerking

metFranse,Itali-aanse,Spaanse,Portugese,Bel-gischebedrijvenenondernemin-gen.Wewillennietalleeneenpolitiekedemo-cratiemaarookeensociale,om-datwevindendatdehuidigerevolutieeennationaalde-mocratische

revolutieis,eenvolksrevolutiedievoordetoekomstfundamenteleveranderingenmoetvoorbereidenvoordeheleTunesischemaatschap-pij. Het‘14januari-front’hieldzaterdag12februarizijneerstegroteopenbaremeetinginhetCongrespaleisvanTunis.Enhetwaseengrootsucces,datonzeverwachtingenoversteeg.Wemobiliseerdenamperdrieofvierdagen.Meerdan8.000mensenkwamenbijeen,velenkondennietbinnen.Ongelooflijk.

Op 11 februari werd een veel breder comité opgericht. Waarom? Hamma Hammami.Ja,opdezetelvandeNationaleRaadvanAdvocatenkwamenvertegenwoor-digersvan28organisatiesbijeen.BijnadeheleoppositietegenBenAli,behalvetweepartijendietotderegeringvanGhannouchitoetraden.Naastdetienorganisatiesvanhet‘14januari-front’bestaatdatcomité

Hamma Hammami, sleutelfiguur van Het tunesiscH verzet tegen Ben ali

“Onze revolutie heeft de dictator overwonnen, maar nog niet de dictatuur”

Hij werd onder de dictatuur van Ben Ali herhaaldelijk gevan-gengenomen om zijn verzet. Vandaag is Hamma Hammami, woord-voerder van de PCOT (Communistische Arbeiderspartij van Tunesië) een van de opvallendste figuren van de Tunesische revolutie. In februari ontmoetten we hem in Tunis.

u

Ons volk heeft de revolutie gemaakt steunend op eigen krachten, zonder steun van andere buitenlandse krachten

Hamma Hammami, woordvoerder van de Communistische Arbeiderspartij van Tunesië (PCOT) (Foto Belga)

We moeten deze revolutie met grote vastberadenheid verder zetten en met veel zin voor tactiek om de eenheid van het Tunesische volk te bewaren

Page 15: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

15Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| INTERvIEw |

ookuitdeeenheidsvakbondUGTT,deislamistischepartijEnnadha,deVerenigingvanAdvocaten,vanSchrijvers,vanJournalisten,deUnievanTunesischeStudentenennogeenaantalandereorganisaties.Allezijnheteensovervoorstellenvoordeoprichtingvaneen“NationaleRaadvoordeBeschermingvandeRevolutie”.Datplatformgaatnietzoveralshet‘14januari-front’,omdathetdeontbindingvandezeregeringnietvraagt.SommigekrachtenzoalsdeUGTThebbendezeregeringaanvaard.Maarde28ondertekenaarseisendatdie“NationaleRaad”beslissingsmachtkrijgtoverallewettenenmaatregelenvoordevoorbereidingvandenieuweverkiezingen,teneindetegaranderendatdieechtdemocratischzullenzijnenintotalevrijheidzullenverlopen.ZijeisenhetrechtoptoezichtopallebeslissingenvanderegeringendeverplichtingallebenoemingentothogefunctiestergoedkeuringvoorteleggenaandeNationaleRaad.DeondertekenaarsroependebevolkingvanallestrekenengemeentenopComitésvoordeBeschermingvandeRevolutieopterichtenendeUGTTsteltalhaarlokalenterbeschikking.DieComitészullenvertegenwoordigdzijnindeNationaleRaad.

Jullie verenigen daar dus alle klassen en lagen van de bevolking die tegen de dictatuur waren en zijn. Beantwoordt dat aan het karakter van deze revolutie die u als nationaal en democratisch bestempelt? Hamma Hammami.SindsHan-nibal(generaalvanCarthago,denaamvanTunesiëindeOudheid,n.v.d.r.)heeftditlandnooitdemocratiege-kend.Nochvoordeboeren,nochvoordekleinehandelaars,nochvoordehandwerk-liedenofkleineproducenten,nochvoordeprofessorenofdeleerkrachten.Al

diemensenverlangenopdeeersteplaatsnaardemocratie,samenmetdearbeiders.Daarmoetmenzichvanbewustzijn. Wijproberenhetvolkteverenigenrondéénenkeldoel:komafmakenmetdedictatuur.Weproberenallemeningsverschillentevermijdenonderdevolkskrachten,wantdatzoudoorhetregimekunnenwordenuitgebuit.Wehebbeneenovereen-

komstgeslotenmetdeislamistenenmetdeanderekrachtenomdieeenheidvanhetTunesischevolktebewarenennietinpartijdigestrijdtevervallen.Maarditisook

eennationalerevolutie.Demensen

zienindatdecorrupteburgerlijkeeliteeencompradore-burgerijis,dieonslandleegroofttenvoordelevanbuitenlandsebedrijven.DiebedrijvenzijneropuitgoedkoopteproducerenomdieproductendannaarhunmarktenuittevoerenennietomdebehoeftenvandeTunesischemaat-schappijtevoldoen.DeinmengingvandeEuropeseenAmerikaansemachtenkomtondermeervoortuithetfeitdatzetotelkeprijshunmultinationalswillenbeschermen.Wehebbeneenindustrialisatieplannodiginfunctievandebehoeftenvanonsvolk.Datiswatdemenseneisen.Het‘14januari-front’eistdeuitbouwvaneennationaleeconomietendienstevanhetvolkwaarindevitaleenstrategischesectorenondersupervisievandestaatstaan.

U bent woordvoerder van een communistische partij. Hoe staat het met het socialistisch perspectief in Tunesië? Hamma Hammami.Eensocia-listischerevolutiestaatvandaagnietopdedagorde.Ja,alsmarxistenzijnwevanmeningdatweuiteindelijktothetsocialismemoetenkomen.DatisnoodzakelijkomnietverstriktterakeninhetwebvanhetwereldkapitalismewaarindegroteAmerikaanseenanderegrotemultinationalsdetouwtjesinhandenheb-ben.Datisookdeenigemanieromeeneindetemakenaandeuitbuitingvandemensdoordemens.Maardiezienswijzewordthiernoghelemaalnietbreedgedeeld.Wemogendusgeentegrotestappenzetten. Wemoetenrekeninghoudenmetdepolitiekekrachtverhoudingen.Dearbeidersklasseheefteenachterstandopvlakvanbewustzijnenorganisatie.Decommunistischebewegingisinonslandnogtamelijkzwak,ookalgaatzefelvooruit.Deandereklassenzijntochwelprominentaanwezigviahetliberalekampenhetislamistischekamp…Wekunnenonsdusgeenmisstapveroorloven. Maarmetdezerevolutiekunnenniettemindeeersteschakelsvanhetsocialismeopeconomischvlakvormkrijgen.Zozijnwevoordenationalisatie

vandegrotebedrijventenvoordelevandewerknemers.Zoalseerdergezegdisdataleennoodzaakalsweonzenationaleonafhankelijkheidwillenterugkrijgen.Wezullennietnationaliserenomerdestaatsburgerijbetervantemaken(eenklassediezichaanhethoofdvandenieuwestaatzougaanverrijken,n.v.d.r.).Dearbeidersklassemoetdiebedrijvenopdemocratischewijzekunnenbe-sturen.Maardatgeldtnietvooralleeconomischesectoren.Wezoudende

kleinehandelaars,dehandwerk-lieden,dekleinepatroonsvandevelewerkhuizendieonslandrijkisafschrikkenentegenderevolutieopzetten.Enwemoetenvooralaandachthebben

voordeboeren.Deboerenstandisinonslandzeerverscheiden.Deboerenzijnnietgeorganiseerdenhebbenoverhetalgemeeneenzeergroteachterstandwathetbewustzijnbetreft.Sommigestrekenstaandaarverderin,daarbijvoorbeeldwaarerlandarbeiderszijn,diesomsarmeboergewordenzijn.Zijhebbenlapjesgrondgekregenmaarbewerkendienietbijgebrekaanmiddelen.Diezullenzelfdecollectiviseringzienalseenpositieveuitweg.Maarerzijnookstrekenwaardeboerenaltientallenjarendegrondopeisendiedegrotekapitalistenhenontnamenmaardiezedesondanksbewerken.Daarovercollectiviseringpratenzouhenonmiddellijkterugdoendenkenaanderoofvanhungrondenindejaren60.Wijdenkendatwestapsgewijsenopgediversifieerdemaniertothetsocialismekunnenkomenwaarbijwedegrootstmogelijkeeenheidonderdebevolkingkunnenbewarenenindiematedathetvolkuiteigenervaringhetnutendenoodzaakervaninziet.Erbestaatdaarvoorgeenuniekschema.Maarerisweleenuniekdoel,hetsocialisme.

Boudewijn deckers<

Hamma Hammami: “We zijn voor de nationalisatie van de grote bedrijven ten voordele van de werknemers. Maar dat geldt niet voor alle economische sectoren. De boerenstand is in ons land zeer verscheiden. De boeren zijn niet georganiseerd en hebben over het algemeen een zeer grote achterstand wat het bewustzijn betreft.” (Foto 10b travelling)

Het ‘14 januari-front’ eist de uitbouw van een nationale economie ten dienste van het volk

Uiteindelijk zullen we tot socialisme moeten komen om niet verstrikt te raken in het web van het wereldkapitalisme…

Noch de boeren, noch de kleine handelaars, handwerklieden of kleine producenten, noch de professoren, leerkrachten of arbeiders hebben ooit democratie gekend. Al die mensen verlangen op de eerste plaats naar democratie. (Foto Levhartice)

Page 16: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

16 Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | INTERvIEw |

IntervIew professor samI ZemnI

“Godsdienst speelt steeds minder een politieke rol”

In 1979 verjoeg Iran de sjah, vandaag zit het land opgescheept met ayatollahs. Herhaalt de ge-schiedenis zich straks in Egypte en Tunesië? We vroegen het aan poli-toloog en auteur Sami Zemni.

Sami Zemni. De machtsverhoudin-gen liggen in die landen anders, er is absoluut geen eenduidig scena-rio voor de regio. Bovendien kun je

moeilijk stellen dat de opstand van 1979 in Teheran en die van 2011 in Tunis over dezelfde zaken gaat. Alsof de wereld op die meer dan dertig jaar niet ongelooflijk veranderd is. Iran is trouwens een Perzisch land met een specifieke vorm van islam: het sjiisme. Tunesië en Egypte zijn soennietisch. In Iran bestaat ook een georganiseerde clerus met eigen belangen, dat is bijna een klasse. In de Arabische wereld zie je dat nauwelijks en zijn de imams, sjeiks en moefti’s door de overheid betaalde staatsambtenaren. Ook de politieke, economische en culturele geschiedenis van die landen is totaal maar dan ook totaal verschillend. Eigenlijk zie ik maar twee heel oppervlakkige gelijkenissen tussen wat nu gebeurt en wat dertig jaar

u geleden in Iran gebeurde. Eén: op papier gaat of ging het om moslims – ook al twijfelen veel soennieten of sjiieten wel goede moslims zijn. Twee: het volk heeft dictators verdreven die jarenlang gesteund werden door het Westen – Moebarak en Ben Ali in Egypte en Tunesië, en de sjah in Iran. Nu, de groepen die zich vandaag baseren op de islam maken deel uit van de werkelijkheid en zullen in de toekomst ook een politieke factor zijn. Maar dat hangt af van land tot land. Je kunt niet voorspellen welke richting het uit zal gaan. Zijn er mensen die er belang bij hebben om het doembeeld van zo’n Iraans scenario naar voor te schuiven? Sami Zemni. Ik weet niet of daar altijd een direct belang achterzit. Maar het klopt wel dat de islam-bashers, die altijd stereotypen en clichébeelden over het Midden-Oos-ten hanteren, een politieke, neocon-servatieve agenda hebben. Zij alleszins. Dat ze de Ara-bieren voorstellen als robotten die de bepalingen van de islam tot in de

oneindigheid zullen reproduceren, is geen toeval. Dat ze ervan uitgaan dat de Arabieren niet klaar zijn voor democratie evenmin. In hun denken zijn moslims achterlijk en ondemo-cratisch en noem maar op. Wilders is dat vorige week nog eens gaan verduidelijken in Israël.

Er zijn ook analisten die geloven dat de religieuze organisaties –Ennahda in Tunesië en de Moslimbroeders in Egypte – zullen evolueren in de richting van de Turkse AKP, de islamitische regerings-partij van premier Erdogan. Hebben zij een punt? Sami Zemni. Ten dele. De Tunesische Ennahda is altijd de meest vooruitstre-vende van de hele Arabische wereld

geweest. Spiritu-ele leider Rachid Ghannouchi (niet te verwarren met de huidige eerste minister Moha-med Ghannouchi, n.v.d.r.) is in 1991 in ballingschap moeten gaan. Zijn geschriften gingen

bijna altijd over islam en democratie, islam en mensenrechten, enz. Eigenlijk was die man de grote inspiratiebron

van Erdogan en zijn AKP. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Ennahda onrechtstreeks mee aan de basis van het Turkse model ligt. Maar dat wil niet zeggen dat Tunesië dat model zal overnemen. Het stoelt op een sterk leger dat het nationalisme van Atatürk en het secularisme verdedigt, maar dat ook een islamitische partij aan de macht tolereert. In Tunesië speelt het leger een totaal andere, minder politieke, rol. Het leger en Ennahda zullen het daar morgen dus niet op een akkoordje gooien. De kans dat zoiets in Egypte gebeurt, is groter. Maar daar moet de Moslim-broederschap dan weer een grotere weg afleggen. De organisatie zit veel meer geprangd in haar oude visie over mens en maatschappij: een visie die draait om harmonie. Die harmonie moet zogezegd de ongelijkheid in de samenleving aanpakken. De Moslim-broeders erkennen het bestaan van die ongelijkheid. Al spreken ze niet over klassen maar over standen die moeten samenwerken. Een beetje zoals de christelijke partijen hier eind negentiende, begin twintigste eeuw. Nu, om terug te komen op je vraag: de Moslimbroederschap zou dus wél zo’n afspraak kunnen maken met het leger. Maar daarvoor moet de organisatie dus een serieuze aanpas-sing aan hedendaagse toestanden doen.

Wat vindt u zelf: kan de AKP een model zijn voor die organisaties? Sami Zemni. Dat kan, maar daarom valt dat nog niet te bejubelen. Zeker linkse mensen moeten geen grote vlaggen voor dat model uithangen. Het zou sowieso een vooruitgang zijn voor de Arabische wereld en de belangen van het volk zouden beter gediend zijn dan met de huidige dictators. De westerse belangen wat minder. Op zich is dat een goede zaak. Maar AKP blijft een gematigd conservatieve partij, erg veel voor-uitstrevends moet je daar niet van verwachten.

U spreekt soms over de secularisering van het Midden-Oosten. Wat moeten we ons daar bij voorstellen? En hoe zit dat kwantitatief? Sami Zemni. Je moet eerst duidelijk stellen wat je bedoelt met secularisering. Het feit dat in Egypte zowel koptische christenen als mos-lims op het Tahrirplein stonden, is voor mij een blijk van secularisering, individualisering en pluralisering. Ze hebben niet gewacht op een oproep van een sjeik, een instituut of orga-nisatie. Het feit dat ze mensen die zichzelf in brand steken ‘martelaars’ noemen, terwijl zelfmoord een groot taboe is in de islamitische wereld, is ook tekenend. Er is een grote secu-larising bezig, maar dat is iets anders dan een deconfessionalisering. De jongere generaties blijven over het algemeen gelovig – men spreekt over 5 à 10 % agnosten en atheïsten in Egypte en 15 à 20 % in Tunesië, al is dat nattevingerwerk. Maar het geloof is een meer persoonlijke zaak geworden en het speelt ook een steeds minder grote politieke rol. Dat geldt trouwens ook voor de koptische christenen. De koptische kerk had haar gelovigen verboden deel te nemen aan de betogingen, want de kerkelijke hierarchie is onlosmakelijk verbonden met het regime van Moebarak. We hebben gemerkt wat de jonge kopten heb-ben gezegd: foert. Ze zijn ook niet als kopt op straat gekomen maar als burger. Een van de snelst groeiende Facebookgroepen eist trouwens dat de religie van Egyptenaren niet meer vermeld wordt op hun paspoort.

Thomas BlommaerT

Sami Zemni, Het islamdebat, EPO, 224 pagina’s, 20 euro. Te koop in de PVDA-shop: 02-504 01 12 of www.pvdashop.be.

<

\

Beeld van de Qasr al-Nilbrug, waar moslims en christenen samen betogen. “Een van de snelst groeiende Facebookgroepen eist dat de religie van Egyptenaren niet meer vermeld wordt op hun paspoort”, aldus Sami Zemni. (Foto 3arabawy)

Dat islambashers de Arabieren voorstellen als robotten is geen toeval

Page 17: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

17Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| FORUM |

Over culturele brillen en bOtsende beschavingen

Wanneer een Jasmijnrevolutie in het denken?

De revoluties in Tunesië en Egypte, de betogingen, protesten en verzetsdaden in Algerije, Libanon, Jemen, Jordanië en zelfs in Saoedi-Arabië, hebben ook consequenties voor ‘ons’, meer bepaald voor ‘onze blik’ op deze landen, schrijft Ico Maly van KifKif.

“De islam”, zo wordt ons al jaren ingelepeld, is de alles bepalende motor van de Maghreb, het Midden-Oosten en ook van de moslim om de hoek. Begrijp: ze willen niet echt vrijheid en democratie, dat zou botsen met hun cultuur die incompatibel is met onze waarden. Hun enige drijfveer is de islam. Het huidige verzet toont duidelijk het failliet aan van de dominante blik op het Mid-den-Oosten en moslims. Dat verzet komt uiteraard niet uit het niets. Het is geworteld in een overtuiging van democratie en vrijheid. Een eis van de bevolking voor het recht op arbeid en goede werkom-standigheden, voor vrije meningsuiting. Kortom allemaal zaken die volgens het dominante discours over moslims en ‘moslim-landen’ niet kunnen bestaan wegens incom-patibel met de islam. Alle leuzen en eisen die we vandaag in Tunesië en Egypte horen, zijn leuzen voor waarden die ‘wij’ zo hoog in het vaandel dragen. Waarden die niet alleen om de haverklap aangehaald worden op de internationale po-litieke bühne, maar ook in het integratiedebat. Waarden bovendien die per definitie zouden botsen met “de cultuur van de moslims”. Mos-lims zouden antidemocratisch zijn, tegen vrije meningsuiting en dat zou eigen zijn aan hun cultuur. Dat is het dominante verklaringsmodel in het maatschappelijk debat van de laatste jaren. Een model dat ‘culturele genen’ naar voren schuift als een alles verklarend verhaal. Zo vertelde een bekende en sterk bejubelde gids ons tien afleverin-gen lang dat ‘zij’ die drang naar vrijheid en democratie niet kenden. Dat was het oordeel van Jan Leyers. Een oordeel dat uitermate populair bleek, gezien de enorme kijkcijfers en de talrijke prijzen. Meer nog, als iemand het aandurfde om daar een kanttekening bij te maken, werd hij of zij overspoeld met de ondertussen bekende labels. Cultuur, en dan nog vaak een uiterst statisch cultuurbegrip, was het enige geoorloofd ver-klaringsperspectief. En die culturen botsen, dat leek de ijzeren wet te zijn. Sociaaleconomische analyses, machtsanalyses, (geo)politieke analyses, ze leken van geen tel als het over moslims ging. Ze waren louter eufemismen, politiek correcte praat van de linkse kerk, wollige academische taal. De roep dat ‘zij’ niet democratisch zijn, niet voor vrijheid zijn, won het pleit. Zowel in de kijkcijfers als in de politieke arena en tegen alle wetenschappelijke bevindingen in. Verklaringen bij daden van (vermeende) moslims werden al te vaak verdronken in een culturele saus. Vandaag wordt duidelijk dat dit culturele model de realiteit niet kan verklaren. Niet alleen wordt duidelijk dat de bevolking wel degelijk meer vrijheid en democratie wil, bovendien blijkt die bevolking zeer divers: atheïsten, moslims en christenen komen samen op in

u

een volksbeweging voor rechten. Op zich niets nieuws onder de zon. Wie zich de moeite getroost had om zich te verdiepen in de politieke geschiedenis van het Midden-Oosten of eens een gespecialiseerde site te bezoeken, wist dit al langer. Iedereen die met

zijn voeten in deze wereld staat, zij het hier of elders, wist het dus al veel langer. ‘We wisten het niet’ is hier dan ook geen excuus. De eenzijdige, cul-turele bril verkleurt niet alleen onze blik op de realiteit. Ze zorgt ook voor een slecht beleid. Dat kunnen we zeer goed illustreren met

een onderbelicht element uit het mediaverhaal over Tunesië. De Jasmijnrevolutie speelt zich af in een land dat behoort tot de bondgenoten van het Westen. President Zine El Abidine Ben Ali en zijn Tunesië werden tot voor kort nog gepre-zen voor de strijd voor de mensenrechten en de democratie. En dat op een moment dat de feiten enkel bewijs leverden voor manifeste schendingen van de mensenrechten. Ze werden met de mantel der liefde bedekt. In de strijd tegen het ‘terrorisme’ mogen onze hooggestemde rechten blijkbaar even opzij geschoven worden. Ook al betekent het goedkeuring van harde dictatuur en cen-suur. De realiteit in Egypte is niet anders. Het Egyptische regime, en zijn president Moebarak, was een favoriete bondgenoot van de VS en kreeg dan ook de nodige financiële middelen.

Dat diezelfde ‘president’ zijn volk daarmee hardhandig onderdrukte en niet de minste aanstalten maakte om democratie in te voeren, was van geen tel zolang hij zich schikte naar de belangen van de VS. Vreemd is ook dat er vanuit diezelfde VS en Europa nu geen openlijke steun komt voor de strijd van de bevolking voor vrij-heid en democratie. In het beste geval roept men op tot ‘pacificering’, wat betekent dat de president zou kunnen blijven. Van openlijke morele steun, laat staan van concrete steun aan het verzet en van druk op de dictators is geen sprake. Uit alle speeches van minister van Bui-tenlandse Zaken Hillary Clinton en president Barack Obama blijkt vooral hun grote zorg voor

de belangen van het Westen. De belangen van het Egyptische volk staan duidelijk niet zo hoog op hun agenda. Als dit verzet iets duidelijk maakt, dan is het wel dat de cul-turaliserende blik op het Midden-Oosten

en moslims compleet los staat van de realiteit. Jarenlang riepen de westerse culturalisten dat de dictaturen in die landen een gevolg waren van de islam, van de wil van het volk daar. De koran werd niet zelden als bewijs aangehaald. Nochtans zouden we ondertussen al moeten weten dat een boek niet kan verklaren hoe meer dan een miljard mensen denken. Cultuur en overtuigingen, laat staan de

complexe realiteit in de Maghreb en het Midden-Oosten is niet zomaar te verklaren vanuit één boek. Als we de realiteit in het Midden-Oosten en ook hier in België willen begrijpen, moeten we een complex instrumentarium hanteren. Net zoals we dat hanteren als we gebeurte-

nissen in eigen land trachten te verklaren. De Tunesische revolutie leert ons dat de essentie gaat over het recht op een menswaardig bestaan. Het gaat over democratie, vrijheid en gelijkheid. Het is dan ook opmerkelijk dat de politieke klasse in het Westen nu veel minder noten op haar zang heeft. Als we het echt

menen met de strijd voor democratie, vrijheid en gelijkheid, dan moeten we die waarden in de praktijk brengen. En bijgevolg het verzet van de bevolking zo veel als mogelijk steunen. Geen holle democratie- en vrijheidsretoriek dus om de eigen geopolitieke belangen, zoals de zucht naar olie, te vrijwaren. De hypocrisie wordt zo overduidelijk. Hoog tijd dus voor een Jasmijnrevolutie in ons denken.

Ico MalyEen langere versie van dit artikel vind je op www.pvda.be

Ico Maly is coördinator van Kif Kif en auteur van het boek De Beschavingsmachine, wij en de islam. (Uitg. EPO, Antwerpen, 2009).

<

\

Militanten van de Egyptische Vakbondsfederatie, mannen en vrouwen met en zonder hoofddoek, betogen voor het hoofdgebouw van hun vakbond. Ze eisen het ontslag van voorzitter Hussein Megawer, die dicht bij Moebarak aanleunt. (Foto 3arabwy)

Jarenlang riepen de westerse culturalisten dat de dictaturen een gevolg waren van de islam. Ondertussen moeten we toch weten dat één boek niet kan verklaren hoe meer dan een miljard mensen denken

Het huidige verzet in de Arabische wereld toont duidelijk het failliet aan van de dominante blik op het Midden-Oosten en moslims

Als we het menen met de strijd voor democratie, vrijheid en gelijkheid, dan moeten we die waarden in de praktijk brengen. En bijgevolg het verzet van de bevolking zo veel als mogelijk steunen

Page 18: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

18 Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011 | WERELD |

IntervIew AlAIn Gresh (le Monde dIploMAtIque)

“de vs hebben een steunpilaar in het Midden-oosten verloren”

Mei 2010: jonge Palestijnen gooien stenen naar Israëlische jeeps. Egypte stond garant voor een Israëlisch-Palestijns vredesverdrag dat zo goed als inhoudsloos was geworden. (Foto Edo Medicks)

De dreiging van de islamisten heeft als alibi gediend om normale betrekkingen te onderhouden met autoritaire regimes die hun land leegplunderden

De revoluties in Tunesië en Egypte zorgen voor een politieke en economische ommekeer. Ze stellen ook de rol van de VS, Eu-ropa en Israël in vraag.

Het strategisch belang van de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika kan moeilijk onderschat worden. Je vindt er de grootste olie- en gasvoorraden ter wereld. Daarnaast zijn er het Suez-kanaal en het geopolitieke gewicht van Egypte. Vandaar dat Europa lang geaarzeld heeft om Ben Ali en Moebarak te vragen het veld te rui-men. Sommige leden van de Franse regering stonden persoonlijk in de gunst bij beide dictators. Daarom dit gesprek met Alain Gresh, specialist in Arabische aangelegenheden en adjunct-directeur van Le Monde Diplomatique. Gresh is geboren in Egypte.

Kan men zeggen dat er een zekere verstandhouding was tussen de Europese politieke leiders en de twee dictators? AlainGresh. Die verstandhouding was totaal. Jarenlang al kunnen die autoritaire regimes van de regio, zowel in de Maghreb als in het Midden-Oosten, op onze steun rekenen. Dat gebeurde hoofdzakelijk op basis van een ar-gument waar die regimes zelf mee uitpakten: ‘je kiest voor ons of je kiest voor de islamis-ten’. De dreiging van de islamisten heeft – vooral na 11 september – als alibi gediend voor een politiek die er niet alleen op gericht was nor-male diplomatieke betrekkingen te onderhouden met die regimes, maar er ook borg voor stond door te beweren dat ze ‘op weg waren naar de democratie, ook al namen ze daar ruimschoots de tijd voor.’ Die houding stond in schril contrast met wat we over die landen wisten, namelijk dat ze geregeerd werden door een elite die niet alleen een autoritair regime uitbouwde, maar die op de koop toe het hele land leegplunderde.

De socio-economische crisis die vandaag zo hard

u

toeslaat in die landen is niet alleen het resultaat van de plunderingen van de elite maar ook het gevolg van de liberaliserings- en privatiseringspolitiek die hen werd opgelegd door het IMF en de Wereldbank. AlainGresh. Het klopt dat vooral Frankrijk en de Europese Unie druk hebben uitgeoefend om die libera-liseringen door te zetten. Zij hebben er trouwens de vruchten van geplukt.

Maar de lokale machthebbers hebben er na-tuurlijk ook van geprofiteerd. Die liberaliseringen en vooral de pri-vatisering van de grote bedrijven in Egypte en in Tunesië hebben gouden eieren gelegd voor een piepkleine elite die

zich schandalig verrijkt heeft. Moe-barak en Ben Ali hebben tientallen miljarden dollars achterover gedrukt. Het gaat om enorme bedragen. Zoiets kon enkel gebeuren met medeweten en met de zegen van onze politieke leiders die overigens voortdurend de mond vol hadden over ‘de strijd tegen de corruptie’. Omgekeerd zou je kunnen zeggen dat die landen zich in de mondialisering verankerd hebben en dat ze belangrijke economische relaties hebben ontwikkeld, meer bepaald met de Europese Unie.

Een van de meest geciteerde oorzaken

van de revolutie is de interne economische situatie in die landen… AlainGresh. Absoluut. De socio-economische toestand – armoede en ongelijkheid – heeft het vuur aan de lont gestoken. Wat de boel uiteindelijk deed ontploffen was de ondraaglijke autoritaire en dictatoriale onderdrukking. De totale willekeur van de machthebbers beperkte zich niet tot de onderdrukking van de op-positie maar maakte ook slachtoffers onder de gewone burgers. De vonk die Tunesië in vuur en vlam zette, kwam van een fruitverkoper zonder enige politieke ambitie wiens zaakje voor de zoveelste keer werd geconfisqueerd. In Egypte voel je precies hetzelfde aan: mensen willen hun waardig-heid terug. De socio-economische toestand ligt aan de basis, maar de revolte gaat om méér dan dat.

Vormen deze revoltes geen bedreiging voor de belangen van de VS en de EU? AlainGresh. De volkeren uit die regio maken zich in eerste instantie geen zorgen over de westerse belan-gen. Zij willen gewoon hun lot in eigen handen nemen en zelf hun politieke keuzes bepalen. Maar dat zet de za-ken natuurlijk grondig op hun kop. Jarenlang lagen deze landen onder het juk van de VS. Vooral Egypte was een belangrijke handpop geworden van de Amerikaanse en Israëlische politiek in de regio. Egypte nam het voortouw in de strijd tegen Iran en tegen Hamas in de Gazastrook. Het land bleef maar garant staan voor een Israëlisch-Palestijns vredesverdrag dat

zo goed als inhoudsloos was gewor-den. Egypte was een echte regionale pijler geworden voor de belangen van de VS en Israël. Dat gaat volgens mij nu wel veranderen. Ik denk niet dat Egypte het vredesverdrag met Israël zal opzeggen, maar we zullen zeker getuige zijn van een meer on-afhankelijke Egyptische koers. Egypte zal zijn eigen eisen gaan stellen al hoeven die niet noodzakelijk in een anti-westerse richting te evolueren. Misschien spiegelen zij zich een beetje aan het Turkse model. Turkije is lid van de NAVO, heeft uitstekende relaties met de VS, maar bevocht de voorbije jaren een autonome positie. En dat is het belangrijkste: die landen zullen, zowel op het regionale als op het internationale vlak, opnieuw hun eigenheid verwerven.

Vreest u niet dat de VS zullen proberen de revoltes te beïnvloeden om hun eigen belangen veilig te stellen? Zij hebben tenslotte uitstekende banden met het Egyptisch leger? AlainGresh. De VS is een groot-macht en ze beschikken over een waaier van actiemiddelen. Maar we hebben ook al gezien dat die mid-delen niet in alle omstandigheden even effectief zijn. Je moet niet te hoog oplopen met de mogelijkheden waarover de VS bij een dergelijke crisis beschikken. Op lange termijn kunnen zij uiteraard de nodige mid-delen inzetten – steun aan Israël, voedselhulp, goede relaties met het militaire establishment,…). Voor de VS is de vrede tussen Israël en Egypte

het allerbelangrijkste. Ik denk niet dat het bestaande vredesakkoord in het gedrang komt. Toch denk ik dat de VS een belangrijke pijler voor hun regiopolitiek verloren hebben. Je kunt het belang daarvan moeilijk onderschatten.

De hele Arabische wereld lijkt wel op zijn kop te staan. Zouden die twee revoluties echt tot fundamentele verande-ringen kunnen leiden in de rest van de regio? AlainGresh. Je vindt de essenti-ele ingrediënten voor de Egyptische en Tunesische explosies in zowat de hele Arabische regio terug. Socio-economische crisis, autoritarisme en een jeugd die massaal toestroomt op de arbeidsmarkt, maar geen werk vindt. De regimes verschillen nogal van land tot land. Elk land heeft zijn eigen specificiteit, maar wat je overal terugvindt, is de wil om zijn eigenwaarde terug te vinden en de eis om vrijuit te kunnen spreken. De bestaande regimes lijken dit ook aan te voelen. Zowat overal werden vóór het losbarsten van de opstanden al toegevingen gedaan. Soms ging het om financiële tegemoetkomingen zoals in Bahrein en Koeweit, soms – zoals in Syrië – ging het om hulpverlening en in Jemen zag de president af van zijn ambitie om levenslang aan de macht te blijven. In Jordanië werd de regering hervormd. Hoe de zaken verder ook evolueren, er is al een hele weg afgelegd. De Arabische wereld zal nooit meer dezelfde zijn.

Marc Botenga<

Alain Gresh.

Page 19: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

19Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011| WERELD |

Verenigde Staten / europa

Wereldheerschappij bedreigd door arabische revoluties

“Wie de olievoorraden in het Midden-Oosten controleert heeft de economie van de hele wereld in een houdgreep”1, verklaarde ooit Dick Cheney, de vroegere vi-cepresident van George W. Bush. Welnu, de revoluties in de Arabische landen zouden die Amerikaanse, en meer algemeen de westerse controle in het gedrang kunnen brengen.

Saoedi-Arabië, Irak, de andere Arabische landen en Iran bezitten twee derde van de oliereserves van de wereld. De controle over het Midden-Oosten is steeds een prioriteit geweest van de Amerikaanse grootmacht. Niet zozeer om de eigen noden aan olie te dek-ken – het Amerikaanse continent is zelf zijn grootste leverancier – maar om de andere economieën van de wereld (Europa en ook China) “bij de keel” te houden door de controle over de oliekraan. Dat verklaart de Amerikaanse steun voor de Arabische monarchieën in de Perzische Golf, de bloedige bezetting van Irak en de oorlogsdreiging tegen Iran. In die streek bevindt zich ook het Suezkanaal, dat de Middellandse Zee verbindt met de Indische Oceaan, een commerciële en militaire navigatie-route van het hoogste strategische belang. Tenslotte ligt een groot deel van die Arabische landen aan de Middellandse Zee. De lage lonen hebben er heel wat West-Europese investeerders aange-trokken. De Belgische textielindustrie verhuisde daarom verschillende van zijn bedrijven naar Tunesië. Het cruciale belang van de streek voor de westerse grootmachten verklaart hun onvoorwaardelijke steun aan Israël, dat met drie miljard dollar de nummer 1 is van de Amerikaanse militaire steun en dat zijn rol van westerse gendarm in de regio ten volle vervult. Het verklaart ook hun alliantie met

u Saoedi-Arabië, de grootste vijand van democratie in de Arabische wereld. Aan dat land zullen de Verenigde Staten de volgende twee decennia voor meer dan 60 miljard dollar wapens verkopen, een record dat Obama eind 2010 aankondigde. Dat economische en strategische belang verklaart ook waarom de Ver-enigde Staten de dictaturen in Tunesië en Egypte steunden en waarom ze nog steeds de prowesterse regeringen in Jordanië, Jemen, Bahrein, Marokko en elders steunen.

“een groot experiment in democratie”

Vandaag proberen Obama, Merkel, Sarkozy en andere westerse leiders mekaar de loef af te steken met verklaringen over steun voor de “democratische verzuchtingen van de Arabische volkeren”. Moeten we daar geloof aan hechten? Ze waren zo goed op de hoogte van de aard van die dictatoriale Arabische regimes dat de CIA voor het folteren van zijn gevangenen uit Afghanistan en elders beroep deed op de folteraars van het leger van Moebarak. En de Belgische regering bleef niet achter. In het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie in de tweede helft van 2010 bewierookte de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken de verdiensten van het partnerschap tussen de Europese Unie en Tunesië. Men kon er lezen: “Het samenwerkingsakkoord start normale politieke dialoog op. Net als bij de andere mediterrane partners is het respect voor de democratische principes en de mensenrechten daar een essentieel luik van.”2 Vandaag pleiten Barack Obama, Angela Merkel, Nicolas Sarkozy, Herman Van Rompuy allemaal voor een snelle en ordelijke overgang. Catherine Ashton, de Hoge Vertegen-woordigster van de Europese Unie

voor Buitenlandse Zaken verklaarde: “We hebben veel ervaring op vlak van democratie. We kunnen Egypte dus helpen de overgang te maken”. Maar de ervaring van de volkeren van de Arabische landen is dat die Europese Unie en de Verenigde Staten vooral ervaring hebben met het tientallen jaren lang steunen van die geweld-dadige dictaturen in Caïro, Tunis en elders… Vandaag echter doen de westerse mogendheden er alles aan om de schade te beperken. En democratie is daarbij hun laatste zorg. Ze steu-nen de overgangsregimes, zoals de regering-Ghannouchi in Tunesië of die van de generaals (nauw verbonden met het Pentagon) in Egypte, regimes samengesteld uit de oude elite. En ze bereiden de toekomst voor om hun belangen veilig te stellen. Zo onthulde The New York Times op 12

februari dat er plannen bestonden voor de herschikking van een deel van de Amerikaanse militaire financiële steun aan Egypte. Dat zou nu naar “fondsen gaan die bijdragen aan de oprichting van politieke partijen” die Washington gunstig gezind zijn.

de amerikaanse plannen verstoord

Als de revoluties erin slagen volksre-geringen aan de macht te brengen, zoals dat het voorbije decennium in Latijns-Amerika gebeurde, kan dat de wereldstrategie van de Ver-enigde Staten aan het wankelen brengen. Eind 2010 beschouwde Barack Obama het Midden-Oosten voldoende “gepacificeerd” (lees: onder Noord-Amerikaanse controle) om zich te kunnen concentreren op wat de leidende kringen in de VS als hun grootste uitdaging zien: het opkomende China. Experts voorspellen dat de Chinese economie, die nu de tweede groot-ste van de wereld is, binnen twintig jaar die van de Verenigde Staten ingehaald zal hebben. Een evolutie die de Amerikaanse multinationals helemaal niet aanstaat. Deze zomer nog begaven Obama en zijn ministers van Buitenlandse Zaken (Hillary Clinton) en van Defensie (Robert Gates) zich naar verschillende Aziatische landen. Hun doel: meningsverschillen tussen China en de andere landen van het

continent aanwakkeren. De Ameri-kaanse Zevende Vloot had gelijktijdig grote manoeuvres opgestart in de buurt van de Chinese kust. En ze verkregen ook nieuwe havenfacili-teiten voor hun oorlogsbodems in Zuid-Azië. De militaire omsingeling van de Aziatische reus werd ver van de camera’s opgevoerd. Vandaag halen de revoluties en volksopstanden in de Arabische wereld deze plannen volledig door elkaar. Na Tunesië en Egypte dreigen nu verschillende sleutelregimes van de streek te vallen. Bijvoorbeeld Bahrein, dat de Amerikaanse Vijfde Vloot herbergt. Washington kon zich niet inbeelden het emiraat in de Perzische Golf misschien ooit te moeten verlaten. Een ander voorbeeld is Jemen, ten zuidoosten van Saoedi-Arabië. De val van Ali Abdullah Saleh, een ander pro-VS dictator, zou het gevaar tot aan de grenzen van Saoedi-Arabië brengen. Maar mocht Saoedi-Arabië “vallen”, dan zou Israël zelf eenzaam en verweesd achterblijven… En daarmee zou de laatste pion van de Amerikaanse sakspel in de streek in gevaar komen. Die nederlagen van de Arabische regimes zullen de volkeren van het Afrikaanse, Amerikaanse en Aziatische continent die nog steeds onder gelijkaardige dictaturen leven, aanmoedigen om zichzelf ook te bevrijden. George W. Bush en de leidende elite van Washington hoopten van de 21ste eeuw, dé eeuw van de absolute Noord-Amerikaanse overheersing te maken. Welnu, het eerste decennium van die eeuw zou wel eens het laatste kunnen worden van die Amerikaanse suprematie.

1. www.wussu.com/current/klare.htm. • 2. http://diplomatie.belgium.be

Boudewijn deckers<

Twee derde van de wereldreserves aan olie bevinden zich in de Arabische landen, Saoedi-Arabië, Irak en Iran. Niet moeilijk te begrijpen dus die Amerikaanse steun voor de bloedige bezetting van Irak (foto) en voor de Arabische monarchen. (Foto The U.S. Army)

Op 20 februari scandeerden duizenden betogers in de straten van Rabat, Marokko: “The people want change”(het volk wil verandering). Als de revoluties in de Arabische landen erin slagen volksregeringen aan de macht te brengen, zou dat de wereld-strategie van de Verenigde Staten kunnen doen wankelen. (Foto Belga)

Page 20: Arabische wereld: revoluties die de wereld wekken

20 Bijlage bij Solidair 8 van 24 februari 2011

Solidair met de volksrevoluties in Tunesië en Egypte Iets voor jou?!

Boeken, dvd’s, T-shirTs, Badges en pins, sTrips... ook over heT Midden-oosTen

Vul uw winkelkarretje online www.pVDashop.be

1. solidariteitsreizen naar tunesië

voor syndicalisten, jongeren, advocaten, gezondheidswerkers... (in de paasvakantie, de zomervakantie en het najaar)

2. informatieavonden, conferenties, meetings...

nodig sprekers, getuigen, Tunesische of Egyptische gasten uit

3. betogingen, manifestaties, solidariteitsacties

neem deel aan acties voor ambassades, aan de Brusselse beurs, in andere steden

4. financiële steun De People’s Health Movement-Egypt doet aan gezondheids- en organisatiewerk in de volkswijken van Caïro. Je kunt hen steunen via rek. nr. 001-1951388-18 van Geneeskunde voor de Derde Wereld vzw met vermelding “Solidair-Egypte” (giften vanaf 40 euro op jaarbasis zijn fiscaal aftrekbaar)

5. hulp met vertaalwerk uit het Arabisch naar het Nederlands of het Frans

Contact: [email protected], met in het “Onderwerp” van je mail:

“Tunesië/Egypte”

enkele van de volgende activiteiten:

• [VOLTE FACE ] tentoonstelling van 19 februari tot 10 april + filmavond op 12 maart en debat-avond op 19 maart (Internationaal Centrum CIC, M. Lemonnierlaan 171, Brussel)

• in La Braise in Luik: debat over Egypte op woensdag 9 maart

Meer info: www.pvda.be/agenda\

“Voor wie een vinger wil krijgen achter het bloe-metjesbehang van de officiële berichtgeving is er nog altijd Solidair.” (schrijver Walter Van den Broeck)

Gratis proefabonnement van drie

weken of een jaarabonnement voor 50 euro. Zie blz. 2 of www.solidair.org